Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DEN HEILIGEN GEEST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DEN HEILIGEN GEEST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Bluscht den Geest niet uit!”—1 Tessal. 5:19.

EEN kort woord, maar is het daarom niet ernstig? Welk een nadrukkelijk vermaan behelzen deze woorden. Een vermaan is overeenstemming met hetgeen de Apostel aan de Epheziërs schrijft: “en bedroeft den Heiligen Geest Gods niet.” Immers van den Heiligen Geest wordt ook hier gesproken, Die is de Trooster van de kerk. Hij is de Geest der wederbaring en vernieuwing, de Geest der heiligmaking, die het begonnen werk der vernieuwing voortzet en voleindt. Wat is droever kwaad, snooder ondankbaarheid en der ziele meer schadelijk dan Hem te bedroeven of uit te blusschen? Staat het niet al een groote zonde van Israël aangeteekend: “maar zij zijn wederspannig geworden en zij hebben Zijnen Heiligen Geest smart aangedaan?”

Maar hoe, vraagt ge. Is het mogelijk, dat een nietig menschenkind, iets zou kunnen uitrichten tegen den Heiligen Geest, die toch Eenswezens is met den Vader en den Zoon? Kan een sterveling den Eeuwigen Geest uitblusschen? O neen. De Apostel doelt met het woord “Geest” niet op Diens personeele bestaanswijze, maar op Diens personeele werkingen. Het is Zijnen gezegenden invloed in het binnenste des harten tegenstaan. Zijne werkingen en gaven kunnen uitgebluscht worden.

Het Woord uitblusschen beteekent uitdooven. Bijvoorbeeld een vlam, die men uitdooft en daardoor verhindert om licht en warmte van zich te geven. Past dit nu eens toe op den Heiligen Geest in Zijne gezegende werkingen. Wordt Hij niet bij vuur vergeleken? Wat zegt de Dooper: “Die na mij komt zal u met den Heiligen Geest en met vuur doopen.” Het uitblusschen van den Geest wil dan zeggen, Zijn heilig ongenoegen opwekken alzoo, dat Hij Zijne zaligmakende en vertroostende invloeden en werkingen onttrekt.

Welk een smaadheid wordt Hem aangedaan, waar de zondaar Hem tegenstaat in Zijne overtuigende werking en de bediening van het Evangelie der zaligheid veracht. Hoort Stephanus klagen over de Joden: “gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en ooren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uwe vaders, alzoo ook gij.” Hoe menig mensch, die in zijne jeugd van ernstige overtuiging zwanger ging. Hoe hebben wij ze gekend, die onder merkbare kloppingen des Heiligen Geestes van ernstige consciëntieovertuiging zwanger gingen en bij de gedachte aan dood en eeuwigheid van vreeze overmand waren. Maar ze zijn hunne vreeze ontkomen en hunne verschrikking ontvloden, al hunne overtuiging is uitgebluscht en hun hart is verhard geworden meer dan ooit te voren, totdat ze op hun sterfbed lagen uitgestrekt en uitriepen: “te laat, te laat, voor eeuwig verloren.”

O jongeling en jongedochter, het grijpe uwe ziel eens aan, gij die dit leest. Bedenkt, dat de zonde is van een uitblusschenden, van een verhardenden aard. Elke zonde doet het eelt der verharding dikker en ongevoeliger worden. God maakt zich vrij van het menschenkind. Verhardt Farao zijn hart tegenover Gods slaande hand, wil hij niet bukken tegenover zoovele bewijzen van Gods Almacht en heilig ongenoegen, hij wordt overgegeven aan het oordeel der verharding.

“Verblijd u, o jongeling! in uwe jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingsschap en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer oogen; maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht.” “Heden, dan, indien gij Zijne stem hoort, verhardt uwe harten niet.”

Maar de Apostel richt dit vermaan inzonderheid aan de ware geloovigen. Thessalonica was een groote en weelderige stad. Toch, in weerwil van den grooten tegenstand, had Paulus er met vrucht gearbeid. Maar gelijk overal, liep de gemeente ook hier gevaar afgetrokken te worden van de leer, die naar de Godzaligheid is. Naast de werking van den Heiligen Geest, openbaarde zich die van den onreinen geest. Vandaar het ernstig vermaan van den Apostel: “bluscht den Geest niet uit.”

Dat wil niet zeggen, dat de Heilige Geest met Zijnen gezegenden invloed volstrekt kan worden uitgebluscht in de harten van Gods volk. Dan zouden de remonstranten gelijk hebben, die, ook op grond van deze vermaning, leeren, dat er een afval der heiligen mogelijk is. Maar neen, dat kan niet. Die leer mist allen grond. De genadegifte en de roeping Gods is onberouwelijk. Het vaste fundament Gods staat, hebbende dezen zegel: de Heere kent degenen, die de Zijnen zijn. Nooit kan de Heilige Geest volstrekt, nooit kan de genade Gods in het hart in haar wezen uitgebluscht worden. Echter kan de geloovige wel den troost daarvan missen. Gods volk kan nooit het geloof, maar wel de blijdschap van hetzelve uitblusschen; zoo ook nooit de hoop, maar wel de vezekerdheid; nooit de liefde, maar wel het vuur der liefde uitblusschen.

Alzoo ook nooit den Heiligen Geest, maar wel Zijne vertroostingen derven. Wat is droeviger voor den oprechte? Wat doet onze ziel verkwijnen? Wat doet ons hart gelijk zijn aan een dor en dorstig land, dan wanneer het moet missen de gezegende onderwijzingen, leidingen, invloeden en vertroostingen des Heiligen Geestes? Als Hij Zich als terugtrekt in de binnenste kamer onzer ziel, Zijne genade inhoudt, onze vrede wegneemt en niet toelaat, dat wij wandelen in kinderlijke vreeze en vrijmoedigheid? Al de oorzaken hier op te noemen ware ondoenlijk. We kunnen slechts enkele zaken voorstellen.

Is de Heilige Geest een Geest der waarheid, die in al de Waarheid leidt, hoe wordt Hij bedroefd of uitgebluscht, als de geloovige het oor leene aan opkomende dwalingen. Als Hij, waar het geldt de grondstukken van de leer der Waarheid, zich meer laat leiden door zijne eigene vleeschelijke gedachten dan door de eenvoudigheid van het Goddelijk getuigenis. Soms mede oorzaak is dat een dwaling de overhand verkrijge. Dan verkracht hij de waarheid. Dan bluscht hij den Geest uit, wederstaat Hem in diens leiding. Niet te prijzen was het in Petrus, toen hij terwille van de Joden veinsde en niet handelde overeenkomstig het Evangelie.

Is de Heilige Geest een Geest der genade en der gebeden, die den geloovigen helpt en ondersteunt in zijn bidwerk, hoe wordt Hij bedroefd en uitgebluscht in deze, Zijne genadewerking, als Gods volk zich overgeeft aan lauwheid en traagheid, aan lusteloosheid en vadsigheid des vleesches, of ook heimelijk zich in hoogmoed koesteren, dat men zich verstandig genoeg acht om het zonder des Geestes hulp te vermogen.

Is de Heilige Geest een Geest der liefde en des Geestes. Is Zijne vrucht liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, enz., doet Hij door Zijne gezegende werking onze ziel kennen, waarin de Heere lust heeft, met verfoeiing van de ongerechtigheid, hoe wordt Hij bedroefd en tegengestaan, als men zich overgeeft aan twistgierigheid of ook als men de overgeblevene zonden, die ons zoo lichtelijk omringen te veel koestert. Wordt een oprecht liefhebbend vriend niet bedroefd als hij door zijn vriend onoprecht wordt bejegend? Hoeveel te meer dan de Heilige Geest als een teedere liefhebbende Geest. Neen, Hij kan zich met de onreinheid niet vermengen; wordt bedroefd als in het hart, waarin Hij als in Zijnen tempel woont, eenige aanklevende zonde wordt gekoesterd. De vrucht des Geestes straks genoemd, zal kwijnen en magerheid en dorheid over onze ziele komen.

Is de Heilige Geest een Geest der heiligmaking, Wiens heiligende kracht den geloovige doet wandelen waardiglijk het Evangelie, hoe wordt Hij bedroefd en in deze Zijne gezegende werking uitgebluscht, waar deze Zijn heiligende kracht wordt verloochend en de ware geloovige toegeeft aan een slordigen en losbandigen wandel, oorzaak geeft, dat de Naam des Heeren gelasterd en gesmaad wordt. Welk een snoode ondankbaarheid, welk een smaad den Geest des Heeren aangedaan. Welk een wolk van duisternis zal dit brengen over de ziel van den geloovige. Neen, Gods volk zondigt niet goedkoop. Uit de genade uitvallen, neen, dat kan niet. Gods liefde is eene onberouwelijke liefde. Maar de fronselen van Gods ongenoegen doen Gods volk beven. “Wij vergaan door Uwen toorn en door Uwe grimmigheid worden wij verschrikt,” zegt Mozes. En de kerk klaagt: “Heere, waarom doet Gij ons van Uwe wegen dwalen? Waarom verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vreezen.”

Wij zullen niet meer oorzaken opnoemen, waarom Gods volk de vertroostingen des Heiligen Geestes moet missen, waarom Hij bedroefd en tegengestaan wordt.

Wij hebben een en andermaal iets vermeld over den Heiligen Geest en Zijne gezegende werkingen. Uit alles zal genoegzaam blijken welk een onmisbaar Persoon Hij is ter onzer zaligheid. Hoe het gansche leven der genade van Hem en Zijne gezegende inwoning afhangt. Beproeven we dan ons zelf. O, zondaar mocht ge Hem nog inroepen ter uwer levendmaking. Zonder Hem geen deel aan de zaligheid, want die den Geest van Christus niet heeft, komt Hem niet toe.

Mocht Gods volk opwaken. Diep geesteloos zijn onze dagen. De onreine geest werkt door. De kracht der verleiding is vreeselijk. De fundamenten worden omgewoeld, de Waarheid Gods verloochend; hoe slap hangen de handen des volks ter neer. Waar is de bekommernis over de breuke van Jozef? Ach hoe zeer wordt ‘s Heeren Geest uitgebluscht. Richt dan weder op, o volk, in Godes kracht, de trage handen en de slappe kniëen; dat we opwaken mochten om onze wegen te onderzoeken en om weder te keeren tot den Heere. De bede der bruid kleve ons aan: “ontwaak gij Noordenwind, en kom gij Zuiderwind, doorwaai mijnen hof, dat zijne specerijen uitvloeien! O dat mijn Liefste tot zijnen hof kwamen en ate van Zijn edele vruchten.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 1954

The Banner of Truth | 16 Pagina's

VAN DEN HEILIGEN GEEST

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 1954

The Banner of Truth | 16 Pagina's