Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET GROOTE DOEL VAN CHRISTUS KOMST OP AARDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GROOTE DOEL VAN CHRISTUS KOMST OP AARDE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En gij weet dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen.”—1 Joh. 3:5a.

De komst van Christus op deze door de zonde vervloekte aarde blijft een heugelijke gebeurtenis. Zelfs onze jaartelling regelt er zich naar en elke poging om daarin verandering te brengen, is mislukt. Het ongeloof en de Godverloochening, hoe driest ook opgetreden, kan niet den naam van Christus uit de geschiedenis uitlichten. De Vader heeft Zijnen Eenigeborene in de wereld gezonden tot een getuigenis allen volken. De Heere der heerlijkheid kwam en vernederde Zich om in het leeuwenhuis in te gaan, in de aanneming van het vleesch en bloed der kinderen, om als Middelaar de zonden Zijns volks weg te nemen. Gods Kerk heeft er gedachtenis van gevierd. De Zone Gods werd mensch. Die Zone Gods is en blijft, werd Zoon des menschen. Die Davids Heere is, werd Davids Zoon. Die de gelijke des Vaders is, werd onzer één, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde. Wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijnen Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou. Hij is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat wij door Zijne armoede zouden rijk gemaakt worden.

Johannes, de apostel der liefde, spreekt van Hem. Uitgeroepen heeft hij: “Want het Leven is geopenbaard en wij hebben het gezien en wij getuigen en verkondingen ulieden dat eeuwige Leven, hetwelk bij den Vader was en ons is geopenbaard.”

Zijne ziel trilt als hij gedachtig is van wat in Bethlehem is geschied. Immers van die openbaring spreekt hij. De Heilige Schrift spreekt van een openbaring die nog toekoemende is en die Gods volk door het geloof verwacht. Dat is die openbaring van Christus in Zijne heerlijkheid, als Hij komen zal om te oordeelen de levenden en de dooden. Maar hier spreekt Johannes van de groote verborgenheid der Godzaligheid: God is geopenbaard in het vleesch. Koning Jezus kwam tot Zijn volk; Hij heeft de ware menschelijke natuur aangenomen. Dat behoorde tot de be-kwaammaking van Zijn Middelaarsambt. Ziel en lichaam moet Hij aannemen, zou Hij de zonden Zijns volks wegnemen kunnen. Want in beiden heeft de mensch gezondigd; daarom in beiden moet de straf der zonden gedragen worden. Onzer één moest Hij zijn, van ons maagschap en geslacht. Niet geopenbaard is Hij, dat God Hem een nieuwe menschelijke natuur geformeerd heeft en Hij dezelve uit den hemel zou hebben medegebracht. Dan ware de troost van Gods volk ijdel. Dan zou Hij de zonden niet hebben kunnen wegnemen. Dan ware Hij een vreemde geweest buiten ons geslacht. Dan ware de hoop van Gods kinderen ijdel. Maar nu, de Zaligheid is uit de vrouw. Werd niet de engel Gabriël tot Maria gezonden, die was uit het huis en geslacht van David? Niet gezonden met een harde boodschap, om Gods ongenoegen te openbaren; neen, hij kwam om genade aan haar bekend te maken, groote, alles overtreffende genade. Gods welbehagen te openbaren om te behouden en niet om te verderven. “De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook dat Heilige, dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden,” zoo heet het tot Maria, terwijl aan Jozef, ondertrouwd met Maria, wordt verklaard, dat Zijn Naam zal zijn Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden.

Zoo is de geborene uit Maria van ons geslacht het ware zaad Davids en nochtans buiten de toerekening van Adams zonde, want dan zou Hij voor eigen zonde hebben moeten betalen en niet de zonden Zijns volks hebben kunnen wegnemen. Alzoo is Hij de ware Immanuël, God met ons. Hij is de eigen, natuurlijke Zoon van God, de Gegenereerde des Vaders van eeuwigheid en de eigen Zoon van Maria, voor zoover het vleesch aangaat, geboren in de volheid des tijds, geopenbaard om de zonden Zijns volks weg te nemen; om de verlossing van schuldigen teweeg te brengen. O gij, die des Heeren doet gedenken, Christus is geopenbaard om de oorzaak van onzen eeuwigen honger en kommer weg te nemen, namelijk de zonden. De zonde in hare schuld en onreinheid. De zonde, die een scheiding maakt tusschen God en Zijn volk. Dan is Hij overgeleverd om onze zonden. Met niets minder kon het. Daartoe is Hij geopenbaard, om langs den weg van lijden en bloedstorting de zonden Zijns volks weg te nemen.

Alle offeranden van ouds vermochten dit niet. Zij waren maar voorbeeldig, louter schaduwen. Het bloed van stieren en bokken kan de zonden niet wegnemen. Die prijs is te gering om een verloren volk los te koopen uit de zonden. Dat rantsoen is te weinig om een heilig en rechtvaardig God te bevredigen. En de asch van de verbrande roode koe vermengd met levend water vermocht niet onze consciëntie te reinigen van doode werken des vleesches.

O, dat wegnemen van de zonden. Geen enkel creatuur was daartoe bekwaam. Dit vermocht alleen Hij, Die met Zijn hart is Borg geworden om voor Zijn volk tot God te genaken om door volkomene betaling de zonden weg te nemen. Hoe verblijdde Hij Zich in dien dag. Hoe gewillig was Hij daartoe. Hij had de volle losprijs gereed. Hij heiligde Zichzelven voor de Zijnen. Hij maakte vanaf Bethlehems kribbe ziel en lichaam gereed om als een offerande op het altaar des kruises verbrand te worden. Hij is het ware zond- en schuldoffer, Die met eene offerande in eeuwigheid volmaakt heeft, degenen die geheiligd worden.

O, dat wegnemen van de zonden. Hij nam ze op Zich om ze voor eeuwig weg te dragen, dat ze niet meer gevonden kunnen worden. Wie vermocht het oneindig gewicht van Sions zonden in hare schuld te dragen? De gansche schepping zou bezweken hebben. Nam Simson de poorten van de stad Gaza met hare sloten en grendelen op zijne schouders, meer dan Simson is hier. Maakt de zonde scheiding tusschen God en Zijn volk, Hij is geopenbaard om die scheiding weg te nemen en weer tot God te brengen. Brengt de zonde onder toorn en vloek, Hij is geopenbaard om van toorn en vloek te verlossen. Brengt de zonde elk van Adam onder een onbetaalbare schuld, Hij is geopenbaard om Zijne ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Heeft de zonde elk mensch naar ziel en lichaam verdorven, Hij is geopenbaard om Zich een eigen volk te reinigen, ijverig in goede werken.

Is de zonde een wet in onze leden, die ons gevangen houdt, Hij is geopenbaard om de wet der zonde te verbreken en de wet des Geestes des levens in Hem in te schrijven in het binnenste. Geeft de zonde een kortstondig schijnvermaak met wroeging en naberouw tot een eeuwig verderf voor al hare liefhebbers, Christus is geopenbaard om Zijne liefhebbers te doen beerven dat bestendig is, vervult al hunne schatkameren en geeft te leven in de hoop der heerlijkheid, want Hij geeft Zijne schapen het eeuwig leven en zij zullen niet verloren gaan. Om dit alles is Hij voor een schuldig volk zoo dierbaar. Hij is het die de klove heelt, door de zonde geslagen.

Maar wie heeft Zijn prediking geloofd en aan wien is de arm des Heeren geopenbaard? Hoe weinigen in de eerste wereld. Hoe klein het getal onder Israël. De meesten zijn verhard geworden. En nu? Wie toch vraagt naar den Heere en Zijne sterkte? Wie zoekt Zijn aangezicht geduriglijk? Wie heeft lust in die zalige wetenschap, in het bevindelijk kennen Christi? Helaas, hoe is de gansche aarde vervult met wrevel. De vrede is weggenomen onder de kinderen der men-schen, omdat men Hem verwerpt, Die alleen vrede aanbrengen kan. Ongeloof en goddeloosheid, lichtzinnigheid en spot, zorgeloosheid en vleesche-lijke gerustheid, satansdienst en zondelust, afgodendienst en een godsdienst naar het vleesch vervult de harten der menschenkinderen. Wat de profeet van Israël zegt is waar van het belijdend Christendom in het algemeen: “Er is niemand die Uwen Naam aanroept, die zich opmaakt dat hij U aangrijpe.” En die daarin waarlijk Zijn lust en leven vinden mag, is een spot en smaad.

Neen, zulk een Middelaar, Die geopenbaard is om de zonde weg te nemen, begeert ons hart niet. Voor Hem is er geen plaats, tenzij we aan onszelf worden ontdekt en Hem leeren kennen, Die geopenbaard is om de zonden weg te nemen.

0 zondaar, heden, terwijl gij Zijne stem nog hoort, bedenk wat tot uwen vrede dient, eer het besluit bare. Stel u toch niet gerust met een wetenschap die niet meer is dan een bloot historische en beschouwende kennis, welke ons hart niet raakt. Duizenden zullen teleurgesteld uitkomen. Wij kunnen ons gedrag veranderen. Van een spotter in een rechtzinnige belijder. Van een zonde dienaar een ijveraar, gelijk een Jehu. Schoone gebedsgaven hebben, rechtzinnige bevattingen, voorgangers en predikers zijn en daarin rusten met vermaak. Toch, dit redt ons niet van den dood en verlost niet van de zonde. De wetenschap der heiligen is van een anderen aard.

Zij is een hartelijke, bevindelijke kennis, die ons vernedert voor God. Hoe gelukkig als we ons schuldig kennen des eeuwigen oordeels. De breuk onzes harten gevoelen en den toorn Gods die op ons ligt. Niet dat die ervaring zoo aangenaam is, want zij brengt ons in grooten nood. En die nood der ziele doet het uitroepen voor God. Aan hen zal Hij worden geopenbaard. God heeft hulp besteld bij eenen Held, Die verlossen kan. Er is hope voor het door schuld verslagen volk. Het mag moed scheppen uit Zijn eigen Woord: Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen. Ruste onze ziel niet tot Hij ook in ons geopenbaard worde, om in Hem de vergeving onzer zonden te smaken en in Hem vrede te vinden, die vrede die alle verstand te boven gaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1956

The Banner of Truth | 16 Pagina's

HET GROOTE DOEL VAN CHRISTUS KOMST OP AARDE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1956

The Banner of Truth | 16 Pagina's