DAVIDS STERKTE
Doch David sterkte zich in de Heer e zijn God. (1 Sam. 30:6b).
Het leven van David, alsmede van al Gods volk, gaat op aarde niet altijd door een weg van rozen. Het gaat veelal door druk en kruis, zoals de Heere Jezus hen dit ook voorzegd heeft.
Zo was ook het leven van David, alsmede van Job en zoveel andere bijbelheiligen. Wordt David achtervolgd door Saul, onder de regering van Achis had hij een plaatsje ter woning te Ziklag gekregen alwaar hij rustig zou kunnen wonen. Maar wat gebeurt er? Terwijl David met zijn mannen Ziklag kwam te verlaten, om zich bij het leger der Filistijnen te voegen, werd hij door de legerhoofden weer huiswaarts gedreven, omdat zij him niet vertrouwden. En hoe vindt David nu die stad? In een droeve toestand. De vijanden hadden een inval gedaan en alles in brand gestoken, waarbij zij de vrouwen en kinderen, zelfs alles wat van hun gading was, weggevoerd hadden. David had Ziklag ook weerloos moeten achterlaten, waardoor dan ook het volk vergramd sprak om David te stenigen. Het was een bang ogenblik voor David. Nu, al Gods volk kent ook in hun leven bange tijden en moet menigmaal ervaren, dat de schuld daarvan bij hen ligt.
Wat deed David? Zal hij trachten zelf de zaak weer te herstellen? Neen, David had een Toevlucht naar boven. O, wat een voorrecht. Die weg kon de vijand voor hem niet afsnijden, maar staat voor al het volk des Heeren altijd open. En in die bange toestand, waarin ook David zich bevindt, mocht hij zich sterken in de Heere zijn God en Hem zijn noden en behoeften bekend maken. David mocht afzien van alles wat buiten God was, Die het voor ons in alles met Zichzelf wel maakt en ook kracht en sterkte wil verlenen in alle wegen, die wij moeten doorleven. Hij heeft nooit gezegd: Zoek Mijn aangezicht tevergeefs. Ook dit mocht David ondervinden, wanneer hij zijn ziel aanspreekt in Psalm 42:6: „Wat buigt gij u neder, o mijne ziel! en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts. Dit doet dan ook bij tijden Gods volk hun hoofd naar boven heffen.
Wat een voorrecht bezit dat volk. De werelding moet alles met zichzelf doorworstelen. Gods volk heeft een toevlucht naar boven. Zij mogen zelfs bij tijden wel instemmen met de dichter:
In de grootste smarten,
Blijven onze harten,
In de Heer’ gerust.
Mag David zich sterken in de Heere zijn God, dan geeft ons dit te kennen, dat die God zijn God was. Dit was ook de keus van Ruth, toen zij met Naomi het land der Moabieten ging verlaten. Nu, dit is ook de keus van al dat volk, wanneer zij met hun hart en ziel de wereld met al haar begeerlijkheden verlaten en vaarwel komen te zeggen. Dan verbinden zij zich ook aan de Heere en Zijn zalige liefdedienst. Zij willen met het volk van die God leven en ook sterven, Maar mag David zich sterken in de Heere zijn God, dan geeft dit ons ook te kennen een meerdere trap in de genadeweg en wel, dat die getrouwe Verbonds-God Zich aan David had kwijt geschonken, Die hij dan ook met zijn geloofsarmen had mogen omhelzen als die God, Die hij zou eren met Psalmen van de zoetste toon: Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd is en bewaard is.
O, mijn waarde lezer, wat een voorrecht zulk een God tot zijn eigendom te mogen bezitten. Die mogen dan ook wel mede instemmen met zeker dichter: Weg, wereld, weg, schatten, Gij kunt niet bevatten, Hoe rijk of ik ben Ik heb alles verloren, Maar Jezus verkoren, Wiens eigen ik ben. Dat is dan ook de enige troost, beide in leven en sterven, waarop de onderwijzer in de eerste Zondag van de Catechismus ons wijst.
Het zou dan ook een voorrecht zijn wanneer dit ons streven mocht zijn, om in alle omstandigheden die wij doorleven, ons vertrouwen op Hem te stellen en met en door die dierbare Heere Jezus zulk een schat te hebben in de hemel, die de vijanden ons niet kunnen ontroven. Ik herinner mij nog van een godzalig man, die niet rijk was in de wereld, maar wel in God en van zijn kapitaal in de hemel verzekering wegdroeg. O, wat mocht hij bij tijden daarmede verblijd zijn en zich daarin beroemen. Hij is dan ook met die volle troost en met een blik in de toekomende heerlijkheid heengegaan. Gods volk, al zijn zij vaak arm in de wereld, heeft een schat in de hemel, die geen vijand hen kan ontroven. Spoedig krijgen zij hemel en aarde in vol bezit.
Nu, mijn waarde lezer, mocht de Heere dit weinige met Zijn zegen achtervolgen en onze harten opwekken tot Zijn volzalige liefdedienst, die niemand heeft verdroten. Die zij onze wens en bede.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1964
The Banner of Truth | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1964
The Banner of Truth | 8 Pagina's