Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET WONDER VAN IMMANUEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET WONDER VAN IMMANUEL

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Happy is the man that feareth alway; but he that hardeneth his heart shall fall into mischief.

Proverbs 28:14

“Men noemt Zijn naam wonderlijk”. Jes. 9:5

Part II

Wonderlijk is de naam van Hem, Die naar de belofte Gods, uit den zade Davids te Bethlehem geboren is. In het hooge Noorden des lands woonde een arme nakomelinge van David, in het geringe Nazareth, dat in het Oude Testament niet eens wordt genoemd; gelegen in het verachte GaUlea. Uit het verachtste der verachte streek kwam Maria, de gezegende onder de vrouwen. In diepe vernedering is de Zone Gods ontvangen in ons vleesch. O, niemand is te veracht naar de wereld, die in Hem geen verlossing zou kunnen verkrijgen. En door Zijn diepe vernedering mag Gods volk wel zingen:

Wie mij veracht, God wou mij niet verachten.

Echter niet in Nazareth, maar in Bethlehem moest de Messias geboren worden, gelijk Micha had geprofeteerd: “En gij, Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een heerscher zal zijn in Israel en Wiens uitgangen zijn van ouds van de dagen der eeuwigheid”. In Bethlehems geslachtsregisters moest vereeuwigd worden, dat Christus uit den zade Davids was naar het vleesch. Al sloeg niemand ter wereld er acht op dat Nazareth onder zijn bewoners een telg van den koningsstam telde, thans zouden de geslachtsregisters in Davids stad het aanteekenen, tot verzegeling daarvan, dat God waarachtig is en geen van Zijn woorden op de aarde vallen zal.

Doch hoe zou de arme Maria, en dan nog wel onder zulke omstandigheden als deze verkeerde, de groote en bezwaarlijke reis van het Noorden naar het Zuiden des lands ondernemen? Heeft zij zelf daartoe besloten; om iets bij te dragen tot vervulling van Gods beloften? Neen, O neen! God vervult Zijn beloften zelf, met uitsluiting van de medewerking Zijns volks. Lees geheel den Bijbel door en gij zult het vinden, dat elke belofte is vervuld, door den weg van onmogelijkheid van ‘s menschen-kant en met vernietiging van alle menschen-help. Gods volk moet de belofte niet alleen van den Heere ontvangen, maar ook de vervulling van Hem verkrijgen, op Zijn tijd en naar Zijn welbehagen. Tot die vervulling dragen zij niet

een zucht, niet een traan bij. Zij vallen er buiten en God wordt in hen verheerlijkt door Zijn eigen werk. Dit doet hen menigmaal vreezen, als zouden Gods beloften haar vervulling missen. Maar de dag komt, dat de Heere vervult wat Hij beloofd heeft. Dan zullen zij Zijn Naam prijzen en uitroepen: die naam is Wonderlijk. Maria trok niet eigener beweging op naar Bethlehem. Wonderlijk handelde de Heere ook in dezen. Er ging toch ‘n gebod uit van den keizer Augustus, dat de geheele wereld beschreven zou worden, en door dit gebod dwingt de machtige wereld-despoot Maria, om naar de Stad Davids te gaan, om beschreven te worden. Zij is waaarschijn-lijk een erfdochter, die op haar eigen naam inge-schreven moet worden. Daarom is het niet voldoende, dat Jozef opgaat naar Bethlehem, maar moet zij mede optrekken.

Wonderlijk toch, de wegen des Heeren! De keizer denkt aan de belofte Gods niet, die thans vervuld moet worden; voor hem is die verborgen. Hij wil de Volkeren, over wie hij den schepter zwaait, teilen en hun Vermogens schatten. Nieuwe belastingen kan hij dan berekenen en op leggen en nieuwe legerscharen kan hij vormen tot bevestiging en vermeerdering van zijn macht. Daartoe gaat dit gebod van hem uit. Het brengt beroering in geheel de wereld; murmureerend zullen de Volkeren zich de overheersching van dezen geweldenaar slechts onderwerpen. De volvoering van dit keizerlijk gebod heeft zelf eerst later plaats gevonden, toen Cyrenius over Syrie stadhouder was. Maar dat toont slechts te klaarder, dat Gods besturing over dit gebod ging. Wat er van die beschrijving over geheel de wereld terecht komt voor Augustus, is niet de eerste vraag. Dit gebod moest zijn werk doen, opdat Gods raad zal volbracht worden aangaande de geboorte van Immanuel in Bethlehem.

God regeert. Hij stelt de machtigen der aarde, zelfs satan met al diens woeden, dienstbaar aan Zijn wil, tot vervulling van Zijn beloften. O, wonderdoend God! Alle dingen zullen medewerken ten goede, dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. De hardste bevelen der Overheden, zal God besturen ten nutte van Zijn volk. Al ware het volle geheim voor Maria nog verborgen, zij werd genoodzaakt naar Bethlehem te reizen, opdat daar hare dagen vervuld werden, dat zij baren zoude. Neen, dat was geen toeval. Het alles is van God bestuurd, naar Zijn onveranderlijken raad en naar de gegeven beloften, die haar vervulling niet konden missen. En in deze wonderlijke besturing en heer-schappij Gods over den wereldmonarch ligt nu het onderpand voor al Gods volk van de regeering des Heeren Heeren ten goede van al Zijn uitverkorenen. Hoe donker ooit Gods weg moog wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vreezen.

Hij zal alle wegen doen uitloopen op Christus tot verheerlijking van Zijn wonderlijken naam. Door bange wereldweeen heen, gaat de kerke Gods haar heerlijkheid met Christus tegemoet. Het gebod des keizers mocht de wereld beroeren, het deed ook Maria optrekken naar Bethlehem, opdat daar, naar Gods belofte, de Messias zou voortgebracht, opdat in de stad Davids het eeuwig pardon van den hemel zou klinken voor doemwaardige zondaren.

En welke beroeringen, en oorlogen en verdere weeen de bevelen van keizers en koningen ook over de wereld brengen, al deze bevelen zijn slechts dienstbaar aan de vervulling van het eeuwig heil der uitverkorenen in Christus. O, het mocht Gods volk in deze bange oorlogsdagen wel bemoedigen. Zie over den oorlog heen! Deze beroere ons niet al te zeer; zelfs niet, al werd Nederland in den krijg betrokken; God zou aan ons geen onrecht doen. Maar ook al verschoonde Zijn hand ons niet langer; al woedde zelfs op onze erve den krijg en al zouden onze akkers worden plat getreden en onze zonen naar het slagveld gevoerd, dan nog, te midden van de onbeschrijfelijkste eilende, worde uw hart, o volk van God, niet ontroerd. De Heere bestuurt het alles u ten goede en tot verheerlijking van Zijn naam in Christus. Laat satan woeden en op uw ziele aanvallen; de wereld en de zonde u benauwen, God staat boven het bruisen der wateren! Gij zult Zijn naam Wonderlijk noemen, want Hij handelt wonderlijk en niet een van Zijn woorden zal op de aarde vallen.

Wonderlijk is Hij in de vervulling van Zijn beloften. In Bethlehem treden al die beloften in vervulling in Hem, in Wien deze ja en amen zijn, Gode tot heerlij kheid. Zelf heeft de Heere eerst de belofte aangaande Christus van den hemel afgekondigd, en daarna honderdvoudig herhaald door Zijne knechten, de profeten. Steeds nauwkeuriger werd Zijn geboorte bepaald. In de moederbelofte heete Hij het zaad der vrouw en is geheel het menschelijk geslacht aangewezen, waartoe Hij zal behooren. In den zondvloed beperkt zich de belofte tot Sem en vallen twee-derden, n.l. de geslachten van Japheth en Cham af. Weldra wordt Abraham alleen geroepen en uit zijn zaad de Messias bepaald. Een der twaalf stammen Israels wordt door den stervenden Jacob aangewezen, als drager der belofte en uit Juda is David en uit geheel Kanaan Bethlehem door de profetie vermeid om den Christus Gods te ontvangen. Wonderlijk zal de naam genoemd worden van het kind dat geboren; van den Zoon, Die gegeven wordt. Wonderlijk vanwege de vervulling der beloften. Daarin is een steeds klaarder aanwijzing van de Christus en Zijn komst. Zie, zoo wil God Zijn volk door de beloften leiden. Let er op, of zij u gedurig meer Christus openbaren in Zijn gezegende Middelaarsbediening. Hij is de groote inhoud der beloften en deze alle loopen op Hem uit. God spreekt naar Zijn beloften tot Zijn volk niet in het duister. Er zijn menschen, die de eene belofte na de andere zich toeeigenen, zonder echter de minste kennis van den inhoud, noch ook maar iets van Christus te zien. Maar als de Heere de beloften van Zijn Woord Zijn volk toeeigent, ontdekt Hij Christus en wanneer Hij de beloften vernieuwd en vermeerdert voert Hij de Zijnen te meer tot Christus, Die in steeds schooner glans den Zijnen verschijnt, om in het einde geboren te worden naar de beloften. En in dat alles handelt de Heere wonderlijk. Hij maakt de vervulling der beloften een wonder, waarvan de kerke Gods eeuwig zingen zal. O, zoo mochten de hopenden op des Heeren toezeg-ging in den Kerstijd van Gods wonderen zingen. Van het wonder, dat hun ziel gered werd van den dood en met God verzoend, door Hem, Die als het vrouwenzaad geboren werd te Bethlehem. Hem hebben Adam en Eva; Abel en Seth; Enos en Henoch; Lamech en Noach door het geloof omhelsd. Abraham heeft met verheuging Zijn dag gezien. Jacob is in Hem gerechtvaardigd en door Hem overwinnaar geworden aan de Jabbok. Al de ceremonien van Israel wezen op Hem. Melchizedek, schaduwde Hem af, als Priester-Koning. In David werd Zijn zegepralende heerschappij vertoond; in Salomo Zijn eeuwige heerlijkheid. Hij is gedragen in de lendenen van Israel en door de diepste wegen heen gekomen ter bestemde plaats, om de zonden Zijns volks weg te nemen en een eeuwige vrede te schenken tusschen een vertoornd God en den uitverkorene, doch doemwaardige zondaar. Het Kerstfeest is het feest der vervulling van het beloofde vrouwenzaad. O, dat Gods volk Zijn naam Wonderlijk noeme en in Hem ruste vinde. Zou hun ziele Hem niet zoeken, om alles in Hem te hebben, wat tot hun vrede dient?

Wonderlijk zal men Zijn naam noemen, Die geboren werd in een stal; Die in doeken werd gewonden en nedergelegd in de kribbe. Hij, de God der goden; de Heere der heeren; de gezalfde Koning over Sion, den berg van Gods heiligheid, Hij werd geboren in de diepste vernedering en armoede.

Geen paleis ware te bouwen, waardig om Hem te ontvangen; en zie, Hij is gekomen in een beestenstal. Geen plaats was voor Hem in de herberg. Daar was plaats voor ieder, maar niet voor Hem. Zoo is het nog in geheel de wereld; en zoo is het ook in onze harten van nature. Voor den eenigen en waarachtigen Zaligmaker is daar geen plaats. Wij zijn vol van wat de wereld biedt; vol van zonden en zorgen. Maar voor Christus zijn de deuren van ons hart gesloten. Doch Hij bereidt Zich Zelf een plaats voor Zijne komst, naar den rijkdom Zijner genade. Wonderlijk is Zijn naam.

In een beestenstal; in een kribbe ligt de Zone Gods neder in ons vleesch. Wonderlijke tegenstelling; de Hemelkoning in een kribbe! Arm, ja armer kon het niet. Hij, Die rijk was, is arm geworden, opdat Hij Zijn volk eeuwig rijk maken zou. Hij is gekomen in de plaats van Zijn arme volk. Zij zijn schuldenaren voor God; beladen met erf en dadelijke zonden, schuldenaren tot den eeuwigen dood en zij hebben geen kwadrantpenning om te betalen. Hun gerechtigheden zijn zelfs verfoeilijk voor God,. als een wegwerpelijk kleed. Maar Christus ging in hun plaats in en werd arm; Hij kwam, beladen met hun schuld en belast met hun zonden, dat is Zijn armoede, Uit eeuwige liefde legde Hij Zijn heerlijkheid af, hoewel Hij waarachtig en eeuwig en volheerlijk God was en bleef, maar Hij verbergde Zijn heerlijkheid achter het voorhangsel van Zijn menschelijke natuur en werd arm, om al de schuld der Zijnen eeuwig weg te nemen en hun zonden te werpen in een zee van vergetelheid. Daarom hebben de engelen gezongen: Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in de menschen een welbehagen. Met behoud van Gods deugden zullen de uitverkorenen met God worden verzoend, Zijn Naam ter eeuwige eere.

Geheel het menschelijk geslacht is in Adam verzonken tot de armoede, vervreemd van God en beladen met de schuld, waarom zij gevonnist zijn tot den eeuwigen dood. Wij meenen echter rijk en verrijkt te zijn en geen dings gebrek te hebben. Daarom is Christus den Jood een ergernis en de Griek een dwaasheid. De geheele wereld moge Kerstfeest vieren met kerstboom en wereldvreugd, maar niemand wil in waarheid buigen voor den Geborene in een stal, tenzij God hem van zijn armoede overtuigt en de oogen opent voor zijn ellendestaat.

En zie, dat is nu Gods werk in Zijn volk. Hij zal Zich doen overblijven een ellendig en arm volk. Ellendig en arm vanwege de zonden tegen God begaan; ellendig en arm omdat niemand hun ziel redden kan van den dood en alles te kort schiet om hun schuld bij God te voldoen. Ellendig en arm wordt dat volk meer en meer, naarmate God de Heilige Geest hen aan zichzelven bekend maakt. Voor hun schuld hebben zij geen kwadrantpenning en tot hun heiligmaking geen krachten.

Maar o wonder! Christus kwam arm, in een beestenstal; in doeken gewonden; liggende in de kribbe! Hier is raad voor de armen van geest! Zijn naam is Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst!

O, arme medereiziger naar de eeuwigheid, moge God uw oogen openen voor den staat uwer eilende. Menig Kerstfeest hebt gij gevierd, maar gij weigerdet om als ‘n arme tot Christus te komen. Hoe lang nog? Is het de laatste maal misschien, dat het Kerst-wonder U verkondigd is? Zal de arme Zaligmaker u straks verschijnen als de Leeuw uit Juda’s stam, Die op u zal aanvallen als een leeuw die van jongen beroofd is en als een jonge leeuw, die brult tot zijn buit? Nog is het het heden der genade; nog de welaangename tijd; nog de dag der zaligheid. Moge de verkondiging van Hem, Wiens naam Wonderlijk is, u dienen om u te overreden van uw ellendestaat, opdat gij door Zijn armoede rijk zoudt worden ter zaligheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

The Banner of Truth | 20 Pagina's

HET WONDER VAN IMMANUEL

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

The Banner of Truth | 20 Pagina's