Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP

4 minuten leestijd

Openbaring 3:20a

Uit deze waarheid blijkt wel hoe droevig het gesteld is met de mens. Dat onze harten van nature gesloten zijn voor Christus en voor de genade Gods. Daar is niet een mens, die van zichzelf zijn hart openen zal voor de Heere, tenzij de Almachtige kracht Gods dit werkt. Dit alles is een gevolg van onze droevige val in Adam.

Wat een genade als Gods Geest in ons werkt, beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, zodat wij leren mogen onze onmacht en onwil en dat onze onmacht wordt een gans onwillige onmacht. Ons hart staat van nature open voor alles wat de wereld biedt en geeft. Maar voor de Heere is het gesloten. Wij lezen duidelijk in de waarheid, dat Christus gekomen is tot de Zijnen en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Was Hij niet afgebeeld in al de offeranden en typen van de wet? Zijn daden vertelden het volk van Israel wie Hij was, en vanwaar Hij kwam; nochtans vond Christus de deur huns harten gesloten, uitgezonderd dergenen wier harten werden geopend door de almachtige kracht Gods in de weg des geloofs, want die hebben Hem aangenomen door het geloof.

Daarom, hoe noodzakelijk is het te onderzoeken bij het licht van Gods Woord, de redenen en middelen waardoor ons hart gesloten is voor de waarheid. Geliefde lezer, het zijn teveel om op te noemen. Ongeloof, hoogmoed, eigen eer, eigen liefde, de zonde, enz. Daarbij onwetendheid, daar wij de sleutel der kennis verloren hebben in onze diepste val. Zeide Christus niet tot de Samaritaanse vrouw: “Indien gij de gave Gods kendet, en Wie Hij is, Die tot u zegt: Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem begeerd hebben, en Hij zou u levend water gegeven hebben?” De zegeningen en de oordelen Gods kunnen het hart niet openen, tenzij zij door Gods Geest geheiligd worden tot de opening van de deur van ons hart. De goedheid, barmhartigheid, lankmoedigheid, de rechtvaardigheid Gods, ja, zij zouden ons moeten leiden tot bekering. Nochtans het is Gods Geest die de ijzeren deuren en koperen grendelen des harten kan verbreken.

Doch hoe droevig is de staat des mensen van nature. Christus zegt: “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop.” En hoe vele malen is er geklopt aan de deur van ons hart? Geliefde lezer, ga terug in uw leven: is er niet geklopt? Door ziekten, ongevallen, sterfgevallen, uitreddingen, zegeningen, en inzonderheid wel dat wij leven onder het licht van Gods Woord. Van sabbat tot sabbat door het gepredikte of gelezen Woord Gods, en de vele arbeid die er in Gods Kerk verricht wordt. En ook door het verschijnen van de kerkbode, door degenen die daaraan meewerken.

Wij hebben dus een grote verantwoordelijkheid op weg en reis naar de eeuwigheid. Dat de bede onzer harten zijn mag, dat de Heere dit heerlijke en souvereine werk der genade in ons werke in de opening van ons hart, indien wij dit missen. Jong en oud, er wordt nog aan de deur geklopt van uw hart. Smeek God of Hij uw hart wil openen en in uw hart wil komen werken door Zijn lieve Geest. Opdat er ook van u gezegd mag worden, gelijk het was toen het hart van Zacheus was geopend door Christus: “Heden is dezen huize zaligheid geschied.”

En waar ons hart door genade is geopend, daar heben wij nodig de gedurige opening, dat Christus, Die klopt aan de deur van ons hart, inkomt met Zijn liefde, om al ongeloof, koudheid, lallwheid, dorheid, lusteloosheid, liefdeloosheid, ja alles wat van ons is te verdrijven, opdat wij de troost die uit dat verheerlijkte werk van Gods Geest vloeit mogen ervaren. Want het is door de liefde van Hem, Die klopt aan de deur van ons hart en intrek neemt in ons hart, dat het vermaak van al hetgeen Hem mishaagt, uit onze harten verdreven wordt. De Heere vatte ons bij hart en hand opdat de vrucht gezien mag worden van het vaste doel des harten, om Hem niet te laten gaan, tenzij Hij ons zegene.


DE TAAL VAN EEN ZWARTE

Mijn zwarte huid doet niemand kwaad
Schoon ‘t hier te land vrij leelijk staat.
Maar wee hem, die hier zwart van zonden
Wordt in zijn blanke vel gevonden.
Wat schaadt het mij? ‘k ben zwart gezegend;
Maar ‘k ben met Jezus’ bloed besprengd,
En ‘k zal hierna toch eeuwig blinken
Schoon dat ik zwart in ‘t graf moet zinken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1985

The Banner of Truth | 20 Pagina's

ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1985

The Banner of Truth | 20 Pagina's