Goede Vrijdag
“Alwaar zij Hem kruisten….”—Johannes 19:18a
Met Goede Vrijdag worden de zeven lijdensweken, voorafgaande aan Pasen, in het kerkelijk jaar afgesloten. Het is de dag waarop het heilsfeit van het sterven van de Borg en Middelaar wordt herdacht. Ook één dezer dagen zullen we, zo de Heere wil en wij leven, bij dat sterven worden bepaald. Hoe Christus is gestorven vermeldt ons bovenstaand tekstgedeelte. Levende op de erve en onder de bediening des ver-bonds, staan we in figuurlijke zin, niet enkel op Goede Vrijdag, maar gedurig onder de prediking van het Evangelie des Kruises aan de voeten van dat kruis. Wat een voorrecht enerzijds, maar welke verantwoordelijkheid anderzijds. Dicht bij het kruis te staan en dan toch zover van de Gekruisigde.
Zal het heil van dit heilsfeit ons deel zijn, dan moeten we door Gods werk in ons hart en leven verstaan het werk Gods buiten ons in de Gekruisigde aangebracht en volbracht. Dan zo noodzakelijk deel te hebben aan de gekruisigde Borg en Middelaar om te mogen delen in die dierbare Zoen-, Borg- en Kruisgerechtigheid, door Zijn sterven aangebracht, omdat dit ons alleen kan redden van de dood. Zegt niet God in Zijn Woord: Het woord des kruises is wel degenen die verloren gaan, dwaasheid, maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. Wel dicht bij het kruis te kunnen staan en onder de prediking van de Gekruisigde, vijanden des kruises van Christus te blijven. Het is ieder zo nodig recht te verstaan dat Christus Zijn leven afgelegd heeft, en gestorven is aan het kruis.
In de Gekruisigde openbaart zich de wijsheid Gods: welke de weg heeft uit kunnen denken om verlorenen to zaligen; maar ook de liefde Gods: de Heere heeft Zijn eniggeboren Zoon niet gespaard, maar Deze willen overgeven tot de dood des kruises, opdat aan de geschonden gerechtigheid volkomen genoegdoening werd gedaan en nu bevredigd Sion door recht zal verlossen tot verheerlijking van al Zijn deugden. Het kruis wijst ons op de gebroken verhouding welke door het kruis is hersteld. Nimmer zullen we de Gekruisigde begeren, als we niet eerst hebben gezien dat wij onverzoend met God voortleven van nature. Als wij niet kennen en weten dat wij de verhouding, die in de staat der rechtheid ons deel was, hebben verbroken, zullen we nooit uitzien naar de herstelling noch naar de Hersteller.
Wanneer dat waarlijk beleefd wordt, dan wordt er met Gods kinderen van alle eeuwen en nu een uitzien, een verlangen, een begeeren geboren naar verzoening en herstelling. Wanneer door het licht des Geestes bovenstaand schriftgedeelte worde verstaan, dan wordt de zondaar op het diepst vernederd, vanwege de schrikkelijkheid zijner zonden, maar ook God op het hoogst verheerlijkt, waar eer Hij de zonde ongestraft liet blijven Hij die aan Zijn lieven Zoon, Jezus Christus, met de bittere en smadelijke dood des kruises gestraft heeft.
Aan het kruis is de Borg in de ontzettende Gods verlating op een geheel enige wijze eenzaam geweest. Alleen gelaten met de zonden der Zijnen beladen onder de fiolen van Gods rechtvaardige toorn. Daar daalde Hij voor de Zijnen in de allerdiepste vernedering ter helle neder. Allen hebben we de gemeenschap Gods verloren in onze val en door onze dadelijke zonden en zijn derhalve des doodswaardig. Wanneer dat werkelijkheid wordt in ons leven, dan zal bij het zien van al het ongenoegzame van onze zijde en het vruchteloze van al onze pogingen het oog worden ontsloten voor de vrede en herstelling door het bloed des kruises. Waar in of uit de mens nooit een weg was om met God verzoend te worden, noch voor één zonde betaald kan worden, heeft Hij willen betalen met Zijn eigen bloed aan ket kruis vergoten tot verzoening van velen.
Er was niets in de mens wat Hem verplichte, maar Hij heeft alles vrijwillig volbracht tot eer Gods en uit liefde tot Zijn verloren schapen. En dat verzoenend lijden en sterven van de Gekruisigde is door het eeuwig welbehagen Gods nader bepaald. Al is dat de alge-noegzaamheid van Christus sterven aan het kruis zo groot en van oneindige waarde is, dat door Zijn kruisiging wel de hele wereld zalig zou kunnen worden, de vrucht daarvan zal zich uitstrekken tot de Hem gegevene Zijns Vaders.
Heeft nu het kruis en de Gekruisigde waarde in uw leven gekregen? Dan zullen ook de kruiswegen u niet vreemd zijn, want Hij zegt: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloo-chene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op; en volge Mij. De weg van Gods kind gaat door een weg van lijden en sterven, namelijk één hartelijk leedwezen, dat ze God door hun zonden vertoornd hebben. Dat is niet een keer maar gedurig, wanneer ze leren verliezen alles waarop ze hun hoop en verwachting bouwden. Want in onszelf is geen bestaansrecht voor God.
Hoe pijnlijk maar ook hoe nodig is het dit te leren opdat de Gekruisifgte een gestalte in ons verkrijgen zou. Gelukkig die ontdekt worden, dat ze in de donkerheid der ziel, wanneer in de nachten van duisternis de zonden hen beschuldigen en het recht Gods op hun ziel weegt, zij buiten Hem niet meer leven kunnen en verlangen, om in de Gekruisigde gevonden te worden, die met de misdadigers wilde gerekend worden en voor overtreders gebeden heeft. Wanneer Hij in ons leven een gestalte verkrijgt zal door Zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven worden, want Zijn dood is de grond van het leven van Gods kinderen, maar Zijn leven wordt de dood van de boze lusten de vleses.
Rev. J.C. Weststrate is pastor of the Gereformeerde Gemeente (Netherlands Reformed Congregation) at ‘s-Graven-polder, the Netherlands.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's