Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geheiligd Weten (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Geheiligd Weten (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En wij weten dat degenen, die God Hefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.”

Weest dan niet al te beangstigend of bedroefd over alle deze dingen die u overkomen. Het zijn de goddelijke leidingen met Zijn kind tot de zaligheid. In eigen kracht zullen de leden die op aarde zijn nooit gedood worden. Is dat uw smart en verdriet, of hebt ge door genade een lust gekregen in de doding van de zonde en in de afsterving van uw verdorven vlees, dat ge dag en nacht omdraagt? Dan moogt u aanvaarden al deze dingen, die de Heere voor u nodig acht en daarom ook in zulke wegen leidt. In zulke dingen wordt Gods volk afgebracht van hun eigen dwaalwegen, waarin ze in de weg der zaligheid toch enige Verdienste of waardigheid zoeken als grond in zichzelf of anderen. Daarvan afgebracht, of tot betere terechtgebracht, door alle deze dingen zal de dierbaarheid, gepastheid, en noodzakelijkheid van Christus meer worden begeerd, om in die volkomen Borg en Middelaar te worden gevonden en Hij een gestalte in hen verkrijge, met verlies van al het hunne.

In deze tekst blinkt uit de wijsheid en liefde van die getrouwe God des Eeds en des Verbonds, die nooit zal laten varen het werk Zijner handen.

Hij is de hoop Zijner ellendige, wanneer er voor de Zijnen in zichzelf niets meer te hopen is. Hij is de Rotssteen wiens werk volkomen, als hun eigen werk bij de handen wordt afgebroken.

Al wat de Heere doet zal juichen tot Zijn eer en de verheerlijking van Zijn Naam — het hoogste goed van elk van Gods kinderen.

Het goed van deze wereld doet geen nut ten dage der verbolgenheid.

Nog zijnde in het heden der genade, schenke de Heere ons dat we Hem zouden zoeken als het hoogste goed, terwijl Hij nog te vinden is.

Dat deed Paulus uitroepen: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard?

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons liefgehad heeft.”

Voor wie alle dingen medewerken ten goede wordt ons duidelijk in Gods Woord gezegt. Dat houdt ook in voor wie alle dingen medewerken ten kwade.

Dit brenge ons genadiglijk tot onderzoek met een Petrus: “Heere Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U liefheb.”

Wie kan dan zalig worden? Hoort het antwoord uit de mond der Waarheid.

Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.


Kinderbede Tot God

O Heilig en Drieënig God,
Ik ben in Uwen Naam getekend,
In mijnen doop, laat mij dan tot
Uw kind en erve zijn gerekend.

’t Gedichtsei van mijn hart is boos,
Ik ben in zonde al geboren.
Tot kwaad genegen, zorgeloos,
In de natuur een kind van toorn.

Mijn lust is steeds in ijdelheid,
Ik dwale heen op kwade wegen,
Tot ondeugd ben ik haast verleid,
Maar tot het goede ongenegen.

Ik geef, helaas, mijn tere jeugd
Tot beuzeling en kwade zeden.
Hoe zwaar valt mij de ware deugd,
Ik ben gewend tot ijdelheden.

Was mij, O God, door Jezus bloed;
Vergeef toch alle mijn zonden.
Maak rein mijn harte en gemoed
Door CHRISTUS GEEST en dure wonden.

Wie ook ten hemel in zal gaan,
Moet door uw Geest zijn weer geboren.
Ach werk dit in mij, neem mij aan
Als ene van uw uitverkoren.

O Zone Gods, O Mensenkind,
Geef aan mij, zondig kind, Uw zegen.
Mij, tere, zwakke, toch bemind;
Zijt met mij, leid mij in Uw wegen.

Leer mij de weg ter zaligheid,
Te rechte en van harte kennen.
Tot goed en deugd maak mij bereid,
Dat ik mij in Uw dienst gewenne.

Behoed mij voor het dwalend pad,
Daar wereld, Satan, ’t vlees mij leiden,
Uit de enge weg van ’s Hemels Stad
Om mij van ’t Goede en God te scheiden.

Bewaar mij in mijn jonge jeugd,
O Heer, voor al wat mij kan schaden.
Geef dat ik in gena en deugd
Opwas, en ga Uw heilige paden.

Of, haalt Gij mij hier vroeg vandaan,
Wil mij de vreugd des Hemels geven
Doe dan mijn ziel in vrede gaan,
Door deze dood, in ’t Eeuwtg Leven.

Amen.

— Jacobus Borstius

Ds. J.C. Weststrate is predikant van de Gereformeerde Gemeente te ’s Cravenpolder, The Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een Geheiligd Weten (2)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

The Banner of Truth | 28 Pagina's