Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een boze geest Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een boze geest Gods

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En de Geest des Heeren week van Saul; en een boze geest van de Heere verschrikte hem” (1 Samuel 16:14).

Het Pinksterfeest ligt weer achter ons. Op de Pinksterdag goot de Heere Zijn Geest uit over alle vlees. De Heere stortte Zijn Geest niet uit over alle mensen. We onderscheiden algemene geestesgaven en bijzondere geestesgaven — algemene werkingen van God de Heilige Geest en Zijn bijzondere werkingen.

De profeet Joel zegt: “En uw zonen en uw dochteren zullen profeteren.” De mens kan door de algemene werkingen van Gods Geest zeer hoog opklimmen. De schrijver van de Hebreenbrief spreekt van het eens verlieht zijn, van het smaken van de hemelse gaven, en het deelachtig zijn van de Heilige Geest. Dit kan dus alles plaats hebben, zonder dat we door de Geest Gods zaligmakend zijn bearbeid.

Zo iemand was Saul, de koning van Israel. Zei men niet van hem: “Is Saul ook onder the profeten?” In 1 Samuel 16 lezen we: “En de Geest des Heeren werd vaardig over David van die dag af en voortaan.” En in bovenstaande tekst Staat geschreven: “En de Geest des Heeren week van Saul; en een boze geest van de Heere verschrikte hem.”

Door deze Geest des Heeren verstaan wij de ambtelijke bekwaam-making. De zalving onder de oudtestamentische bedeling tot profeet, priester, en koning hield in de verordinering en bekwaammaking tot het ambt. Deze zalving hield niet het kindschap in. Door zijn zalving tot koning over Israel werd Saul geen kind van God, maar van David weten we dat hij een kind van God was voor zijn zalving tot koning. Saul werd steeds meer ambtelijk onbekwaam, terwijl David meer en meer ambtelijk werd aangegord.

Een boze geest van de Heere verschrikte Saul. Wat is dat nu? Werkt God het kwaad? De Heere is te rein van ogen dan dat Hij het kwade zou kunnen aanschouwen. Hij is geen auteur van de zonde, maar bestuurt en bepaalt de zonde tot een zeker einde. Gods voorzienig-heid is nergens buiten te sluiten, ook niet buiten het rijk van de vorst der duisternis.

Satan kan niets doen zonder de toelating Gods. De boze geest die Saul verschrikte was een rechvaardig oordeel over hem. De straf die de Heere zendt hangt samen met de persoonlijke schuld. Gods bewarende hand werd ingetrokken over Saul. Hij werd overgegeven aan het goeddunken van zijn eigen boos hart. Saul had het Woord Gods verworpen en daarom had God hem verworpen. Het ging snel van kwaad tot erger met de gezalfde des Heeren. Het berouw dat hij toonde was een berouw uit vrees en berekening. Saul werkte zijn eigen ondergang uit; hij kon niet hartelijk onder God bukken.

Beklagenswaardige koning! Meer en meer verkrijgt de vorst der duisternis de overhand over hem. De geopende conscientie laat hem geen rust. De koning van Israel lijdt onder aanvallen van wanhoop, onder vlagen van woede en vlagen van angst.

Saul is voor ons allen een baken in zee. Was hij niet de man die zich tussen de vaten verborg? Had hij geen tijd in zijn leven gekend dat hij klein was in zijn eigen ogen? De zoon van Kis was een man die verwachtingen verwekte. Hij, de gezalfde des Heeren, ontving een ander hart en profeteerde. O, hoe dikwijls is het niet voorgekomen dat onze verwachtingen hoog gespannen waren wat betreff verschillende mensen. Soms ging er een roep van uit tot in de wijde omtrek. En dan bleek helaas later dat ze wel een ander hart hadden, maar geen nieuw hart.

Hoe ver kan het gaan en hoe hoog kan de mens klimmen door de algemene verlichting des Heiligen Geestes. Er zijn mensen die wel benauwdheid vinden, maar geen droefenis. Er zijn eveneens ook mensen die het goede Woord Gods mochten smaken, die des Heiligen Geestes deelachtig waren, en die toch afvallig zijn geworden. Het zal er op aan komen of we door de Geest Gods zaligmakend zijn bearbeid.

Die Geest stort de liefde uit in des zondaars hart en die Geest verheerlijkt Christus in de harten van vermoeiden en beladenen. Degenen die God liefhebben moeten alle dingen medewerken ten goede.

De knechten van Saul komen op een idee. Er moet een speelman komen. Is de muziek niet een wondere schepping Gods? De Heere heeft een bijzondere macht in de muziek gelegd om de roerseien van het fijnbesnaarde zieleleven aan te raken. Helaas is de duivel uitgegaan om roof te plegen. In de hand van satan is de muziek een middel om de mensen op te zwepen en tot razernij te brengen. Anderzijds kan gewijde muziek een middel zijn in Gods hand om de storm te doen bedaren.

David zegt in Psalm 71: “Ook zal ik U loven met het instrument der luit, Uw trouw, mijn God; ik zal U psalmzingen met de harp, o Heilige Israels!” Elisa wilde dat er een speelman tot hem gebracht werd, en terwijl de speelman op de snaren speelde, kwam de hand des Heeren op hem. Dat we toch zullen letten op de leidingen van Gods Geest in het leven van David en in het leven van al de Zijnen.

Een van de knechten van Saul kent David en op zijn voorspraak wordt David als speelman aangesteld om voor Saul te speien. Het is Gods goede Geest Die David leidt en voor David werkt. Ongetwijfeld zal de zoon van Isai zich weleens hebben afgevraagd hoe hij nog ooit tot het koningschap zou komen. Zouden Gods beloftenissen dan immer haar vervulling missen? De vermaarde godgeleerde Gijbertus Voetius zegt: “Een van de kenmerken om tot de ambtelijke bediening te komen is, dat men er zelf zijn hand niet in heeft.” Juist zij die zo onopvallend mogelijk trachten te zijn, blijven niet onopgemerkt. Als de Heere werkt, wie zal het dan keren?

Ongetwijfeld zal David de hand des Heeren hebben opgemerkt, maar hij weet niet welk een lange en bange weg hem nog wacht. Zie, de herdersknaap Staat voor Saul; een boze geest Gods verschrikt de koning. David grijpt naar de harp; de zoon van Isai weet ziel in zijn spel te leggen. Saul luistert en de storm wordt bezworen. De duivel verliest voor een ogenblik zijn greep op Saul. Het wordt beter met hem, maar het is geen genezing. David kon met zijn spei de boze geest niet voorgoed verjagen. Hij kon de rust en de vrede niet geven. Dat vermag alleen Davids grote Zoon. Hij is de Silo, de Rustaanbrenger.

Nodig is dat ons de valse rust wordt opgezegd. Maar ook is nodig dat we de geesten beproeven of ze uit God zijn. Veel mensen zijn bezet met een vreemde geest. De Heilige Geest doet geen vreemde dingen; dat doen mensen! De goede Geest Gods werkt in de laagte. Satan kan zelfs voor een ogenblik verademing geven, maar hij kan niet genezen. David zegt in Psalm 41: “O Heere, wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.”

De Zoon van God is gekomen om te genezen die gebroken zijn van hart. Uit Zijn doorboorde zijde vloeide de balsem tot genezing. Het is het werk van de Geest der Waarheid om dat enige medieijn toe te dienen. Daarvan was Saul vreemdeling. Welgelukzalig is het volk dat het geklank kent; “O Heere, zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen. Zij zullen zich de ganse dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd worden.”

— Rev. A. Hofman
(1912-1990)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1996

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een boze geest Gods

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1996

The Banner of Truth | 28 Pagina's