Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJKE LIEDEREN van Johannes Groenewe gen. Uitgeverij Pleten te Oostburg.

Deze liederen zijn een keur uit de lofzangen Israëls van Johannes Groenewegen. Zo worden zij tenminste aange duld, Wij vragen ons af, of dit wel geheel juist is.

We bezitten een uitgave van de lofzangen, die bl. J. o). Groen en Zoon NA’, te Leiden hel licht zag. Op bet titel blad lezen we daar o.a bet volgende: IX’ Lofzangen Israels waaronder de Heere woont (Ps. 22 : 4) zijnde enige geestelijke liederen, uitgegeven door Jacob Groenewegen, lidmaat van de Gereform. gemeente te Werkendam. De voorrede aan de godvruchtige zangers en zangci essen, die ondertekend is dooi Jacob Groenewegen, begint als volgt: /iet hier een klein bundeltje van Geestelijke Liederen van over verscheiden jaren gemaakt, meest van mijn broeder Ds. Johannes Groenewegen. Enige weinige, namelijk het 23e, 26e, 28e, 31e en 40e lied, zijn door mij gedicht; het 27e lied is bij abuis ingeslopen, doch is van een ander.

Deze Johannes Groenewegen leefde van 1709-1764. Hij studeerde te Groningen en te Leiden en werd predikant, eerst te Aarlanderveen en later in Werkendam, waar hij bijna 25 jaar stond.

Het bekende lied: Zoete banden, die mij binden, dat in de uitgave van Pleters voorkomt als no. 8, is het 26e lied in de volledige bundel en is dus niet van Johannes, maar van Jacob Groenewegen. Het lied: Hemelingen, heft Uw toon, bij Pieters no. 9 als De Hemelstad, is het 31e lied in de grote uitgave van Groen en Zoon, die wordt aan gediend als een getrouwe weergave naar een goede druk, welke was uitgegeven „volgens Kerke-orde” Ook dat lied is dus niet van Johannes, maar van zijn broer Jacob.

Volgens de Chr. Ene. 2e druk, art. Jacob Groenewegen, is het 2e deel van de lofzangen geheel van Jacob. Pas later zijn de 2 delen verenigd. In de uitgave van Groen is ook nog een derde deel.

Uitgever Pleters heeft ook liederen opgenomen, die niet in het eerste deel voorkomen en dus van Jacob Gri wegen moeten zijn.

Het valt verder op, dat van de liederen in de uitgave van Pleters slechts enkele verzen zijn opgenomen. Hoewel de keus in het algemeen niet slecht is te noemen, bevredigt dit toch niet, vooral niet, omdat daarvan geen melding wordt gemaakt in een voorwoord of op andere wijze Het doet tekort aan de bedoeling van de dichters. De inhoud van de volledige liederen is veel rijker.

Vergelijking met de uitgave van Groen laat zien.dat hier en daar wijziging is aangebracht in de woordkeus Dit zal bedoeld zijn om zo verbeteringen aan te brengen. Ook dit had wel even door Pleters inzijn uitgave kunnen worden vermeld.

Wij zouden er de voorkeur aan gegeven hebben, wanneer de liederen in hun geheel opnieuw waren uitgegeven, al of niet in gedeelten. Door een uitgave als deze dreigt het gevaar, dat hel grootste deel van de liederen wordt vergeten. Dat zou te betreuren zijn. De liederen mogen dan door deskundigen voor de dichtkunst niet al te hoog worden aangeslagen, zij spreken het hart van Gods kinderen aan.

Voor de wijze van uitgave en het streven van de uitgever hebben wij niets dan lof. Het boekje, waarin 20 liederen voorkomen, is keurig uitgegeven in een gekleurde band en kost f2,75, franco. Er iseenschooluitgave in brochure-vorm, die f 1,- kost.

H. Algra: HET WONDER VAN DE 19e EEUW, van vrije kerken en kleine luyden. Tweede, verbeterde druk. Uitgave van T. Wever, Franeker.

In februari 1966 verscheen de eerste druk, in juli de tweede. Wel een bewijs, dat dit boek de aandacht trekt en dat is te begrijpen. De schrijver geeft een werk, dat afwijkt van andere boeken over kerkgeschiedenis. Hij zegt er in zijn „woord vooraf’ zeil het volgende van:

Dit boek bedoelt wat anders te zijn dan een gebruikelijke kerkgeschiedenis, want het gaat de schrijver meer om de mensen thuis en in de kerk, dan om de handelingen van officiële kerkelijke vergaderingen. Wanneer iemand mocht konstateren, dat er van dit leven, van en in deze vrije kerken en haar aktiviteiten, nog méér zou zijn te vertellen, dan wil de schrijver dat allerminst tegenspre ken. Hij vond, dat hij niet langer moest wachten met de publikatie. Hij had de wens, dat deze mensen van de negentiende eeuw nog eenmaal in hun kenmerkend be staan zouden worden getekend door iemand, die zove-len van hen heeft gezien en gesproken, die stamt uit een geslacht, dat tot de oude afgescheidenen behoorde en waarin generatie na generatie het verder vertelde, overeenkomstig Psalm 78. Hij hoopt, dat dit boek door de nazaten uit méér van zulke geslachten zal worden gelezen, nog voordat een bepaald soort geleerden zich van deze stof mester maakt om uit te leggen, hoe het zodanig sociologisch en psychologisch kan worden verklaard, dat er geen enkele reden meer overblijft om van een won der te spreken, laat staan er voor te danken.

Tot zover de schrijver. Wie zich wil verdiepen in d schiedenis van de kerk in ons vaderland kan dit boek niet ongelezen laten. De schrijver handelt niet alleen over de 19e eeuw, maar grijpt terug naar het verleden. Hij neemt ons mee naar Engeland en Schotland, naarde eml gratiegebieden in Amerika en in Afrika. Hij laat gebeur nen personen voor ons leven.

Er is veel goeds van dit werk te zeggen. Dat houdl niet in, dat we het in alles eens zijn met de schrijver als het over de waardering van feilen, verschijnselen en personen. Wij denken b.v. anders over de doleantie en de vereniging van 1892, over wijzigingen inde pre diking en in de verhouding tol de wereld en wat deze biedt. De schrijver behoort niet tot onze kringenen dat is hier en daar te merken, maar dat doet niet: waardei ing. die wil voor zijn werk hebben. Wij zien uit naar het vervolg, dat de schrijver wel niel belooft, maar dal hij toch wel enigszins in uitzicht stelt.

Wij willen nog enkele opmerkingen maken. Na blz. 12 is een portret van Ds. Hendrik de Cock opgenomen. Dr. G. Keizer geeft in zijn „De Afscheiding van 1834„ — zie voor blz. 177 — ook nog twee andere portretten, en schrijft eronder, dat geen ervan door de familie als gelijkend. Op DU. 125 lezen we van Ds. Moor rees van De wijk. Dit moet zijn Wijk. Op blz. 146 en 117 lezen we van Ds. Smit van Zalk. Dit moet zijn Smitt. Op blz. 184 zijn de eerste 1 (i regels op een verkeerde plaats terecht gekomen. Het verband van Gereformeerde Ge meenten kwam niet in 1906, maar in 1907 tot stand Zie blz. 1.(9. Op blz. 270 staat Noordhollandse Veld. Moet dit zijn I lollandseveld? Blz. 335 en 336: is hiertus sen niet een regel uitgevallen?

Het werk ziet er goed verzorgd uit, zoals we van Wever gewoon zijn. Het is gebonden in een linnen band, beeft een omvang van 350 tekstpagina's en 56 blz. illustraties en kost f 19.50.

DE BRON DER ZALIGHEID van Robert Murray M’Cheyne. Uitgave van J. 1’. van den Tol, Dordrecht. De schrijver was herder en leraar te Dundeein Schotland in de eerste helft van de vorige eeuw. Hij is jong gi ven Hij is vooral bekend door het gedicht: De HEERE onze Gerechtigheid, het wachtwoord der Hervormers: Eens was ik een vreemd'ling voor God en mijn hart, enz. Het is o.a. te vinden in de vragenboekjes van Hellenbroek.

Het betreft hier de laatste verzameling en deze bevat 64 preken en 15 bijbellezingen door M’Cheyne in de loop van zijn herderlijke bediening gehouden. Het werk werd uit het Engels vertaald door E. Gerdes. Het werd voor het eerst uitgegeven In 1862. Het gaat nu over een tweede onveranderde uitgave De preken gaan over onderscheiden gedeelten uit Gods Woord. Van de bijbellezingen gaan er 4 over de tien maagden, 7 over het huisgezin te Bethaniö en 4 over andere onderwerpen.

Het is een kostelijk werk, vol ernst en diepte. M’Cheyne was waarschuwend, ontdekkend, lokkend, onderwijzend, vertroostend, kortom: er is veel goeds van dit werk te zeggen.

M’Cheyne zegt zelf in één van zijn preken, blz. 149, het volgende:

Sedert ik hier gekomen ben, heb ik met alle kracht gearbeid om een scheiding te maken tussen kostbaren en nietswaardigen. Ik heb u vele kentekenen gegeven, waaraan gij kunt weten of gij een ware bekering hebt ondergaan, dan of het slechts een bedrog des satans geweest is; of uw vrede was de vrede Gods, of de vrede des duivels; of gij op de smalle weg waart, die ten leven leidt, of op de brede weg des verderfs. Ik heb mijn best gedaan u de duidelijkste kentekenen uit de Schrift te geven, aan welke gij u zoudt kunnen toetsen; en nochtans zou ik niet in het minst verwonderd zijn indien de meesten uwer ten laatste bespeurden, dat zij zichzelf bedrogen hadden. Tot zover M’Cheyne. Hij heeft daarmee niet teveel gezegd. Hier is een dienaar aan het woord, die begiftigd was met de Geest van Christus en zo in Gods koninkrijk in getrouwheid heeft gearbeid. Zijn werk getuigt van zijn godsvrucht. Wij halen nog iets aan uit dit werk, blz. 95: Ach, mijn lieve vrienden, zodanig isonzebedieningonder u. Zij is tot een getuigenis. De Heere, Die mijn hart kent, weet dat ik dag en nacht naar uw behoudenis uitzie. „Mijn getuigenis is hierboven, dat uw hemel mij tot twee hemelen zou zijn, en uw zaligheid mij tot twee zalig heden”. Nochtans, zo gij niet komen wilt, zal ik een getuigenis tegen u zijn in die dag. De woorden, die wij tot u in vele zwakheid en beving gesproken hebben, zullen zich verheffen tot een oordeel in die dag. Ik zal dan tevergeefs U zien in de vergadering der verloste gemeente aan de rechterhand des troons. Tevergeefs zal Ik zien hoe de dierbare Zaligmaker u toelacht. Wiens glimlach heer lij kor is dan de zomerzon. Maar als dit niet moge zijn, zal ik met de engelen zeggen: „Hallelujah!” Ja, Vader, want zo was het welbehagelijk in Uw ogen. Amen.

De preken zijn vrij kort en zijn daarom in het algemeen niet lang genoeg voor gebruik in kerkelijke samenkomsten. Zij lenen zich echter, evenals de bijbellezingen, uit nemend voor persoonlijk en huiselijk gebruik.

Wij kunnen dit werk van harte aanbevelen. Het kost f 27,50, gebonden in linnen band. Dat is een heel bedrag, maar toch niet hoog voor een waardevol boek van ruim 600 blz., dat keurig is uitgegeven.

ZIJ ZAGEN DE DOOD IN DE OGEN door Rik Valken burg. Uitgave van J.P. van den Tol, Dordrecht.

Dit is een boek met 16 ware oorlogsverhalen, voornamelijk uit de Gelderse vallei. De burgemeester van Veenend aal heeft er een voorwoord in geschreven. Hij zegt daarin, dat alle beschrijvingen op waarheid berusten en dat aan personen uit de meest uiteenlopende politieke, kerkelijke en maatschappelijke groeperingen aandacht is geschonken. De schrijver bevestigd in een ten geleide, dat de verhalen geheel historisch zijn en dat zij geschreven zijn na een interview met één ot meer hooidpersonen uit de betrokken schets.

Het boek telt ongeveer 160 pagina's. Tussen de tekst staan vele illustraties. De verhalen brengen ons terug naar de oorlogsdagen en de bezettingsjaren, toen er veel geleden is en er veel gedaan is om de bezetter al breuk te doen. Dit laatste heeft zijn uitwerking niet ge mist, maar het is gegaan ten koste van vele jonge levens. Veel personen worden met name genoemd werk als dit zal daarom het meeste spreken tot hen, die daarin terugvinden wat zij zelf of bekenden in die bange tijd hebben moeten doormaken. Maar ook anderen zullen bij het lezen getroffen worden door alles, wat er gedaan en geleden is. Het werkje legt iets vast ook voor komende geslachten.

Wij vinden het een bezwaar, dat hier alleen beschrijvin gen worden gevonden op grond van mededelingen bij interviews, waardoor de eenheid wordt gemist Ook zou den we graag hebben gezien een duidelijke belichting ran alles uit Gods Woord.

Het boek is keurig uitgegeven en kost gebonden in linnen band met stofomslag f 10,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's