Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE SCHAT DER KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE SCHAT DER KERK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

8. (Slot).

Het Woord alles.

Dit jaar is een herdenkingsjaar. D.V. 31 oktober zal het 450 jaar geleden zijn dat Maarten Luther zijn 95 stellingen plaatste op de deur van slotkapel te Wittenberg. We weten wat hem daartoe bewoog. Hij had een schat ontdekt en hij mocht die ontdekking niet voor zich houden. Hij moest die schat tonen aan het volk. De kerk van Rome beschikte over veel schatten. Zij omringde haar dienaren en haar handelingen met pracht en praal. Zij beheerde ook een schat van verdienstelijkheden. Wie tekort kwam, kon een aanvulling ontvangen, mits hij maar betaalde. De schat der kerk werd schier niet meer gezien. Haar glans viel niet op. Men wilde dit ook niet. Het Evangelie van Christus verbasterde men door dwaalbegrippen. De zuivere leer van deapostelen werd voor een groot gedeelte losgelaten. Men stelde de uitspraken vanpausenenconcilies hoger dan het Woord van God. Aan het priesterschap werd de macht toegekend, die alleen de Koning van de kerk bezit. Het grofste bijgeloof werd toegelaten en zelfs gepropageerd. De rechtvaardigmaking door het geloof werd in de kerk niet meer gepreekt. De mens moest zelf de hemel verdienen enzijn werken waren een stuk van de gerechtigheid, welke voor God geldt. De weg, die tot de heerlijkheid leidt, vond zijn begin wel in het verzoeningswerk van Christus, waardoor de erfzonde was weggenomen, doch voerde verder door allerlei daden van mensen. Vasten en waken werden als uitnemende middelen tot meerdere heiligheid aangeprezen. Zelfkastijding en boetedoeningen golden voor buitengewoon verdienstelijk. Het volbrengenvande kerkelijke geboden verwierf schatten vanheil. Men kon zelfs de vergeving van zonden en verlossing uit ellende voor geld kopen. Die koophandel werd vooral gedreven in Luthers dagen. Door dit alles was men zeer ver afgeweken van de paden van de oude Christelijke kerk. In die donkere dagen van afwijking en bijgeloof liet God Zich niet onbetuigd. Hij greep een Maarten Luther in het hart. Hij reformeerde hem, om te gaan reformeren. Het voile licht ging in zijn leven op in de winter van 1512-1513, na zijn promotie tot doctor in de theologie. Uit de grote zaal, waar de monniken samen spraken, ging Luther langs een wenteltrap naar een klein kamertje boven. Dat kamertje is zijn Pniel geworden. Daar las hij in de brief van de Romeinen het onbegrijpelijke woord, dat de gerechtigheid Gods in het Evangelie geopenbaard is. Hij worstelde om dit te mogen verstaan en als hij dan verder leest: „de rechtvaardige zal door het geloof leven” valt de blinddoek van zijn ogen. Nu verstaat hij het. Deze gerechtigheid is niet de rechtvaardige wedervergelding Gods, maar die verlost. En God wil ze uit genade schenken aan een ieder, die in Christus gelooft. Eenzaligevreugdevervulde zijn hart en de jubelkreet kwam over zijn lippen: „Gij, Jezuszijtmijngerechtigheid, enik ben uw zonde”. Het uur van bevrijding was voor hem aangebroken. In e6n van zijn werken schrijft hij: „ik had het gevoel, alsof ik wedergeboren was en door open poorten het paradijs was binnengegaan. Direkt zag de gehele Schrift me volkomen anders aan. En zozeer als ik eerst dat woord „gerechtigheid Gods” gehaat had, zo lief kreeg ik het nu, als het woord dat mij het dierbaarste geworden was. Zo werd deze tekst van Paulus voor mij werkelijk de poort van paradijs’ . Toen nu het Woord fes Heeren door Gods genade alles voor hem werd, had hij maar ^enstreven, om de schat van het Woord in het voile licht te stellen.

Het is zijn levensarbeid geworden, om die schat te ontdoen van alles, wat haar glans verduisterde, om haar te doen schitteren in al haar luister. Met een stem die als eenklaroenstoot door de landen klonk, verkondigde hij de grote schoonheid enkostbaarheid van deze schat.

Wanneer nu deze schat onze levensschat is, dan is het Woord van God ons alles. Ons voedsel. Onze levensbron. Een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. De laatste grond voor ons geloof. Een hechte grond in nood en dood, in leven en sterven. We zijn dan de gelukkigste mensen van de wereld. Een millionair moge veel bezitten, maar eenmaal ontvalt hem alles. Geld is aanlokkelijk. Geld verhoogt de waarde van de persoon. Met geld kan men ver komen in deze wereld. Het ontsluit deuren van prachtige hotels, van comfortabele paleizen. Wie geld heeft, wordt meegeteld in de wereld. De waarde van geld is echter beperkt. Het ontsluit wel deuren tot vele goederen, maar tot de schatten niet. Noch liefde, noch gezondheid, noch een rijk leven, noch verstand, noch innerlijke blijdschapzijn voor geld te koop. Geld mag een bon zijn, waarvoor men alles kopen kan, maar het enige nodige voor leven en sterven kan men niet door kapitaal, maar uit genade, door genade alleen verkrijgen. Dat zegt ons het Woord. Dat Woord is de waarheid en blijft de waarheid. En is dat Woord door Gods genade mijn alles, dan heb ik een schat gevonden. Een schat, die mij niet ontvalt. Een schat, die mij gelukkig, rijk maakt voor eeuwig. „Alle vlees is als gras en al zijn goedertierenheid als een bloem van het veld. Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des Heeren daarin blaast, voorwaar het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid”.

De franse filosoof Voltaire heeft in zijn dagen geprofeteerd: „Binnen 50 jaar zal de wereld van de Bijbel niets meer weten”. Ookhijbleek een profeet te zijn die brood at. Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. Zalig zij, die het Woord horen, verstaan en beleven. Zij zullen leven, eeuwig leven. Eeuwig leven met de God van het Woord. Met de Christus van het Woord. Met de Geest van het Woord. Amen. Het zal waar en zeker zijn.


Ik roem in God; Ik prijs ’t onfeilbaar Woord;
Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord.


Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

DE SCHAT DER KERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's