Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

7.

De zgn. tijdgebondenheid van Gods Woord.

Wie enigszins op de hoogte is van de argumenten, die naar voren komen vóór het kiesrecht van de vrouw, weet dat velen daarbij aanvoeren de zgn. tijdgebondenheid van Gods Woord. Men bedoelt daarmee, dat bepaalde voorschriften in Gods Woord niet zonder meer toegepast mogen worden op onze tijd, maar gebonden zijn aan de tijd en de omstandigheden, waarin deze voorschriften gesproken zijn. Zo kan het dus zijn — aldus zij, die voor deze „tijdgebondenheid” pleiten — dat bepaalde uitspraken voor ons vandaag naar vorm en inhoud niet meer gelden. Ongetwijfeld zult u het zien, welke gevaren hier dreigen. Daarom hebben we vorige keer al beloofd hierop in te gaan. Dit is voor ons onderwerp van bijzonder groot belang.

Graag willen we verklaren hier niet te beweren, dat iedere voorstander van het kiesrecht van de vrouw deze tijdgebondenheid voor zijn rekening neemt. Onbedoeld en ongewild komt echter dit addertje onder het gras vandaan, wanneer men allerlei bewijzen ontleent aan verschillende woordvoerders buiten ons erf zonder deze te toetsen aan Gods Woord en de belijdenis.

Uiteraard gaat het hier niet om een eenvoudige zaak. Toch willen we proberen zo eenvoudig mogelijk voor onze lezers te schrijven. Daarom schrijven we er hier slechts over voor zover het betreft de positie van de vrouw en laten we na te citeren uit allerlei werken van hen, die met deze „tijdgebondenheid” komen.

Laten we dan beginnen met te luisteren naar deze voorstanders en wat zij te zeggen hebben over de uitspraken van Paulus ten aanzien van de positie van de vrouw. Uiteraard weten zij het wel dat de teksten in de brief aan de Korinthiërs en Timotheüs — om geen andere te noemen — moeilijk zijn voor hen, die aannemen de gelijkwaardigheid van de vrouw met de man in de kerk uit de geestelijke gemeenschap in Christus. Geenszins wensen we nu een tegenstrijdigheid van beginselen bij Paulus te zien, zoals vele moderne theologen rustig leren.

’t Is anders, zeggen zij. We moeten Paulus zien als een kind van zijn tijd. Paulus weet wel, dat volgens het Evangelie de positie van de vrouw in de kerk gelijkwaardig is met die van de man. Hij heeft echter te maken met bepaalde dingen, die er nu eenmaal zijn in zijn tijd. Denk b.v. aan de slavernij, het offervlees, het huwelijk. En bij het laatste moeten we dan denken aan een bepaalde vorm van het huwelijk in die tijd, waarbij de vrouw zeer ondergeschikt was. Nu staat Paulus niet buiten de tijd, maar tracht om het Evangelie in zijn tijd vormen te geven. De uitspraken van Paulus aangaande de positie van de vrouw komen dus in een „tijdgebonden” vorm tot ons en dus niet met de bedoeling om ze zó over te nemen. Wij kunnen toch ook niet de uitspraken van de apostel over de slavernij overnemen. Sinds lang bestaat onder ons geen slavernij meer, althans niet in de vorm van Paulus' dagen. Zo mogen we ook niet ons zonder meer beroepen op de Schriftgedeelten over de vrouw, 't Zal ieder duidelijk zijn, dat we hier een afgrond naderen. Zo wordt — om de vrouw in het ambt te verdedigen— 1 Korinthe 14 : 35: „want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de gemeente spreken” verklaard vanuit het besef van die tijd. Voor het besef van die tijd was het niet betamelijk, dat een vrouw in het openbaar sprak. Zoiets behoort tot de „Griekse omlijsting” van het spreken van Paulus. Maar dit geldt voor ons niet meer. De „omlijsting” van ons leven is geheel anders geworden. Nu kan en mag de vrouw wèl spreken in het openbaar, dus ook wel in de kerk.

Wie huivert hier niet, die Gods Woord liefheeft? Wie zal het dan uitmaken wat tijdgebonden is en wat niet? Wie bepaalt welke lijst er om het schilderij van Gods Woord zit? Het is te vrezen, dat de lijst heel groot wordt en het schilderijtje heel klein.

Moeten we de achtergrond van Gods Woord dan verwaarlozen? Zeker niet! Voor de verklaring van Gods Woord is de achtergrond uit die tijd — voorzover bekend — zeer goed en nuttig. Echter is dat geheel iets anders dan de bewering van de „tijdgebondenheid”. Als er ernst gemaakt wordt met de verklaring van Gods Woord, ook wat de achtergronden betreft, dan worden duidelijke uitspraken niet veranderd of ongeldig verklaard. Worden we echter overgeleverd aan de willekeur van het tijdgebonden verklaren van bepaalde gedeelten van Gods Woord, dan worden duidelijke uitspraken terzijde gelegd. En daar moet Gods Woord ons te kostbaar voor zijn. Trouwens, hoe is het mogelijk, dat een plaats als 1 Korinthe 14 : 34 voor „tijdgebonden” verklaard wordt? De apostel wijst daar zelf heen naar het eeuwigblijvende Woord van God: „gelijk ook de Wet zegt”.....

Helaas is ook de toelichting bij de instruktie van Amsterdam-West niet ontkomen aan dit euvel. Ook daar horen we verwante klanken. Immers, daar wordt het gesteld, dat b.v. inde brieven van Paulus met de toen gangbare opvattingen en toestanden rekening gehouden wordt. Op zichzelf zal natuurlijk nooit beweerd worden, dat de apostel voorbij kon gaan aan de toestanden van die tijd. Echter, dit wordt daar naar voren gebracht in duidelijk verband met de teksten, die de eeuwen door verstaan zijn tegen de medewerking van de vrouw in de verkiezingtot het ambt. Ik kan het niet anders lezen dan zo: de vrouw is gelijkwaardig met de man in dit opzicht, maar Paulus stelt het hier nog niet zo, omdat hij de toestand van die tijd niet kan voorbijzien. Zo wordt de klem ontnomen aan het vermanen van de apostel, dat tot de kerk van alle eeuwen en tijden doorklinkt.

In een tijd, dat Gods Woord op allerlei wijze ondermijnd en bestreden wordt, ware het beter om te waken bij dat Woord in plaats van zich over te geven aan dergelijke gevaarlijke redeneringen. Want het glibberig pad van de tijdgebondenheid van Gods Woord zal, vrees ik, eindigen in het loslaten van alle gebondenheid aan dat Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's