BOEKENNIEUWS

Goede moed, dagkalender 1969. Uitgave van D. J. van Brummen, Dordrecht en Semper Agendo N.V., Apeldoorn.

Dit is een dagboek waaraan hebben medegewerkt de predikanten L. S. den Boer, J. Brons.A. Hiibers, P. N. Ribbers, B. van Smeden, J. H. Velema en G. Verhage. Voor elke dag is er een korte overdenking. Daaronder wordt een kort, soms wel erg kort, Schriftgedeelte ter iezing vermeld. De uitgave is geschied in pocket-vorm. Ter afwisseling zijn er enige foto’s opgenomen. De prijs is f 3,45.

Er zijn meditaties bij, die we mooi kunnen noemen. Wfe zouden wilien dat ze alle zo waren. Er zijn echter ook bijdragen opgenomen, die naar onze mening niet of niet voldoende aanspreken. Het is natuurlijk moeilijkom in een korte bijdrage iets te zeggen, dat het hart raakt, maar het moet toch mogelijk zijn. De titel van het boek doet verwachten, dat meditaties geboden worden, die bedoelen te bemoedigen. De Heere Jezus sprak tot de Zijnen: In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Daarvan vinden we o.i. te weinig in het boekje. Het gaat te veel langs de praktijk van het geestelijke leven. Er komt te weinig naar voren wie de Heere is voor Zijn volk.

Soms riepen bepaalde meditaties bedenkingen bij ons op. Er wordt zo weinig gesepareerd. Wfe vonden zelfs de uitspraak: Zo betaalt Hij voor u en mij. Wfe stelden wel eens een vraag, maar behoeven daar niet verder op in te gaan.

We hebben natuurlijk waardering voor het goede, dat dit boekje biedt, maar meenden toch een paar opmerkingen te moeten maken, in de hoop dat daarmee volgend jaar rekening wordt gehouden.

Tenslotte: is er in de meditatie voor 15 maart iets uitgevallen? En: waarom worden niet alle verjaardagen van de leden van ons Koninklijk Huis vermeld?

Dr. H. F. Kohlbrugge: TWAALF TWAALFTALLEN LEERREDENEN, vijfde en zesde twaalftal, gehouden in 1847 en 1848. Uitgave van T. Wever te Franeker. Het gaat hier om het derde deel van een werk, dat uit zes delen bestaat.

De prijs is per gebonden deel f 24,50. De uitgave geschiedt in samenwerking met de „Vereniging tot uitgave van Gereformeerde geschriften”. Het is de 2e, ongewijzigde druk van de nieuwe en van aantekeningen voorziene uitgave (1910-1917).

Aan de eerste twee delen hebben we indertijd in deze rubriek al besprekingen gewijd. Wfe hebben toen op het belang van deze uitgave kunnen wijzen. Zoafen toe hebben we een gedeelte uit de preken van Kohlbrugge in ons blad opgenomen. Dat zal wellicht ook in de toekomst nog wel eens gebeuren. De lezers hebben daardooralleen al kennis kunnen maken met het werk van deze prediker.

W0e kunnen daarom hier volstaanmet verwijzingnaareen en ander en met een hartelijke aanbeveling. Dat betekent niet dat we het in alle opzichten met Kohlbrugge eens behoeven te zijn. Kohlbrugge had een eigen inzicht over de heiligmaldng en dat komt hier en daar in verschillende preken naar voren. We hebben daar vroeger al op gewezen. Kohlbrugge behoort tot de vooraanstaande predikers uit de vorige eeuw en heeft niets anders beoogd dan het Evangelie van vrije genade te verkondigen. Zelf had hij die genade rijk ervaren. Hij wist zich geroepen om het Woord te prediken. Daarvan spreekt hij ook in de laatste preek, die in dit deel voorkomt. We nemen ten besluite een gedeelte over:

„Alleen dit éne wil ik u niet verborgen houden, teneinde u te bemoedigen: hetgeen de machtige Verbondsengel mij beloofd heeft in mijn negende levensjaar, toen Hij mij bij de hand nam en uit de duisternis leidde in Zijn wonderbaar licht, dat zie ik nu met mijn ogen. Wat Hij mij toegeroepen heeft, toen ik nog een jongeling was en teder: "Eer dat Ik u in de moederschoot formeerde, heb Ik u gekend, en eer dat gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volke tot profeet gesteld. Zeg niet: ik ben te jong, maaroveral waarheen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken. Vrees niet voor hun aangezicht, want Ik ben met u om u te redden, spreekt de Heere. Ik stel u heden tot een vaste stad en tot een ijzeren pilaar en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen dekoningen van Juda, tegen zijn vorsten, tegen zijn priesteren en tegen het volk van het land; zij zullen tegen ustrijden, maar tegen u niet vermogen, want Ik ben met u, spreekt de Heere, om u uit te helpen” — dat heeft Hij ook waar gemaakt”.

In dit deel komt een aanhangsel voor over de ordening van Dr. Kohlbrugge tot herder en leraar. Dat sluit aan bij aanhangsels in de eerder verschenen delen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen