Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NOGEENS: GEROEPEN NAAR GODS VOORNEMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NOGEENS: GEROEPEN NAAR GODS VOORNEMEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Het is al geruime tijd geleden, dat Ds. Slagboom enige artikelen in ons blad schreef onder de titel: Geroepen naar Gods voornemen. In het nummer van 23 september 1971 haalde de schrijver een uitdrukking aan uit een preek van E. Erskine over Hebr. 10 : 19 - 22. Erskine zei: „Laat ons dan in gehoorzaamheid aan Gods bevel en in afhanging van Zijn almachtige kracht geloven, zo goed als wij kunnen; en wanneer wij zulks doen, schoon de daad in het eerst maar natuurlijk is, nochtans komt de beloofde, de verworven genade zelf in het oefenen daarvan, en maakt die tot een bovennatuurlijke daad des geloofs…”

Een lezer van ons blad zond in december 1971 een brief. Hij heeft met zeer grote belangstelling deze artikelen gevolgd en gaat op de uitspraak van Erskine in. Hij schrijft het volgende:

„Voor mij ligt het 15e stuk, (strijd in de Kerken der Scheiding) van no. 13 23 sept. 1971. In dit artikel wordt o.a. de strijd ter sprake gebracht tussen de „Drentse” en de „Gelderse” richting. In verband daarmede wordt ook een uitdrukking van Eben. Erskine, uit de pred. over Hebr. 10 : 19 t/m 22 aangehaald. Als u bedoeld no. er „bij” haalt, weet u onmiddellijk wat ik bedoel.

In de eerste plaats wil ik heel gaarne opmerken: dat de werken van de Erkines door mij zéér hoog geacht zijn. Reeds op jeugdige leeftijd (16 jaar, thans ben ik 51) was ik reeds een „aandachtige” lezer van deze Schotse Godgeleerden. Die ontroerend en diep-bewógen prediking heeft door Gods souvereine en vrije Genade mijn hart geraakt. En ook deze hierboven genóemde preek van Ebenezer Erskine is al j á r e n in mijn bezit, en wordt door mij als een „juweel” onder de preken van Erskine beschouwd… en gewaardeerd! Nu, als een ieder de „moeite” eens wilde nemen: om met zeer gróte aandacht, en op gebogen knieën, in het bijzonder d é z e g e h é l e preek te lezen en te h e r l é z e n… en dat onder vurige inwachting van de gezegende invloeden des Heiligen Geestes… opdat het op het éigen gemoed mocht worden toegepast en aan het hart geheiligd, dan ben i k er diep van overtuigd: „dat ons dan de woorden bestèrven op de lippen”.

Dan blijft alléén maar het wonder over: dat de hoge en majesteitelijke Gòd zó láág afdaalt… dieper, intènser dan in mènsenwoorden kan worden uitgedrukt! Wat uit het zondige en Gode-afkerige en wantrouwende mensenhart ingebracht wordt tégen déze Evangelie-bediening… wordt nu juist: vanuit die Zélfde Evangelie-bediening… afdóende en grondig: beantwoord! En alle hoogte, die zich v e r h è f t temedergeworpen, en alle wapenen, die er tegen-in worden teweer gesteld: uit-handen-geslagen!!! O, hoe staat Erskine hier juist aan de zijde Gods… en s t á á n d e in de Bediening, en gezàlfd door Gods Geest: „een zondaar, dieal-maar-tegen-spartelt, zoekt te t r è k k e n” … en hoe deze dienstknecht, opziende naar de Hémel om de krachtige invloeden des Heiligen Geestes, dat die de bediening des Evangelies mogen vergezellen… een i e d e r in de gréép des Evangelies van Jezus Christus zoekt te krijgen, en n i e t l ò s laat… tot hij zondaren in de „banden” des Evangelies v e r k r é g e n heeft!

En Erskine weet zeer wel (beter dan duizenden theologen van tegenwoordig) „dat èlke zaligmakende geloofs-werkzaamheid”… ook in de allerláágste trap en máte, alléén vanuit de zaligmakende werking des Heiligen Geestes is te verklaren! Dat er Goddelijke Almacht (onwederstandelijk) aan te pas moet komen, om een zondaar te trekken uit het g e w è l d des duivels… uit de staat en toestand waar élk sterveling met-alle-geweld in b l ij v e n wil, aangezien het de k e u z e van zijn éigen dwaze ziel is, waardoor hij zijn éigen verderf en rampzaligheid z è l f uitwerkt; en dat daarom de allerkleinste zucht óm God, en tót God geslaakt:,alleen u i t-Gòd-Zèlf is”.

Maar m è t deze heilige overtuiging laat Erskine… en dat vanuit de krachtige en zuivere bediening van het Woord Gòds: „elk schèpsel onder de k l è m van het majesteitelijk Gezag: „Dit is Zijn Gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn ZOON Jezus Christus en elkander liefhebben.”

En dat er nooit héérlijker G e bò d van den Troon der Genade is afgekondigd!!!

En het zégt wat: dat het van den Troon der G e n á d e is afgekondigd!!! Het wil niets minder zeggen, dan dat wat de Heere uit enkel genade en vrije gunst: „Openbaart en schènkt in de Beloften van het heilig Evangelie, en daarvan betuigingen onder é d e doet: de Heere nu ook g e n a d i g l i j k wil… dat Hij geloofd wordt… het is het allerbetrouwbaarste Woord dat Hij tot zondaren gesproken heeft. Het is niet een „wettische” eis, maar terzelfdertijd, dat de Heere dit g e b ò d afkondigt: maakt Hij tevens bekend: „dat bij Hem alles voorhanden is… om zèlf te g é v e n, en z è l f te w è r k e n wat Hij beveelt”. Hier is een Arm van Almachtigheid, die zich uitstrekt tot uwe hulp, zoals Erskine dat in diezelfde preek ontroerend schoon uitdrukt.

O, wat spreekt de God des Verbonds op een indringende wijze. Van hieruit is het dat een dienstknecht als Erskine zich als het ware in de Prediking uit-p ù t: „om alle argumenten bijéén te vergaderen, om de Eisen en Beloften des heiligen Evangelies met à l l e klèm op de consciënties te binden’. En dat van hieruit het „pleidooi voor deze God en Zijnen Christus gaat beginnen”. En van hieruit begint de rechte zorge in de prediking en het Pastoraat. Van hieruit krijgt de zorg voor het geheel der gemeente zijn indrukwekkende waarde! En juist een mèns, die het (in méér of in mindere mate) leert áánvóelen: „hier niet onder u i t-te-kunnen… juist zulk een mens kòmt met de tegen-werpingen, zoals Erskine zulk een mensenkind al sprekende invoert… en welke „tegenwerpingen” vanuit deze Krachtige Evangelie-bediening alle-te-samen uit-handen-geslagen worden. En zo wordt in de b e lé v i n g van deze zeer érnstige zaken, er iéts van verstaan: „dat het zowel Gods g e b ò d (en dus onze plicht is) als Gods B e l ò f t e, Gods G á v e en Gods Werk is”. En dat het éne… n ó ó i t ten koste van het àndere gestèld mag worden. En dat het éne nooit tégen het àndere uitgespeeld mag worden.”

Tot zover onze lezer. Hij schrijft nog meer. Dat hopen we in een volgend nummer een plaats te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juli 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

NOGEENS: GEROEPEN NAAR GODS VOORNEMEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juli 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's