Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Tempelstroom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Tempelstroom

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... en het zal leven, alles, waarhenen deze beek zal komen.

Ezechiël ontving het visioen van de tempelstroom toen hij en het volk Israël in ballingschap verkeerde. Het stond er dus niet zo best voor met het volk van het Verbond. Ezechiël had reeds geprofeteerd dat Jeruzalem zou vallen. En in hoofdstuk 33 wordt vermeld hoe iemand die ontkomen is hem de tijding brengt: „De stad is geslagen”. Zo liet de Heere duidelijk zien dat Hij het weerspannige volk om haar zonden straft. Het is immers Zijn straffende hand die hier achter ligt.

Toch blijkt dat afbraak niet het einddoel van de Heere is. Het was naar recht geweest, het was ten volle verdiend, wanneer de ondergang volkomen en definitief was geweest. Maar nu doet de Heere in dit visioen zien dat het volk niet geheel en al zal omkomen. Ezechiël ziet dat aan de nieuwe tempel, die herrijzen zal. Uit die nieuwe tempel ziet hij water stromen. Op zichzelf is dat niet zo opvallend, want bij het oude heiligdom stroomde ook water. Die tempelrivier ontsprong aan de voet van de Sion en stroomde vandaar in de richting van de Jordaan. Maar nu zijn er drie dingen die opvallen bij dit visioen: de bron, de kracht en de zegen van dat water.

De bron, waaruit dit water ontsprong ligt in het heiligdom zelf. „En ziet, er vloten wateren uit, van onder de dorpel des huizes”, zo staat er te lezen in v.l. Het tweede dat opvalt is de kracht van deze tempelstroom. Het begint als een klein stroompje, maar het groeit uit tot een machtige stroom. Na 1000 el, dat is na ruim 500 meter, nodigt de man die een meetsnoer in de hand heeft, Ezechiël uit om het water in te gaan om te zien hoe diep het is. De diepte bleek toen ongeveer 10 cm te zijn,” de wateren raakten tot aan de enkelen”. Weer 1000 el verder is het al ’n stuk dieper: „en de wateren raakten tot aan de knieën”. Na de volgende 1000 el was het water reeds tot de heupen gestegen „en de wateren raakten tot aan de lenden”. Maar Ezechiël kàn er nog door. Maar na nog eens 1000 el is het water van de beek zo aangezwollen, dat Ezechiël zegt: „het was een beek, waar ik niet kon doorgaan.... want de wateren waren hoog, wateren waar men door zwemmen moest”.

Het derde dat zo opvalt bij deze tempelstroom is dat deze wateren een bijzondere zegen verspreiden. Deze beek stroomt van Jeruzalem naar de Dode Zee. Deze streek was een zeer dorre en doodse vlakte. Maar Ezechiël ziet op de terugweg langs beide oevers bomen staan. Bovendien wijst Ezechiëls begeleider hem erop dat de zegen en de kracht van het water van deze tempelstroom zo overweldigend is, dat het water van de Dode Zee er zó door veranderd wordt, dat er weer vis zal zijn. De Dode Zee droeg haar naam terecht, want het was een oord van dood en verschrikking. Het water bevatte zulk een hoog percentage zout en chloor dat het zo giftig was, dat alles waarmee dit water in aanraking kwam, ten dode was opgeschreven. Vissen konden er dus nooit in leven en op de oevers van de zee kon geen sprietje gras groeien. Men zegt zelfs dat vogels die er overheen vlogen door de opstijgende dampen vergiftigd werden. Maar nu zal er door het water van de tempelstroom een totale verandering komen in de Dode Zee. Er zal zelfs een overvloed aan vissen komen. Waar eertijds de dood heerste, ontkiemt nu het leven. Op het vroeger zo eenzaam en verlaten strand liggen nu van Engedi tot En-Eglaim toe netten te drogen. Het zijn dus zeer opmerkelijke dingen, die Ezechiël te zien krijgt.

Het is duidelijk dat dit visioen spreekt van de stroom van genade, waardoor er voor het volk Gods toch nog toekomst is. Was in de Oudtestamentische bedeling deze tempelstroom hoofdzakelijk gericht tot het volk Israël, de kracht ervan heeft echter de grenzen doorbroken. Het is Goede Vrijdag en Pasen geweest. Christus, de Levensbron, riep het uit „Het is volbracht”, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden. Zo is deze stroom ook in onze landen gekomen en daarom moet het Evangelie van vrije genade overal verkondigd worden. Zo is Ezechiëls visioen ook vandaag van groot belang. Zo heeft hetgeen opviel in dit visioen ons vandaag ook veel te zeggen. Allereerst viel op de bron, de oorsprong. Het water ontsprong uit de tempel zelf. De oorsprong ligt in het hemels heiligdom. Het begin van Gods volk, het begin der zaligheid ligt buiten de mens, in de Heere. Alle eeuwen door heeft men geprobeerd de waarheid hiervan te ontkrachten. De mens wat en God wat, de mens moet willen en „als u nu maar wil, dan wil de Heere het ook”, zo redeneert men dan. De Schrift leert ons echter dat een mens nooit naar God zal vragen en dat een mens geen zucht, geen nagelschrapsel tot z’n zaligheid kan toedoen. Maar wat een wonder en weldaad voor hem of haar die eraan ontdekt is niets te hebben, niets te kunnen, niets te willen en niet te deugen! De oorsprong ligt in het hemels heiligdom. Het ligt vast in handen van een Drieënig God. Het Vaderhart Gods is de bron, de Zoon heeft de zaligheid door Zijn bloed verworven en Hij heeft Zijn duur verworven Geest uitgestort op alle vlees en door die Geest wordt de zaligheid nu ook toegepast.

De kracht van deze genadestroom zien we bevestigd bij de uitstorting van de Heilige Geest op de pinksterdag. Die stroom was zo krachtig dat duizenden werden toegebracht tot de gemeente, die zalig werden. Door die stroom des Geestes werden mensen verslagen in het hart, ze komen op de knieën en vragen „wat zullen wij doen, mannen broeders?” Van Paulus lezen we dat hij was „blazende dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren”, maar door de overweldigende kracht van de tempelstroom moest hij de wapenen inleveren, hij kwam op de knieën en vroeg „Heere wat wilt Gij dat ik doen zal”. Zo worden harten verbrijzeld, door schuldbesef getroffen en verslagen en zo gaan ze de Heere nodig leren krijgen. En zo gaat die tempelstroom door, totdat eenmaal overal in de wereld het Evangelie is verkondigd en Christus Zijn gemeente uit alle volkeren zal vergaderen, het zal een schare worden, die niemand tellen kan. Geen satan kan die stroom nog stuiten.

Vertroostend is het als we ook letten op de vrucht en zegen van de tempelstroom. In de meest dorre en droge vlakte komt een hartgrondige verandering door de tempelstroom. Door de zondeval is ons hart ook een dorre vlakte geworden, geen vrucht kan erop of eruit groeien. En als er niets gebeurt dan blijft het alles even dor en mat. Al zoeken we het in de tijd of in de wereld of in de godsdienst, er zal geen verandering komen. Alleen als die tempelstroom komt, dan is er verandering te verwachten. Dan wordt die tempelstroom ons gepredikt als een krachtige, ontstuitbare stroom. Dan is dit wel een les, die tegen vlees en bloed ingaat, want dan leert dit visioen ons dat al het onze eraan moet, dat de vruchten van onze akker alleen maar doornen en distel en zijn en dat alles tegen ons getuigt. Geen mens zal daar aanwillen. Maar nu is de genadestroom ook zo krachtig dat mensen ervoor ingewonnen worden, dat ze het er mee eens worden. Want die tempelstroom is zo machtig, dat hij dwars door menselijke onmogelijkheden heenbreekt. Zo gaan mensen eigen krachten leren verachten en alles schade en drek achten en het enkel en alleen van die tempelstroom verwachten. Die tempelstroom kon zelfs de Dode Zee tot leven brengen. Ons hart is eigenlijk net als de Dode zee. Alles spreekt van de dood. Paulus zegt: dood door de zonden en misdaden. Bent u ontdekt aan die dodelijke kwaal? Hebt u in waarheid uw knieën leren buigen? Wanneer dat zo is, dan belijden en erkennen we: „Een stroom van ongerechtigheden had d’overhand op mij”. Dan buigen we voor Gods recht en spreken met de Heidelbergse Catechismus van tijdelijke en eeuwige straffen, die we verdiend hebben. „Dies ben ik, HEER’, uw gramschap dubbel waardig! ’k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog; Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig”. Maar zo mogen we ook gaan pleiten op de tempelstroom, pleiten op de mogelijkheden des Heeren en op Zijn bereidwilligheid. Zulke smekers en pleiters zullen op Gods tijd de zegen van die tempelstroom ook zeker ervaren. „Het zal leven, alles, waarheen deze beek zal komen”.

Ezechiël spreekt ook nog van modderige plaatsen en moerassen. Die zullen niet gezond worden, zij zijn tot het zout, d.w.z. tot de vloek overgegeven. Bij die modderige plaatsen en moerassen kon het water van het heiligdom z’n kracht niet doen. Verschrikkelijk als we daarbij vergeleken zullen moeten worden. Vreselijk als we wel bij en onder die tempelstroom hebben geleefd, maar dat we er zo verhard onder bleven, dat we de genezing niet van node hadden en dat het ons niet vertederde en vernederde. Vreselijk als we zo het bloed van Christus onrein achten! Dan kan de Heere de bedding van de tempelstroom gaan verleggen, dan gaat de deur van Gods genade en lankmoedigheid op slot. Bedenk toch dat we mensen van de dag zijn!

Nog roept de Heere, nog lokt Hij en nodigt Hij zondaren om te drinken uit de fontein des Levens om niet. Nog gaat die tempelstroom door. Wie de zegenrijke werking ervan in beginsel hier op aarde heeft mogen smaken, zal na dit leven volkomen zaligheid bezitten. Het begon in het hemels heiligdom, het zal er ook in eindigen.

Het is uit Hem, door Hem en tot Hem. Dan wordt geen onbekend God ontmoet, dan zal het een zaligheid zijn, die geen oog ooit heeft gezien, geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgeklommen en dat om God daarin

eeuwig te prijzen.

Damwoude (Fr.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Tempelstroom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's