Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HERMANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HERMANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

3

We eindigden ons vorige artikel met de aanhaling van het begin van de bijdrage van Dr. Kalmijn over Kohlbrugge’s Elberfeldse levensperiode. We willen nu het slot daarvan citeren:

„Voor ons, die een eeuw na Kohlbrugge’s overlijden leven, in een tijd, die zware, zelfs ondermijnende kritiek heeft op het overgeleverde geloofsbezit, is diens grote betekenis hierin gelegen dat hij als een leraar der kerk ons in zijn geschriften - naast exegetische verhandelingen vooral reken - een theologie heeft nagelaten, die verhelderend en genezend kan werken op e’en christelijk denken, dat zich meer oriënteert naar de eigentijdse moderne wetenschap dan naar de Heilige Schrift. Aan het schrijven van een eigenlijke theologie heeft Kohlbrugge blijkbaar niet willen toekomen. Zijn theologie was het Goddelijke Woord zelve. Zijn vrienden hebben later zijn denkbeelden gerangschikt en samengevoegd tot een harmonisch geheel. We noemen in de eerste plaats prof. dr. Ed. Böhl, wiens voorbeeld navolging heeft gevonden. Het valt daarbij op, dat Kohlbrugge zo vaak geciteerd wordt. Zijn woorden hebben namelijk in sterke mate een eigen zeggingskracht. Wie over Kohlbrugge leest, zal er daarom goed aan doen ook hemzelf te gaan lezen. Bepaalde hoofdgedachten, meer Schriftverklaringen dan dogma, overheersen zijn theologisch denken. We vinden ze uitnemend samengevat en duidelijk voorgesteld in het volgende: „Leven is leven uit het heil dat in Christus is: leven uit het geloof in Hem. Dat is de gerichtheid die wij „bekering” noemen. De waarlijk gelovige is als zodanig de wederof van boven-geboren mens. Er heeft bij hem geen verandering van geestelijke substantie plaatsgevonden, maar al zijn aandacht en verwachting is op zijn Verlosser in de hemel gericht. Geloven is „amen” zeggen. op wat God buiten en zonder ons in Christus heeft volbracht. Juist als gelovigen weten wij, dat wij vlees zijn.

Maar wij stellen dan ook geen vlees meer tot onze arm, allerminst ons eigen vlees. Onze hoop is alleen op Hem, die vlees voor ons werd. En God sterkt ons in de strijd ook door de woorden van de Schrift, de grote hulp in benauwdheden, die alle ten slotte wijzen op het vlees geworden Woord. Wij behoeven ons zelf ook niet zalig te maken. Christus, die overwonnen heeft, verkláárt ons zalig; dat is genoeg. Kohlbrugge’s „mystiek” is het dankend vertrouwen stellen in de grote Getrouwe op diens woord. Daarbij behoeft hij zich niet druk te maken over zijn eigen geestelijke staat.

Zijn goddelijke Vriend eist al zijn aandacht op, en hij jaagt ernaar, die aandacht te mogen behouden. De Wet bestaat ook voor hem niet meer in - zij het ook met inspanning, altijd vervulbare — inzettingen. Het is de heilige, onvervulbare Wet der Liefde, die door Christus werd vervuld.” Het laatste gedeelte is een aanhaling uit het werk van Ds. W. A. Hoek, H. F. Kolhbrugge. De onheilige heilige, Amsterdam 1964, blz. 35. Zie blz. 73 en 74.

Hierna volgen bijdragen over Kohlbrugge’s prediking en theologie. Ter oriëntering willen we ze hier laten volgen:

Kohlbrugge, de regenfluiter door Dr. W. Aalders en Ds. D. van Heyst

Hoe is Kohlbrugge’s theologie ontstaan? door Georg Helbig

Kohlbrugge’s boek over Romeinen 7 door Dr. A. de Quervain

Kohlbrugge’s prediking door Dr. D. Kalmijn

Kohlbrugge, een bezochte en aangevochtene door Georg Helbig

Het beeld Gods in Kohlbrugge’s theologie door Ds. W. Aalders

Calvijn en Kohlbrugge door Dr. G. Ph. Scheers

Kohlbrugge en Capadose door Dr. D. Kalmijn

Kohlbrugge en Neo-Calvinisme door Dr. W. Aalders

Kohlbrugge en Hoedemaker door Dr. G. Ph. Scheers

De politiek-kerkelijke gedachten van Kohlbrugge door Drs. J. van Heyst

Terugblik en uitzicht door Dr. W. Aalders en Ds. D. van Heyst.

De lutherse Kierkegaard schreef eens: „Er bestaat een vogel, die regenfluiter heet. Wanneer in een eetiw een onweer komt opzetten, vertonen zich figuren als ik er een ben. Dat paste Kierkegaard op zichzelf toe. Dr. Aalders en Ds. van Heyst passen dit op Dr. Kohlbrugge toe. Vandaar de titel: Kohlbrugge, de regenfluiter. „In een tijd”, - aldus deze schrijvers - „die in zoveel opzichten pluriform, tolerant, inclusief en alomvattend is, zijn het kerkelijke randfiguren als Kierkegaard en Kohlbrugge, die met geest en kracht betuigen, dat er maar een theologie is alle eeuwen door; één theologie, die de generaties verbindt en de kerk katholiek maakt: de theologie van het Kruisl In die theologie is God de wonderlijke tegenspreker van de wereld, de eeuwigheid de wonderlijke tegenspreekster van de geschiedenis, de openbaring de wonderlijke tegenspreekster van het verstand. Genade is daarom het ongedachte en onvoorstelbare Nieuwe. En dat Nieuwe is Genadel”

In aansluiting hiermee willen we afschrijven, wat Georg Helbig zegt in zijn artikel: Hoe is Kohlbrugge’s theologie ontstaan?:

„Kohlbrugge’s verborgenheid in de Protestantse theologie van de 19e eeuw behoort tot de verborgenheden van het kruis. Hij was een onvergelijkelijk prediker van het kruis, en zijn geschriften behoren tot het op geestelijk gebied diepste, wat ik naast Paulus ken, en ik kan alléén Luther naast hem stellen …”, zo heeft Franz Spemann geoordeeld in zijn boek „Theologische Bekenntnisse”, dat in 1929 bij Furche-Verlag verschenen en intussen in een 2e druk uitgegeven is.

Inderdaad - sedert de dagen der Hervorming zijn er onder alle godgeleerden, die in Duitsland zijn opgetreden, zeker niet velen geweest, die zoals H. F. Kolhbrugge, altijd en geheel staande in de gehoorzaamheid aan Gods Woord, slechts „mond des Heeren” zijn geweest; en ik weet onder alle mij bekende Duitse theologen van de vorige eeuw - misschien mag men alleen nog wijzen op Johannes Wichelhaus, op Mahtin Kähler en op Hermann von Bezzel - geen enkele te noemen, die als een zo geloofwaardig getuige van den God, Die Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard, zijn tijdgenoten tegemoet getreden is en daarom met zijn getuigenis ook het tegenwoordig geslacht een nog altijd horenswaardige boodschap heeft over te brengen, ja een beslissend woord te zeggen heeft. Want „hier is iemand, die zichzelf als vlees kent, iemand, die Gods Woord allereerst tegen zichzelf handhaaft, iemand, die niet den vromen rnens, maar de heerlijkheid van Christus roemt.” Zo is hij er dan ook genadig voor behoed en bewaard, „school te maken”. En wanneer er zo nu en dan mensen waren, die optraden met de pretentie, „Kohlbruggianen” te zijn, dan moesten zij het zich laten welgevallen, door Kohlbrugge zelf scherp te worden afgewezen en tot de orde geroepen, b.v. met de verklaring: „Het is een bewijs daarvoor, dat men nog niet tot volkomen zekerheid is gekomen, als men zich nog kan beroepen op een handvol stof”. Kohlbrugge was en bleef zijn leven lang de arme en onaanzienlijke knecht, „de kruier”, zoals hij zich bij gelegenheid zelf heeft genoemd, d.w.z. de pakjesdrager, met wien wij niets meer te maken hebben van het ogenblik af, waarop hij ons dáárheen bracht, waar wij thuis mogen zijn: bij onze enigen Weldoener Jezus Christus.

Hoe is Kohlbrugge aan zijn theologie gekomen? Deze vraag wordt ons het best beantwoord, wanneer wij ons door hemzelf laten vertellen, dat hij vóór allen en vóór alle andere boeken zeer vroeg al Gods Woord vlijtig gelezen heeft.

Reeds als kind heeft hij de bijbel leren liefhebben en is - soms in gezelschap van zijn godvrezende vader, meestal echter aan de hand genomen en vol liefde geleid door een grootmoeder, „die Lois heette” (II Tim. 1 : 51) - graag gaan wandelen in de Heilige Schrift als in een in de eigenlijke zin van het woord wonder-volle hof, rijk aan bronnen van levend water en rijk aan vruchten der godzaligheid.”

Tot zover Helbig. In een volgend artikel willen we weer aan hem het woord geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1976

Bewaar het pand | 6 Pagina's

HERMANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1976

Bewaar het pand | 6 Pagina's