Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPENINGSWOORD VAN DE MIDDAGVERGAEDERING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPENINGSWOORD VAN DE MIDDAGVERGAEDERING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

op de ONTMOETINGSDAG van „BEWAAR HET PAND” gehouden 28 augustus 1976 te KAMPEN.

Waarde vrienden !

Wij vvillen ook vanmiddag de sprekers en u allen hartelijk welkom heten en geve de Heere Zijn zegen en de kracht van Zijn Woord, zowel in deze morgen beluisterd alsook nu.

We willen aan ons welkom een kort openingswoord verbinden over „EEN GODDELIJK REINIGINGSWONDER” en daartoe tot grondslag en uitgangspunt nemen, wat.wij in het voorgelezen Schriftgedeelte lezen, II Kon. 2 : 21b „Zo zegt de Heere: Ik heb dit water gezond gemaakt; daar zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.”

De laatste jaren heeft zich op ernstige wijze het probleem voorgedaan van lucht en waterverontreiniging, als gevolg van het uitlaten en de afvoer van giftstoffen vanuit o.m. de fabrieken.

Het is een nieuw probleem geworden vanwege de sterke ontwikkeling der techniek.

Toch is het ook weer niet een nieuw probleem, want uit het verband van de tekst blijkt, dat dit probleem zich ook voordeed bij de bewoners van Jericho, die zich tot de profeet Eliza wenden met een ernstige nood-situatie. Zij vragen om zijn bemiddeling en zeggen: „De woning dezer stad is goed, gelijk mijnheer ziet, maar het water is kwaad en het land onvruchtbaar.” Wat toch was het geval? Door hun éne waterwel liep een gift-ader, welke bederf bracht voor hun land, voor mens en vee via de vertakkingen van die waterwel door het land, tot ontzaggelijke schade en vrees voor de toekomst.

Dat zij zich met hun nood tot Eliza wendden was wel door de invloed, welke er van hem uitging, nadat hij van de Jordaan was teruggekeerd, alwaar hij door Gods kracht met zijn mantel het water van de Jordaan gekliefd had met de uitroep: „Wá.ár is de Heere, de God van Elia, ja, Dezelve?”

Eliza kan zèlf niets bewerken en het water gezond maken. Maar hij mag zich beroepen op de God van Elia, Die hem een middel aanwijst. Hij zegt: „Brengt mij een nieuwe schaal en legt daar zout in.” En die schaal met zout stort hij uit in de bedorven waterwel. Maar ook zal dat zout op zichzelf het water niet reinigen. Het is slechts middel tot de reiniging van het water. Daarom roept Eliza uit: „Zo zegt de Heere: Ik heb dit water gezond gemaakt!”

Dat men een nieuwe schaal moest brengen was déárom, dat Eliza wilde doen uitkomen, dat er van te voren geen geheime tovermiddelen in waren gedaan, maar dat duidelijk aan ’t licht zou komen het wonder der reiniging.

Treffende lessen liggen er in dit reinigingswonder opgesloten en wel lessen voor ons volksleven, voor het kerkelijk leven, voor het gezinsleven en voor het Christelijk onderwijs.

„Water” is voorwaarde voor het leven, voor het levensbestaan. Zo is ook „water” een beeld van het „geestelijk” en „eeuwige” leven. Denk aan de geschiedenis van de ontmoeting tussen Christus en de Samaritaanse vrouw.

Allereerst is „water” beeld van ons volksleven. „De woning dezer stad is goed”, zo vertelden Jericho’s bewoners aan Eliza.

Ons land stond eens bekend als het roemrijkste ten opzichte van cultuur en welvaart. En nog overtreft het vele andere landen en werelddelen.

Zo kende ons vaderland ook in het kerkelijk leven een gezegende tijd als vrucht van de Reformatie van 1517 en van de ná-reformatie. De zuivere prediking vond ingang. De reformatie stelde haar weer centraal in de eredienst. Rijke vrucht wierp zij af. Ons land was bedeeld met vele kinderen des Heeren.

En hoe was het gezinsleven? Och neen, niet volmaakt. Toch was het vroegere gezinsleven als een kweekplaats te zien van liefde en trouw, zowel van ouders als kinderen. Het ouderlijk gezag werd geëerbiedigd en ook werd er meer gehoorzaamheid getoond, wat niet wil zeggen, dat er geen ongehoorzame en ondeugende kinderen waren. Denk maar aan het gezin van Samuël. Zo werden in het gezinsleven over het algemeen ’s Heeren inzettingen onderhouden door ouderlijk onderwijs en vaak „huis”-godsdiensten.

„De woning is goed”. Dat geldt ook ieder PERSOONLIJK. Mogen we door Gods algemene goedheid niet delen in vele onderscheiden voorrechten, zoals gezondheid, ons werk nog te kunnen doen, in kleding, voedsel enz.? We mogen ook nog in rust, zonder vervolging, opgaan naar Gods huis en verkeren onder het Evangelie van zaligheid.

„Maar het water is kwaad.”

Hoe is het in onze tijd gesteld met ons volk, met de kerken, met het gezinsleven en met de scholen, ja, met ons persoonlijk leven?

Helaas zien we verdervende giftbronnen openbaar komen, die ons volksleven, het kerkelijlceen gezinsleven, de christelijke scholen en de mens zelf aantasten, zoals dat blijkt in de ontstellende afval van God, van Zijn Woord en dienst, van het onderhouden van Zijn inzettingen. Giftbronnen, zoals de moderne theologie, de moderne levensopvattingen over opvoeding, levensstijl en levenswaarden. De Bijbel zien we al ernstiger beroofd van haar Goddelijk gezag en als „tijd-gebonden” beschouwd.

De sociaal-ingestelde prediking laat christendom en de Marxistische ideeën samengaan. De normen, zoals Gods Woord en Wet die stellen, worden ingewisseld voor de revolutionaire leus: vrijheid, gelijkheid en broederschap, zoals destijds bij de Fransche revolutie gesteld werd, maar nu opnieuw en funester openbaar komt. Gelijke rechten voor ieder, voor man en vrouw, voor ouderen en jeugd. De jeugd moet „medezeggenschap” hebben in besturen van scholen en universiteiten. Dominees moeten de jeugd raadplegen over de prediking.

En betreffende de normen voor het zedelijk leven behoeven er geen vaste bindingen meer te zijn in de verlovingstijd en in het huwelijksleven. Men moet zich volkomen „vrij” kunnen uitleven. Dat is het recht van de mens. Alle eerbied is aan het verdwijnen zoals de eerbaarheid van de vrouw, hetgeen uitkomt in nudisme, in pornografische lectuur, in film en televisie.

Voorts geen eerbied meer voor het leven en voor het bezit van de naaste. Roofmoorden en roofovervallen zijn aan de orde van de dag. Geen eerbied voor het ongeboren leven. De abortus-pleging vergt duizende moorden. En zo kunnen we voortgaan. WAár is het eind van al deze gruwelen en vertreding van ’s Heeren ordinantiën? Dat laat Gods Woord horen: „Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe en die vuil is, dat hij nog vuil worde. (Openb. 21).

En hoe is het gesteld met ons PERSOONLIJK leven?

Zijn we ontdekt aan de giftbronnen van het zonde-bederf in eigen hart? Verklaarde Christus niet: „Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen, dieverijen enz.”

Wij zijn in het paradijs van God, onze Schepper afgevallen en zijn de duivel toegevallen, met al de gevolgen van dien.

Is ons verdorven bestaan tot een nood-stuatie geworden? Heeft die ons tot God gebracht met de levensvraag: „Aangezien wij naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?

Zie, dan is er één middel, namelijk te worden behouden door het Evangelie van vrije genade en zaligheid, in Gods Woord geopenbaard!

Daarvan is die schaal met het zout een treffend voorbeeld als een wonder van Gods barmhartigheid en goedheid jegens Jericho’s inwoners.

Nu zal echter zout water het land eigenlijk onvruchtbaar maken. Ook de „dode zee” is er een bewijs van.

Hier is zout door het wonder Gods middel tot reiniging en zuivering geweest.

Zo is het Evangelie des kruizes de Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid maar hun, die geloven, is het een kracht Gods tot zaligheid, zo lezen we,

Zout is bederfwerend, zuiverend en bewarend. Zo gebruiken ook wij het tot conservering van eetwaren.

Welnu, zo is ook de uitwerking van het Woord Gods, toegepast door de Heilige Geest.

Het Evangelie van Gods genade, is niet uit en naar de mens, maar van GOD gegeven en wel vanuit Zijn eeuwige Vrederaad en in de tijd geopenbaard, namelijk: in Christus Jezus, door Zijn verdienste en borgwerk.

We lezen in Levit 2 : 13, dat elke offerande MET ZOUT moest gezouten worden, heenwijzend naar Hèm, Wiens dierbaar bloed reinigende, verzoenende, vernieuwende, gezondmakende en bewarende kracht heeft.

Zo moet die vernieuwende en reinigende kracht van Zijn bloed door het Evangelie, toegepast door de Heilige Geest, komen in de giftbron van ons hart, zodat het WONDER der vernieuwing plaats heeft. Het verduisterd verstand wordt verlicht, de boze wil omgebogen en de hartstochten geregeld, gereinigd.

Zout doet ook onze spijzen smakelijk worden. De dichter van psalm 119 kende dit. Hij zegt:


„Hoe zoet zijn mij Uw redenen geweest! Geen honig kon ’t geiremelt’ beter smaken.”

Kent u dat vrienden?

Maar nu moet dit zout van het Evangelie der genade ook komen in ons volksleven, in het kerkelijk- en gezinsleven, op onze scholen.

Dán zal de Heere ons weer het goede doen zien, naar psalm 85.

Dán zal Gods Kerk geestelijke vrucht openbaren. „Daar zal „geen dood, noch onvruchtbaarheid meer van worden.”

Maar hoe is dat nu bij Gods kinderen? Horen we hen niet meermalen klagen over zoveel ónvruchtbaarheid? Zeer zeker en dat is tot hun smart, wanneer het niet als een „dode” klacht wordt geuit.

Nu is die vruchtbaarheid hier niet altijd even sterk. In wezen, dat is in Christus, is zij volkomen, maar de beoefening van de heiligmaking is hier ten dele. Eens zal zij wè1 volkomen zijn. Ten slotte: het zout heeft ook BEWARENDE kracht. Gods kinderen worden bewaard in de kracht Gods, door het geloof, zo lezen we. Christus sprak tot de Joden: „En niemand zal ze uit Mijne Hand rukken.” Joh. 10 : 28b.

Die bewaring ligt dan ook eeuwig vást, gewaarborgd in de garantie Gods!

Toch moet Gods kind, ziende op zichzelf, wel eens zuchten: Zie, daar zal de Heere voor zorgen. Want Hij getuigt: „Ik heb dit water gezond gemaakt!”

„Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de Heere, uw Ontfermer!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1976

Bewaar het pand | 6 Pagina's

OPENINGSWOORD VAN DE MIDDAGVERGAEDERING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1976

Bewaar het pand | 6 Pagina's