Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AL DE WOORDEN DEZES LEVENS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AL DE WOORDEN DEZES LEVENS

WET EN EVANGELIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

5

In artikelen over de prediking zullen we aan één ding niet voorbij kunnen gaan nml. aan de verhouding tussen Wet en Evangelie. Het is haast overbodig om te zeggen dat deze zaak tegenwoordig op velerlei kerkelijk erf aan de orde is. Daarmee wil ik niet maar wijzen op wat er zo al op theologisch gebied de laatste jaren over geschreven ent gezegd is. Veel meer is het mijn bedoeling aandacht te geven aan het feit dat in de praktijk dit punt zo vaak naar voren komt. Ons ketkvolk zit onder de prediking. Het weet in de meeste gevallen niet van de theologische achtergronden, waaruit een bepaalde benadering van de verhouding van Wet en Evangelie gepresenteerd wordt. Maar het hóórt wel: dit is niet in orde. Het klaagt over het gpmis van het ontdekkend element. Het weet geen raad met een prediking, die de zondaar niet schuldig stelt in het licht van Gods heilige Wet en voorbijgaat aan het recht van God. Er is in het leven van hen, die weet hebben van deze dingen voor hun eigen hart, een innerlijke vervreemding gekomen van de preken, waarin deze zaken niet aan de orde worden gesteld. Zij kunnen er niet langer onder zijn en keren zich naar anderen, die hier niet aan voorbijgaan. Het is jammer dat vaak zo gemakkelijk zulke critiek wordt ontweken. Graag spreekt men minachtend over mensen, die enkel van „hel en verdoemenis” willen horen. Zulken zijn er. Nogal eens vaak mensen, die in eigen leven geheel vreemd van deze dingen zijn. Die direct hun oordeel klaar hebben: niet ontdekkend genoeg. Vooral predikanten, die aan het begin staan en toch oprecht trachten om ook deze elementen te laten spreken vanuit het Woord Gods, worden met één pennestreek weggevaagd: het is nog niets. Wat dat betreft is er veel liefdeloos oordelen zonder grond en weinig gebed voor de dienstknechten des Heeren. Waar het laatste meer beoefend wordt, zal er niet zo gemakkelijk geoordeeld worden en wordt er ook geduld gekend met die aan het begin staan. Is het niet vruchtbaar gebleken als Gods kinderen in een worstelend leven voor God de nood van de predikers opdragen? Iedere predikant weet daar van te getuigen, die, althans in oprechtheid naar Gods Woord in de prediking de gemeente zoekt te dienen.

Nee, het gaat hier niet om degenen, die alleen van de Wet willen weten en van recht zonder genade willen horen. Wie bij iedere klacht in dit opzicht alleen zulke mensen ziet, gaat aan de ernst van de zaak, die ons bezighoudt voorbij. Het kon dan ook wel eens zijn dat men niet weten wil van het aan de orde stellen van Wet en; Evangelie in de recht schriftuurlijk zin. We zijn er van overtuigd dat er een niet gering getal is in vele kerken, die in oprechtheid over deze dingen spreken en ernaar hijgen om wat zij missen 's Zondags vanaf de kansel te horen.

We hebben trouwens grote vrijmoedighed om dit hier eens nader te bezien. We zullen zien dat het overeenkomt met de tekst, waarover we het nog hebben. Maar dat niet alleen. De verhouding van Wet en Evangelie is in onze kerken op een bepaalde manier aan de orde gesteld. Wij weten dat er op de laatste Generale Synode een, instruktie was van de Particuliere Synode van Het Zuiden over de verwijdering in onze kerken. Het is uiteraard niet de bedoeling om op deze instruktie en de achtergronden uitvoerig in te gaan. We zijn er hier toch telkens mee bezig. Het gaat om de bedoelde zaak. Welnu, de synode heeft er bij de classicale vergaderingen op aangedrongen alles te doen om, waar symptomen van verwijdering binnen hun ressort worden geconstateerd, deze te bespreken en zo mogelijk weg te nemen. Bij deze bespreking had de synode zich voorgesteld, dat zal worden gesproken over verschillende punten. Eén van die punten werd genoemd: de verhouding van Wet en Evangelie.

Het is duidelijk dat dit niet uit de lucht kwam vallen op de synode. In het rapport, dat al eerder op de Partuliere Synode — namens de commissie — was uitgebracht was er al over gesproken. En dat ook niet voor niets. Ieder, die maar enigszins meeleeft met het wel en wee van onze kerken, weet wel dat het hier over dingen gaat die leven in de kerken en bij velen, die de kerk oprecht liefhebben. Er wordt verschillend gedacht over de verhouding van Wet en Evangelie. In de prediking komt dit verschillend uit. Er is verontrusting over de wijze waarop dit gebeurt. Het ging niet om een, theoretische aangelegenheid, dat juist déze zaak van het begin afaan naar voren is gebracht. Het kan zijn nut hebben om samen te bespreken hoe deze dingen naar Gods Woord zijn. Maar hier gaat het over de rechte prediking. Het is toch vaststaand, dat zowel Wet als Evangelie in Gods Woord gevonden worden. Het kan door niemand, die op de bodem van dat Woord wenst te staan ontkend worden dat zij beiden een plaats in de prediking dienen te hebben. We zijn er ook van overtuigd dat binnen - ! - het geheel van de boodschap bij de profeten en apostelen de volgorde: Wet en Evangelie was en niet andersom. Wanneer er dan vrees is dat dit niet zo gebeurt door allen — en dat niet ten onrechte — dan gaat het om een levensbelang voor de bediening des Woords en daarmee voor de kerken. Wij weten er niet veel van wat er in de praktijk terechtgekomen is van het besluit der synode. Wel willen we hier zeggen, dat het ons bedroefd heeft, dat de synode besloten heeft dán alleen aan te dringen op een gesprek, wanneer in een bepaalde classis symptomen van verwijdering waren. Was de zaak al niet op de Generale Synode geweest? Kan men dan b.v. in Groningen zeggen: het raakt ons niet? We hebben geen lust om verschilpunten op te halen van de vorige synode, maar wèl aan een prediking, die aan Wet en Evangelie recht doet. Daarom willen we er hier nader aandacht aan geven. De volgende keer hopen we dan weer te luisteren naar het Schriftgedeelte, waarvan we steeds zijn uitgegaan met deze arikelen. U zult dan zien, dat daar geen Evangelieprediking zonder de Wet aan de apostelen geboden wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's

AL DE WOORDEN DEZES LEVENS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's