GODS GEBOUW

„Gods gebouw zijt gij.” 1 Cor.3:9c.

Het is maar een korte tekst, die hier boven staat. Zij bestaat uit slechts 4 woorden. Dat getal 4 doet ons echter al een gedachte aan de hand. Want het getal 4 is het getal van de aarde naar zijn 4 windstreken genomen. God bouwt Zijn gebouw uit mensen, die uit de gehele aarde zullen worden samengebracht als levende stenen. Want de stenen, waaruit dat gebouw wordt opgetrokken, dat zijn de gelovigen uit alle geslachten, talen, natiën en tongen. Gods gebouw zijt gij. Dat is de ene heilige algemene Christelijke kerk. Dat is die kerk, die de Zone Gods, door Zijn Woord en Geest, uit alle geslachten, in enigheid des waren geloofs, tot een gemeente vergadert.

Gods gebouw zijt gij. Dit moet die gelovigen toch wel wonderlijk in de oren geklonken hebben. Te meer daat dit gebouw midden in de wereld staat. De wereld, waarvan de duivel de overste is. Daar heeft hij ook zijn bouwwerk. Maar dat is niets anders dan de toren van Babel. Daar wordt in het begin van de bijbel al over gesproken. En in het laatste bijbelboek wordt er weer over gesproken. De wereld wordt daar het geestelijke Babylon genoemd. Dat is een gebouw waar de duivel de eeuwen door al aan heeft gebouwd. Maar het komt nooit af. Er heerst onder de bouwers van het duivelsrijk een grote spraakverwarring. Men moet wel blind zijn, wil men dat ook heden ten dage niet zien. Het is in de grond der zaak niet meer dan een puinhoop en het zal al meer een puinhoop worden. Want de wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheden. Zij gaat te gronde.

Te midden nu van de puinhoop richt God Zijn gebouw op. Te midden van de wereld bouwt de Heere Zijn kerk.

Gods gebouw zijt gij. De Heere is van dat gebouw de Bouwheer, de Kunstenaar, de Architekt. Hij heeft het in de eeuwigheid al uitgedacht. Toen heeft Hij Zijn volk, dat zijn de stenen, waaruit dat gebouw zou worden opgetrokken, al uitverkoren. Het zijn stenen van verschillende kleuren, zoals men dat in tegenwoordige bouwwerken ook zien kan. Het gebouw bestaat uit blanke en zwarte stenen. Het bestaat uit gele en ook rode stenen. Alle huidskleuren krijgen naar Gods vrijmachtig souverein welbehagen in dat gebouw een plaats. Filistijnen, Tyriërs en Moren worden als stenen in dat Gods gebouw ingemetseld.

Een gebouw moet een goede grondslag hebben. En zeker een gebouw dat de eeuwen verduren moet, ja dat tot in der eeuwigheid zal blijven bestaan. Nu, dit gebouw heeft een zeer goede grondslag. De grondslag is de leer der apostelen. Deze vormt het fundament waarop de kerk de eeuwen door verrijst. De leer der apostelen, daar is de Heere Jezus Christus en Die gekruist, de inhoud van. Alle stenen worden door het geloof met Hem verbonden. Zij leren als arme zondaren alleen op Hem te rusten. Met Zijn volbracht Middelaarswerk kunnen zij alleen bestaan voor God. Dat is de grondslag van hun leven. Want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

Gods gebouw zijt gij. Aan dit bouwwerk bouwen ook bouwlieden. God heeft sommigen gegeven tot apostelen en sommigen tot profeten en sommigen tot evangelisten en sommigen tot herders en leraars, tot opbouw van het lichaam van Christus, hetwelk is Zijn gemeente. Niet alle bouwers zijn „gegeven” bouwlieden. Velen zijn zelf maar op de steiger gaan staan. Zij geven zich voor bouwlieden uit. Zij noemen zich dienstknechten van God, terwijl ze nooit door God zijn aangesteld. Zij zijn meer brekers dan bouwers. Doch er zijn ook ware bouwers. God gebruikt ze. Meer niet. Er is niets in hen te roemen. Dat had Paulus zelf zo kostelijk geleerd. Lees het maar na in 1 Cor.3. Daar ging men nogal in de mens op. De één was van Paulus en de ander van Apollos enz. Doeh Paulus geeft aan deze mentaliteit zijn goedkeuring niet. Integendeel. Het is Paulus die plant en Apollos die nat maakt, maar God is het, Die de wasdom geeft. Zo is noch hij die plant iets, noch hij die nat maakt is iets, maar God Die de wasdom geeft is alles. Zalig als men als een bouwer zo zichzelf mag leren kwalificeren. Daar is genade toe nodig, niets te zijn in eigen ogen. En de zodanigen wil de Heere nu gebruiken, opdat alle eer alleen Hem toe zou komen.

Gods gebouw zijt gij. Worden zij door het geloof op het enige fundament gegrond, zij worden en blijven er aan verbonden door de liefde. Dat is het cement wat hen „verkleefd” doet zijn aan de Heere Jezus Christus en aan de vrije genadeleer. Maar dat is ook het cement waardoor de gelovigen, dat zijn de levende stenen aan elkander verbonden zijn en blijven. Het Godsgebouw wordt door de onverbrekelijke band der liefde samengehouden en het wast op in de liefde tot een geestelijke tempel, tot een volmaakt huis.

Gods gebouw zijt gij. Het is onverwoestbaar. De duivel heeft de eeuwen door al menigmaal dat gebouw zoeken te bombarderen. Maar het staat nog onbewegelijk vast en dat zal het ook blijven tot aan het einde van deze bedeling toe. Want de poorten der hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen.

Gods gebouw zijt gij. Behoort gij ook tot dat gebouw? Zijt gij, die dit leest, een levende steen, een levend lidmaat van die ene heilige algemene Christelijke kerk? Men kan er uitwendig lid van zijn. Men kan tot het steigerwerk behoren. Men kan mede dienst doen om het gebouw op te trekken, de kerk te voltooien, om straks toch als steigerwerk afgebroken te worden en de verbranding te worden overgegeven.

Gods gebouw zijt gij. Zalig diegenen, die als arme zondaren al hun hoop en al hun zaligheid hebben leren zoeken buiten zichzelf, om door het geloof gegrond te worden op die enige goede grondslag, de leer der Apostelen, dat is dat onbedriegelijke Evangelie van vrije genade. Diegenen leren wat het zeggen wil: Zalig te worden met niets van zichzelf, doch alleen op grond van de Borggerechtigheid van de Heere Jezus. Of men nu een kleine steen is dan wel een grote, als men maar in dat gebouw een plaats mag hebben. Want elk die Hem vreest, hoe klein hij zij of groot; Wordt van dat heil, die weldaan deelgenoot.

Gods gebouw zijt gij. De Heere Zelf woont erin. God zal toch immers alles in allen zijn? Daarom zullen al degenen die dit gebouw vormen eeuwig zingen van Gods goedertierenheen. Zult gij dat ook doen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen