KATWIJK AAN ZEE

Deze gemeente is weer vacant geworden. Twaalf-en-een-half-jaar heeft Ds. H.C. van der Ent daar mogen arbeiden. Al in augustus 1977 nam hij het beroep naar Dordrechtcentrum aan. Daar was echter aanvankelijk geen pastorie, zodat er eerst gezorgd moest worden voor een geschikte woning. Die werd na verloop van tijd gevonden, maar deze moest eerst vrijkomen en daarna moest er nog het een en ander gedaan worden om de woning tot een geschikte pastorie te maken. Dat is inmiddels gebeurd. Wanneer dit nummer van ons blad uitkomt, hoopt Ds. van der Ent daar al met zijn gezin te wonen. Het adres is dan Singel 73 te Dordrecht.

Katwijk wist dus al maanden lang, dat het afscheid zou komen. Eerst leek de tijd van scheiden nog verre te zijn, maar de maanden zijn heengegaan en daarmee is ook de dag gekomen, waarop Ds. van der Ent van Katwijk afscheid zou nemen. Het kwam dus niet helemaal onverwacht, toen hij op dinsdag 30 mei j.l. voor de laatste maal als eigen herder en leraar in deze gemeente het Woord bediende.

De dienst begon des avonds om kwart voor acht. Het ruime kerkgebouw was geheel gevuld. Er waren genodigden en belangstellenden uit vele plaatsen. We zagen predikanten, vrienden en bekenden uit allerlei windstreken. We noemen geen namen. Gemakkelijk zouden we deze en gene kunnen vergeten. Laten we alleen zeggen, dat het goed deed zovelen van hetzelfde huis te mogen ontmoeten. Kerkelijk hebben sommigen een ander onderdak, maar dat doet niet af aan de eenheid van gevoelen. Dat maakt geen verschil als het gaat om het werk der genade, dat de Heere verheerlijkt in de harten van zondaren.

We willen een kort verslag geven van deze dienst.Een breed verslag lijkt ons niet nodig. We gaan uit van de gedachte, dat Ds. van der Ent er goed aan doet om deze preek in druk te laten verschijnen. Dat zal zeker door vele Katwijkers en evenveel anderen zeer op prijs worden gesteld.

Na votum en zegen liet Ds. van der Ent zingen Ps. 119:7 en las hij Mattheus 13:4452. Hij noemde en las de tekst voor de dienst, de verzen 47 en 48, en ging voor in gebed. Daarna zongen we Ps. 136:1,2,3 en 4 en werd er gecollecteerd.

Waarom had hij deze tekst genomen? Daarin vinden we de laatste gelijkenis van Mattheus 13. Daarmee sloot de Heere Jezus een bepaald gedeelte vam Zijn dienst af. Spreker had hier twaalf-en-eenhalf-jaar gearbeid. Hij sluit nu ook een gedeelte van zijn dienst af, die de Heere op zijn schouders heeft gelegd.

Deze geliikenis spreekt over vissen, netten, zee en vis. De Heere Jezus sloot Zich menigmaal aan bij wat Israel toesprak: landbouw, veeteelt, visserij. Velen mensen hier verdienen op zee hun brood.Vele hebben hun leven op zee gelaten, ook in zijn tijd hier. Daarom zal deze tekst zeker toespreken in Katwijk aan Zee. Spreker voegt de wens erbij, dat men de inhoud van het Woord mag verstaan tot zaligheid. In Jezus dagen verstonden velen de inhoud van de gelijkenissen niet.

Ds. Van der Ent spreekt over: de gelijkenis van het visnet en bepaalt bij 1. het uitwerpen, 2. het vol worden en 3. het sorteren. Daarbij komt in het kort weergegeven het volgende naar voren.

1. Vissen is een beroep. Men moet de zee kennen, ook verstand van netten hebben. Er zit een grote verscheidenheid aan vis in de grote zee. Het net moet nu eens hier en dan weer daar worden uitgeworpen. Men moet eerst naar de visserijschool. Het koninkrijk der iiemelen is waar de Heere Koning is, waar Hij regeert door de Heere Jezus Christus. De vissers waren de discipelen, die visser van beroep waren, waar door de Heere Jezus Christus geroepen werden om vissers der mensen te zijn. Ze zijn op Zijn visseriischool terecht gekomen om hun roeping als vissers der mensen te kunnen volbrengen. Ze moesten altijd weer netten uitwerpen. De netten zijn gemaakt van twee draden, waardoor mazen ontstaan en zo een heel net. Met een draad vang je geen vis, met een net wel. In het evengelie moeten eis en belofte, wet en evangelie gepredikt worden. Die twee mogen nooit gescheiden worden. De apostelen zijn de wereldzee opgegaan. Zij zijn later gestorven. Het vissen gaat door. De Koning van de kerk roept nieuwe vissers. Spreker heeft hier het net uitgeworpen, op de kansel, op de catechisaties, bij bezoeken, aan ziekbedden, in ziekenhuizen, op straat.

2. Men kan niet zien wat er in het net komt. Er kan van allerlei inkomen, ook o.a. vissen met stekels, ongenietbare vissen, kwallen. Er waren reine en onreine vissen. Alleen die met schubben mochten gegeten worden. De andere moesten worden weggeworpen. De roeping was niet om die er tijdens het vissen uit te halen. Het koninkrijk bestaat op aarde niet alleen uit goede vissen. Men kan onbekeerd zijn, een onreine vis. Sprekers wijst op Saul en anderen. Vissers zijn geen hartekenners. De Heere ziet het hart aan. We moeten ons afvragen, hoe we in het net zitten. Het gaat naar het strand toe, naar het einde, naar de eeuwigheid. We zijn goed uit de handen van God voortgekomen, maar door de val zeer kwaad geworden, allemaal onrein. In de weg van het wonder kan een mens een goede vis worden, door wedergeboorte, alleen door de God van het wonder. Zit u als zo’n wondervis in het net, tussen de mazen?

3. Het net wordt op de oever getrokken. De vissers gaan sorteren. In het koninkrijk der hemelen zijn dat de engelen. God is de Rechter. De engelen zullen de bozen uit de onrechtvaardigen afscheiden. Dat is een bevrijding voor hen. Dan zullen zij God zien van aangezicht tot aangezicht, Hem kennen gelijk Hij is. Daar zal niemand zeggen: ik ben ziek. Het volk dat daar woont zal vergeving van ongerechtigheid hebben. Daar is geen zonde. Daar zijn ze eeuwig van zichzelf verlost, eeuwig bij de Heere. Hebt u daar uitzicht op? De kwade vissen worden in de vurige oven geworpen, in de hel, bij de duivel. Daar zal wening zijn en knersing der tanden. Over het einde van de kwade wordt veel meer gezegd dan van het einde van de goede vissen. Waarom weidt de Heilige Geest zo uit over de goddelozen? Omdat Hij geen lust heeft in de dood van de zondaar, maar daarin, dat hij zich bekere en leve.

Zo gij Zijn stem dan heden hoort...

We zingen Ps 95:4 en 5. Daarna gaat Ds. Van der Ent voor in dankgebed. Vervolgens zingen we Ps 103:9.

Daarna spreekt Ds. Van der Ent de kerkeraad, de catechisanten, de gemeente en vele anderen toe. Daarna komen er toespraken van Ds. G. Bouw namens de classis ’s Gravenhage, Ds. G. Hamstra namens Alpen aan den Rijn, ouderling Verduin namens Nieuwkoop, ouderling Van der Heide namens Dordrecht-centrum, br. Bergsma namens de G.B.S. en tenslotte van een ouderling namens de kerk van Katwijk aan Zee. Deze liet ons alien de scheidende dienaar staande toezingen Ps 121:4. Ds. Van der Ent dankte alien voor hun woorden en legde de zegen des Heeren op de gemeente: De Heere zegene u.... Het was toen 10 uur.

De gemeente kreeg in het kerkgebouw gelegenheid om afscheid van Ds. en mevr. Van der Ent te nemen. De bezoekers van elders hadden gelegenheid om in de vergaderzaal een kop koffie te drinken en nog een poos met elkaar na te praten, waar een ruim gebruik van werd gemaakt. Het doet altijd goed elkaar weer te mogen ontmoeten. Het was een goede avond, waarin de Heere veel goeds gegeven heeft. .

Katwijk is nu vacant. Het is onze hartelijke wens, dat de Heere de ledige plaats op Zijn tijd in Zijn gunst moge vervullen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen