Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERSTFEEST ROND DE KRIB VAN BETHLEHEM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERSTFEEST ROND DE KRIB VAN BETHLEHEM

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij kwamen met haast en vonden Maria en Jozef en het Kindeke liggende in de kribbe. En als zij het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeke gezegd was.

Het Kerstfeest is het feest van des Heeren komst in het vlees. En al is er uit deze bron door alle eeuwen heen onder de oude dag feestvreugde gesmaakt door het volk, dat heilbegerig uitzag naar des Heeren komst in het vlees, dan is Zijn geboorte in Bethlehems stal toch veel heerlijker dan al dat voorgaande. Want dat is er door bekroond geworden met eer en heerlijkheid. Zodat wij in verband met dat heerlijk en innig verlangen de vervulling mogen beleven. En dat van jaar tot jaar, om met hen de Heere te prijzen in Zijn onveranderlijke trouw. Daar de vervulling van Gods beloften in het heilig kind Jezus ja en Amen zijn, Gode tot eer en heerlijkheid.

Want al lag dat alles onder haat en smaad bedolven, de heerlijkheid des Heeren schittert toch boven alles uit. Het welbehagen des Heeren is door al die tegenstand gelukkiglijk voortgegaan. Het brak door alles heen, tot eer en heerlijkheid van Zijn grote naam, in aanbiddelijke heerlijkheid.

”En Maria baarde haar eerstgeboren zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg”. Zodat Jozef en Maria niet in staat waren Hem, Die uit de Heilige Geest geboren was, een plaats aan te bieden, met alles wat daartoe nodig was. Maar desniettegenstaande is de Zoon van God gekomen vanuit het huis des Vaders, om tot verheerlijking van Zijn God en Vader en tot zaligheid van zondaren te treden in de staat der vernedering. Wat door Hem in souvereine liefde aanvaard was. Hij is arm geworden daar Hij rijk was in de heerlijkheid van Zijn God en Vader, om de vreugde Hem voorgesteld.

De Heere wil dan ook dat wij ons, in afhankelijkheid van het licht des Geestes, Die Hem het lichaam heeft toebereid, zullen scharen rond de krib van Bethlehem. Het jaar van Zijn geboorte was het jaar van Gods welbehagen, dat stand houdt tot in alle eeuwigheid. Daar het heden der genade is verworven door de komst van de eeuwige Zone Gods in de tijd en daar is van gezegd: ”in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden”

De Zone Gods is door de Vader als Borg gesteld in de staat der vernedering. Om borgtochtelijk de toorn van God te dragen, tegen de zonde van het ganse menselijk geslacht. Want onze ziel is door de toerekening van Adams ongerechtigheid van Gods beeld beroofd, zodat wij in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren zijn. Maar het heilig Kind Jezus is de zonde zodanig niet toegerekend, daar Hij was uit de Heilige Geest. Zodat Hij in Zijn reine en heilige ziel de last van Gods toorn moest dragen, als waarachtig mens.

En toch heeft de Vader de Zoon Zijner liefde, in deze diepe vernedering, met eer en heerlijkheid gekroond. Want zo spreekt.Hij: ”Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid”. En daarom is tot roem van Zijn genade, het nieuwe leven der genade versierd met liefde tot gerechtigheid en haat tegen goddeloosheid. Waarom de Vader er voor zorgde, dat Kerstfeest gevierd werd rond de krib van Bethlehem. Waartoe een engel des Heeren werd gezonden tot de herders, die met de heerlijkheid des Heeren omschenen werden. En de engel zeide tot hen: ”Zie ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal. Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe”

En nadat zij het lied der engelen: ”Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen”, hadden beluisterd, ”kwamen zij met haast en vonden Maria en Jozef en het Kindeke liggende in de kribbe”. Zodat Hij in Zijn vernedering door de Vader is aangewezen en aangeprezen, als de door God verordineerde Zaligmaker. Wat de herders in de kracht van die blijdschap en heerlijkheid, deed komen in de stal, om zich te scharen rond de krib van het heilig Kind Jezus. En als het hart vol is van innige hemelvreugde, loopt de mond er van over, wat hen het door God beloofde Zaad deed prijzen, En dat is hoog te waarderen uit de liefde van het hart.

Wat Jozef en Maria aandachtig deed luisteren, daar het voor hun hart een zaak van zalige verkwikking was, in de smaad der verachting. Daar die hen was aangedaan met het heilig Kind Jezus, daar zij verwezen waren in diepe verachting, naar een stal. Maar door de genade des Heeren mochten zij dat aanvaarden, in stille verwondering. Daar was geen spoor van opstand of tegenstand te bespeuren. Het werd om ’s Heeren wil aanvaard en met blijdschap van des Heeren komst in het vlees gedragen. En dat is in het leven des geloofs van grote betekenis.

Want bij het lief krijgen van de Heere Jezus in de staat der vernedering, worden wij in het geloof één plant met Hem in Zijn vernedering. En te meer daar het hart door Zijn vernedering uit het slijk der ongerechtigheid wordt genomen. Want het opnenemen van de zondaar uit de staat der ellende, om gesteld te worden in de staat der genade, is door het borgtochtelijk treden van Christus in de staat der vernedering, en dat onder vloek en toorn. En zo was in Zijn geboorte de kracht der wedergeboorte. Wat ons door Zijn daad van ontfermende liefde op het hart gebonden wordt.

Hoe zouden wij echt en recht Kerstfeest kunnen vieren, als Zijn geboorte in ons hart niet is geworden de wedergeboorte, het deelachtig worden van de Goddelijke natuur? Om Hem ootmoedig aan te kleven. Het kan ons toch niet onbekend zijn, dat er heel veel Kerstfeest gevierd wordt met uitwendig vertoon en niet meer dan dat. Het moet ons toch duidelijk worden, dat de Zone Gods, door de daad van onze ongerechtigheid voor Zijn rekening te nemen, onze menselijke natuur door Zijn geboorte, die wonderlijk is, moest aannemen. En daar onze ongerechtigheid Hem daadwerkelijk is toegerekend in Zijn geboorte uit de maagd Maria, kan Zijn gerechtigheid ons alleen toegerekend worden door wedergeboorte. Het deelachtig worden van Zijn leven, om door Zijn kracht en Zijn Geest een nieuw christelijk leven te leren leven. Wat ons door de Schrift zo duidelijk voor ogen gesteld wordt.

En in dat leven is het zalig zijn in de Heere, door de onberouwelijke keus uit Hem, met Hem en voor Hem te mogen leven. Wat ons door de Schrift als het ware Kerstfeest op het hart gebonden wordt. Om dat in afhankelijkheid van Zijn genade, steeds meer ernstig en biddende te zoeken. Wat ons hart niet alleen bij de aanvang, doch ook bij de voortgang nodig heeft, om door de vernieuwing van het gemoed te beproeven, welke de goede en volmaakte wil van God is. En zo is het onder de bedauwing van de Heilige Geest een doorgaande vernieuwing tot wasdom van het geestelijke leven. En uit dat leven hebben de herders met Jozef en Maria in de omhelzing van de geboren Zaligmaker Kerstfeest gevierd. Het is waar, Jozef zwijgt, want het wordt door hem beseft, dat Maria de moeder is van het heilig kind Jezus door de Heilige Geest. En zo mocht het ook door hem beleefd worden als het wonder van Gods genade, om de geboren Zaligmaker te omhelzen. Want ook hij was door genade op de leerschool van de Heilige Geest. Had er zichzelf voor over om met Maria de smaadheid van Christus te dragen.

Maria luisterde en bewaarde de woorden des Heeren, die ook haar verkondigd werden in de naam des Heeren. Zij bewaarde die woorden om zich met haar geestelijk denken in het geloof, er zich steeds meer in te verdiepen. Zij had door de onderwijzing van de Heilige Geest, een vruchtbaar gedachten-leven. En dat is door alles heen voor het geestelijk leven van grote betekenis. Want dan bekomt het hart verdieping in de Godsgedachten en dat zijn gedachten des vredes, om in Christus gefundeerd te mogen worden.

Maar wanneer de herders rond de krib van het heilig kind Jezus uit de volheid van het hart gesproken hebben, dan is de zaak daarmee niet af. Want wanneer de Kerstdagen voorbij zijn, dan blijft het in hun hart nog Kerstfeest. Want Gods kinderen blijven in het leven des geloofs een feestvierend volk. In Gods zoete gunst en zalige gemeenschap is altijd iets van die zalige vreugde in de Heere. ”En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God”, daar de buit die zij mochten vinden in de krib van Bethlehem, ook voor anderen bestemd was, opdat ook hun harten er voor ingenomen mochten worden. En de eeuwigheid zal het openbaren, welke vrucht dat heeft afgeworpen, om dan de Heere Jezus in Zijn heilsfeiten eeuwig te verheerlijken.

En zo heeft het voor alle levende feestgangers een blijvende en verstrekkende betekenis, die de mens stelt onder de grootste verantwoordelijkheid.

Soest

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1978

Bewaar het pand | 6 Pagina's

KERSTFEEST ROND DE KRIB VAN BETHLEHEM

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1978

Bewaar het pand | 6 Pagina's