Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bijzondere erfenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bijzondere erfenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is.

De apostel Petrus schreef aan de vreemdelingen in de verstrooiïng over het heil dat de Heere weggelegd heeft voor degenen die Hem vrezen. Dat heil noemt hij een erfenis. Mogelijk heeft de apostel hierbij gedacht aan het land van Kanaän als uitbeelding van die erfenis. Dat land wordt in de Schrift immers meermalen een erfenis genoemd. De Heere had aan de patriarchen beloofd dat het land waar zij als gasten en vreemdelingen verkeerden aan hun nageslacht in blijvend bezit gegeven zoud worden. Dat land werd als een erfenis voor dat nageslacht bewaard. En op de langdurige afmattende woestijnreis mocht die belofte hen kracht geven tot volharding dat de Heere hun Kanaän, het eindpunt van de reis, het land van de rust als blijvend bezit als erfenis had toegezegd. Dat aardse Kanaan als erfenis van Israël, is uitbeelding van het grote heil, van het hemels Kanaan, van het vaderland dat boven is. Die erfenis is naar Gods vrijmachtige beschikking toegezegd aan die de Heere vrezen. Die erfenis gaat het aardse Kanaan oneindig ver te boven. Die erfenis is zó bijzonder dat in de Schrift eigenlijk alleen maar gezegd wordt wat het niet is, omdat de volle werkelijkheid ervan niet in onze woorden kan worden weergegeven. David kon er alleen maar van zeggen: O, hoe groot is het goed dat Gij weggelegd hebt voor degenen die U vrezen. En Paulus zegt in de brief aan de Corinthiërs dat het een mens niet geoorloofd is, d.w.z. het is hem niet gegeven, het is hem niet mogelijk om uit te spreken wat God bereid heeft, degenen die Hem liefhebben. Ook Petrus worstelt met de taal om die erfenis te omschrijven. Wij lezen in de tekst die hierboven is afgeschreven: Het is een onverderfelijke, een onbevlekkelijke en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen wordt bewaard.

Die erfenis is dus onverderfelijk, is niet aan bederf onderworpen, is niet vergankelijk. Dat kon van Kanaan de erfenis van Israël niet gezegd worden. Toen Israël van de wegen des Heeren afweek heeft de Heere herhaaldelijk toegelaten dat vijandelijke benden kwamen om het land te verderven, om te plunderen en het land van zijn schatten te beroven. Die erfenis was wel verderfelijk. Wat is op aarde eigenlijk niet aan bederf onderworpen? Wat kan niet worden verstoord? Welke schatten kunnen niet worden geroofd? Niets is hier blijvend, alles, hoe schoon ook zal eenmaal vergaan. Onverderfelijk, ach nee, het kan van geen enkele erfenis worden gezegd.

Maar de erfenis waarover Paulus schreef is dat wel. Die erfenis kan niet door mot of roest worden verteerd en dieven kunnen haar niet roven. De Heere doet Zijn liefhebbers beërven wat bestendig, wat onverderfelijk is. Want waarin bestaat die erfenis? Het kan in het kort zó worden samengevat: Het is deel hebben aan God Zelf door de Heere Jezus Christus en aan alle heilsweldaden door Christus verworven. Van die erfenis heeft David gezegd in Psalm 16: „De Heere is het deel mijner erve. De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, een schone erfenis is mij geworden.

Die erfenis is vervolgens ook onbevlekkelijk. Die erfenis kan niet worden verontreinigd en van haar waarde en schoonheid worden beroofd. Ook dat kon van Kanaan niet worden gezegd. Dat lag niet aan dat land op zichzelf. Dat land was schoon en was goed, maar werd bevlekt, verontreinigd door de mensen aan wie dat land was gegeven. Ja, wat is op aarde eigenlijk niet bevlekt? Aan hoeveel erfenissen kleeft onrecht om de manier waarop het goed werd bijeengebracht, en hoeveel erfenissen worden verkeerd besteed?

Maar de hemelse erfenis is onbevlekt, rein en zuiver. Dat heil werd verkregen in een weg van heilig recht. En die erfenis zal ook nooit verontreinigd kunnen worden door degenen die erin delen, omdat die erfenis in de hemel bewaard wordt. Ware dat niet zo dan zouden de erfgenamen het nog kunnen verontreinigen en verzondigen. Maar dat zullen ze niet meer kunnen doen als ze in het volle bezit ervan gesteld zullen worden, want in de hemel zal niet komen dat verontreinigt en gruwelijkheid doet. Het fijne goud der genade wordt daar niet meer door de inklevende smet van de zonde verdonkerd. Want zij, die in het bezit van die erfenis gesteld zullen worden, hebben hun klederen wit gemaakt in het bloed van het Lam. In volmaakte heiligheid zullen zij voor de troon stralen, en daarom zal die erfenis nooit worden bevlekt. Zij is en zij blijft onbevlekkelijk.

Van die erfenis wordt ten laatste gezegd dat ze ook onverwelkelijk is. Dat wil zeggen ze kan niet door innerlijke vertering en vergankelijkheid te gronde gaan. De waarde en de glans ervan blijft eeuwig behouden. Onverwelkelijk. Wij kunnen ons eigenlijk niet goed voorstellen wat dat is. Alles verwelkt als gevolg van de zonde. Het leven is als een bloem die voor een bepaalde tijd bloeit, maar dan haar frisheid verliest, verwelkt en tenslotte vergaat. En met hoeveel strijd en verdriet gaat die levensgang gepaard? Hoeveel tranen worden er weggepinkt om teleurgestelde verwachtingen, om wat ons ontglipt en om wat verdwijnt? Maar de erfenis die weggelegd is voor die de Heere vrezen verliest haar kracht en haar schoonheid niet. In het paradijs Gods zal de boom des levens zijn blad niet laten vallen, maar in altijddurende levensvolheid vruchten geven. Daar zijn geen verwelkte bloemen, geen geknakte uitgebluste levens, geen teleurstellingen, geen verdriet en rouw. Daar is eeuwige blijdschap in de Heere. En Die op de troon zit zeide: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En het Lam dat in het midden van de troon is zal hen leiden tot de levende fonteinen der wateren en God zal alle tranen van de ogen afwissen.”

Naar dat grote heil hebben degenen die de Heere vrezen, de eeuwen door, uitgezien. Door wederbarende genade zijn zij wel in beginsel vernieuwd en kennen zij het beginsel van de eeuwige vreugde. Maar het blijven beginselen. Op zijn sterfbed getuigde David dat in die erfenis, in dat heil des Heeren, al zijn lust en zijn heil was, maar hij voegde eraan toe: Hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten. Wat van dat heil in deze bedeling genoten wordt is als de rente van een kapitaal. De erfenis zelf geeft de Heere hen niet in handen. Zij worden in de hemel bewaard. In de hemel is de troon van God, die naar Zijn grote barmhartigheid die erfenis aan in zichzelf zondige onwaardige mensenkinderen heeft toegedacht. In de hemel is ook de grote Hogepriester, Die door Zijn Zelfofferande de erfenis heeft verworven. Daar wordt de erfenis bewaard, maar omdat ze daar bewaard wordt is ze ook onverliesbaar. Zoals Kanaan a.h.w. wachtte op de erfgenamen, zo wacht die onverwelkelijke erfenis alleen die de Heere vrezen die Hem liefgekregen hebben in onverderfelijkheid. Dat ligt vast in het verbond des Heeren dat door het bloed van Christus verzegeld is. Daarom kon Petrus degenen aan wie hij schreef verzekeren dat ze een gegronde hoop hadden op die onverderfelijke, onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is. Maar voor wie wordt die erfenis nu bewaard? Dat schrijft hij ook heel duidelijk. En op dat gewichtige punt, wat voor ons allen van het grootste belang is, zou ik u de volgende keer willen gaan wijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Een bijzondere erfenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's