Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De oudste zoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oudste zoon

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Zo ging dan zijn vader uit en bad hem.........”

De gelijkenis van de verloren zoon is aangrijpend van inhoud. De uitbeelding van de terugkeer van een verloren mens in de gunstverhouding tot God, en dat alleen door de trekkende liefde des Vaders. Doch in diezelfde gelijkenis wordt ons niet alleen de jongste zoon getekend, maar ook de oudste. Die oudste zoon beeldt ook iemand uit. Iemand, die wel heel deugdelijk leeft, maar iets mist dat juist het wezenlijke is: de liefde. Christus Jezus verhaalt deze gelijkenis als Hij ingegaan is tot de tollenaren en zondaren, en de Farizeën over deze omgang murmureren. Dan wijst Hij hen aan in de oudste zoon. Uiterlijk scheen het in orde, maar innerlijk was het een leven zonder God. En toch geen lust in het buiten blijven........„en de vader ging uit en bad hem”.

Het is feest in het huis van de vader. Een bijzonder feest. De jongste zoon is na jaren teruggekeerd in dit huis, en nu is alles vol vreugde. Er was immers een wonder gebeurd: „deze mijn zoon was dood en is weder levend worden”.

Maar even buiten het huis van de vader is de andere zoon. De avond is gedaald en zijn arbeid in het veld is ten einde. Het is tijd om naar huis te gaan. Doch........ wat mag dat toch zijn? De stilte en rust, die gewoonlijk heerst rondom het huis wordt doorbroken door ongewone klanken. Vreemd in zijn oren, maar hij vergist zich niet. Dichterbij gekomen weet hij het zeker: het zijn de klanken van een feestmaaltijd. Gezang en gerei. Haastig vraagt hij het aan een knecht en hoort het: „Uw broeder is teruggekeerd!” Zijn broeder? De toorn wordt in hem wakker. Met hem wil hij niet aanzitten, die zijn goed met hoeren en tollenaren heeft doorgebracht. Hij blijft buiten!

„En de vader ging uit en bad hem.......”, heeft er geen lust in, dat hij buiten het feestmaal blijft. Voortdurend vraagt hij hem smekend, toch binnen te gaan. Wij zouden zeggen: „de vader zou thuisgebleven zijn en de vertoornde zoon aan zichzelf overgelaten hebben”. Dat had hij kunnen doen, maar hij buigt zich nog over tot zijn zoon om hem binnen te nodigen. Dat is het grote voorrecht, dat de Heere geen lust heeft in de dood des zondaars, dat hij zich bekeert en leeft.

De bemoeienissen Gods zijn nog vele. Hij laat die nog uitgaan opdat uw gebed omhoog zou rijzen om een veranderd hart. Steeds weer wil Hij die arbeid nog aan onbekeerden besteden, maar eens zal het alles tegen u getuigen.

„Een zeker mens had twee zonen”. Tot welke van die beiden behoort gij?

Ge kunt vooraan zitten op alle plaatsen; uiterlijk heel degelijk zijn: „wat ontbreekt mij?” Zonder zelfkennis. Zonder liefde. Gods Geest maakt klein, doet alle rechten in onszelf verliezen. Verloren en toch behouden door de liefde Gods. Zij alleen zullen aanzitten aan het feestmaal van Gods vrije genade: „deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 1981

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De oudste zoon

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 1981

Bewaar het pand | 4 Pagina's