Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toch zingen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toch zingen!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar de Olijfberg.

Toch zingen! Hoe is het mogelijk?

Een lofzang op de weg naar het kruis. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?

En dan: welk een lofzang? Bij het Pascha zong men immers de psalmen 115-118, het grote Hallelujah voor al Gods goedertierenheden, waarvan het laatste vers luidde: „Looft den Heere, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid!” Hoe kunnen de discipelen die psalmen nog over de lippen krijgen na alles wat Jezus voor en tijdens de paasmaaltijd gezegd heeft over Zijn naderend lijden en sterven? Sterker nog: hoe kan Jezus Zelf deze lofpsalmen zingen, met het kruis voor ogen? Hij weet immers zo goed, zo haarscherp, wat Hem wacht.

Hoe kan Hij nog zingen: „Gij zijt Mijn God, U zal Ik loven”?

Wel: in die lofzang heeft Jezus het diepste doel van Zijn lijden geopenbaard: Zijn ganse leven op aarde was één zoeken van de eer van Zijn Vader. Maar ook, en met name Zijn sterven zal God groot maken.

Nu gaat Hij volbrengen het werk waartoe Hij Zich reeds in de stilte van de eeuwigheid had verbonden: „Zie, Ik kom, o God, om Uw wil te doen!” Nu gaat Hij dat grote werk volbrengen. De eer van Zijn Vader groot maken, Zijn deugden opluisteren, aan Zijn rechten voldoen, Zijn wet vervullen, maar nu ook de vloek der wet dragen en wegdragen. O, het is waar: Hij heeft geen zonde gekend noch gedaan en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden. Het is waar: Hij gaat betalen wat Hij niet geroofd heeft! Maar Hij heeft het van eeuwigheid gewild: „Zie, Ik kom, o God!” En nu: „Hier ben Ik!” Bereid, gewillig, verlangend! Mijn liefde en ijver brandt! Geen zonde gekend noch gedaan! Maar tot zonde gemaakt! Om te kunnen betalen, voldoen, verzoenen! Om Uw recht te verheerlijken, o heerlijke Vader! Om te verlossen en te zaligen allen die Gij Mij gegeven hebt! Om Mijn uitverkoren bruid te verlossen uit de klauwen van satan en dood! Opdat Ik met haar en zij met Mij eeuwig bruiloft viere .... Kom, Mijn bruid: de grote strijd gaat nu beginnen. En Ik zal de strijd alleen strijden. Zonder Uw hulp! Ik weet het nu al: ge zult nog niet één uur met Mij kunnen waken, als straks Mijn zweet als bloed wordt uitgeperst; Ik moet de pers alleen treden en er zal niemand met Mij zijn! Mijn ziel zal straks geheel bedroefd zijn tot de dood toe! Helse verlatenheid wacht Mij. O, Ik weet het alles. Maar het is goed! Ik ben bereid en gereed! En de overwinning is zeker!

En daarom: Mijn bruid, zing met Mij mee; de lofzang! Want de Heere is goed en Zijn goedertierenheid is in eeuwigheid!

En als zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij uit ....

Jezus zingt! Zijn hart is vervuld van een mateloze liefde. Hij kan Gods lof bezingen in het aangezicht van de dood en die oude psalmen worden volle werkelijkheid in Hem. En Hij kan ook zingen onder het kruis, omdat Hij ziet op de vreugde, die Hem is voorgesteld. Hij is Zich tenvolle bewust van lijden en dood, maar ook van overwinning en leven; de diepste nederlaag zal de grootste overwinning blijken te zijn. Hij gaat afdalen in de zwarte nacht van zonde en verdoemenis, maar niet om daarin ten onder te gaan, maar om de vijand te overwinnen, en al de Zijnen tot de overwinning te voeren. Hij heeft gezongen onder het kruis, omdat Hij reeds aanschouwde die grote schare, die door Zijn dood het leven zou ontvangen.

Zingen onder het kruis! Dat heeft Jezus gedaan, omdat Hij in Zijn bitterst lijden nog zag op de goedertierenheid Zijns Vaders.

En nu mogen Zijn discipelen meezingen. Dat is nu het wonder van Jezus’ liefde, dat Hij ook aan al de Zijnen diezelfde kunst leert: zingen onder het kruis!

Hoor maar: „’k Zal Zijn lof, zelfs in de nacht, zingen, daar ik Hem verwacht; en mijn hart, wat mij moog treffen, tot de God mijns levens heffen!”

Zingen onder het kruis! Paulus en Silas in de donkere kerker van Filippi: zij zongen Gode lofzangen!

Maar enkel als vrucht van Jezus Borgwerk! Kennen we er iets van? Leerden we de lofzang zingen? Met ons hart?

Met een traan in de stem? Een traan: vanwege eigen verdorvenheid! Ik deed door mijne zonden, U al die jammren aan!

Een traan: nooit heeft iemand zoveel kwaads, tegen zoveel goeds bedreven!

Een traan: tegen al Gods geboden zwaarlijk gezondigd, geen ervan gehouden, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ....

Een traan: een verbroken en een verslagen hart!

En toch zingen! De lofzang! Aan de voet van het kruis! Onder het kruis gebogen! Toch zingen: Loof den Heere, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid!

Toch zingen; want de Heere is goed voor slechte mensen!

Kunt ge zingen? Zing dan mee! De lofzang, in stilheid, tot God!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Toch zingen!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's