Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen rondom het levenseinde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen rondom het levenseinde

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

8. Het z.g.n. zelfbeschikkingsrecht.

Wie over euthanasie spreekt, zal zeker niet voorbij kunnen gaan aan de stellige bewering van de meeste voorstanders, dat een mens recht heeft op het sterven. Hij moet kunnen sterven, zoals hij dat zelf wil of heeft gewild. Hij moet daar dus zelf over kunnen beschikken. Daarom is hun mond vol van het woord dat we boven dit artikel hebben geschreven: ’zelfbeschikkingsrecht’. Het woord ’recht’ is voor de mens van vandaag al geen vreemd woord. Het wordt overal gehoord én gezien. Weinig grote demonstraties worden er gehouden of er is wel één of ander spandoek in het midden van de menigte waarop dit woord met grote letters te lezen is. In allerlei variaties valt het op: recht op werk, recht op vrede voor ons en onze kinderen . . . We kunnen wel doorgaan. Zolang we hier nog de vrijheid hebben, zullen zulke leuzen nog wel vermenigvuldigd worden. Maar de mens van vandaag spreekt niet alleen graag over het recht op een bepaalde manier van leven. Hij wil het ook graag hebben over ’het recht op het sterven’. Het is niet moeilijk om voorbeelden te geven van het pleiten voor euthanasie vanwege het recht om zelf over eigen sterven te beschikken. Het is één van de meest drijvende gedachten van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie. In de overwegingen van de grote politieke partijen in ons land wordt het meestal heel sterk naar voren gehaald. Het komt er - bij niet-christelijke partijen - meestal op neer dat de samenleving een ernstig en uitdrukkelijk verlangen van een mens om zijn leven te beeïndigen in beginsel moet respecteren ’aangezien het recht van zelfbeschikking elk mens toekomt’. Wat we hier tussen aanhalingstekens zetten, is duidelijk het beheersende motief.

We hebben het al eens aan het begin van deze artikelenserie over het z.g.n. levenstestament gehad, dat door de bovengenoemde vereniging wordt verspreid. Het is een treurig geval. Iemand stelt van te voren een wilsverklaring op waarin hij uitdrukkelijk verklaart hoe hij sterven wil. Daarin wordt gevraagd om euthanasie toe te passen als hij of zij, die het stuk ondertekent, door ziekte, ongeval of welke oorzaak ook, in een dergelijke lichamelijke of geestelijke toestand komt te verkeren, waaruit geen herstel tot een ’redelijke en waardige levensstaat’ te verwachten is. In feite is dat ’document’ niet anders dan een afschuwelijke uiting van de mens die meent over zijn eigen sterven te kunnen beschikken. Zo kan hij beginnen: ’Na grondige overweging, uit vrije wil en in het bezit van mijn volle verstand verklaar ik het volgende . . .’. Wie huivert hier niet als hij er zelf iets van voelt, dat we zulke rechten niet kunnen laten gelden!

Wat hiermee samenhangt

Het zal een ieder duidelijk zijn dat het spreken over het ’zelfbeschikkingsrecht’ bij het sterven niet alleen euthanasie raakt. Het raakt ook een andere zaak, die met zeker zo grote huiver vervullen mag n.m.l. de zelfmoord of zoals men tegenwoordig meestal zegt: de zelfdoding. Euthanasie en zelfmoord liggen in eikaars nabijheid.

In beide gevallen is het toch de mens, die meent dat hij zelf over het sterven kan beschikken. In het opnemen voor het ’recht’ op zelfdoding is dat wel bijzonder sprekend. Men spreekt over een ’vrije’ dood, die in onze eigen macht zou staan. Het zou zelfs vandaag tot de bepaalde trap van beschaving horen dat velen de weg van zelfmoord verkiezen. Zij, die meer ontwikkeling hebben zien het in dat een ’geplande’ dood beter is dan het afwachten van de ’gewone’ dood. Och, alleen de uitdrukkingen, die gebruikt worden, moeten al met afkeer vervullen, maar toch is het nodig dat we weten wat er in de wereld van vandaag te doen is.

Er is verschil. Het ’zelfbeschikkingsrecht’ komt bij zelfmoord directer uit. In dat geval doet men het zélf. Bij euthanasie laat men het een ander doen. Overigens is het ook dan de aanmatiging van het schepsel, dat souverein meent te kunnen beschikken over wat in Gods Handen ligt.

Verschil in benadering maakt het toch niet anders

Niet ieder benadert het z.g.n. zelfbeschikkingsrecht op dezelfde manier. Het moet eerlijkheidshalve gezegd worden dat niet álle pleiten voor ’zelfbeschikking’ zo bruut is als van de Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie en de - in hoofdzaak - linkse politieke partijen. Zo maakt bijv. Kuitert verschil tussen lichtvaardige zelfbeschikking en - wat hij noemt - zorgvuldig overwogen zelfbeschikking. Het lijkt mij goed dat we iets van zijn gedachtengang hier vermelden. En dat juist omdat we menen dat hij toch principieel - bij alle beperkingen die hij aan wil brengen - het zelfbeschikkingsrecht bij de méns laat.

Met klem wil deze professor zeggen dat uit de overtuiging, dat God de Gever van het leven is, niet volgt, dat we niet over het leven - van anderen of van onszelf - mogen beschikken. We doen dat immers toch wel, zegt hij. Het ontnemen van het leven van een medemens is soms onontkoombaar. Hij haalt het voorbeeld aan van een gijzelaar, die op het punt staat om een vliegtuig met de passagiers, die er in zijn, te vernietigen. Het kan dan in veel gevallen niet anders dan dat die man gedood wordt. In zo’n geval kan men niet spreken van een willekeurig beschikken over net leven van een mens. Dat is geen belediging van de Schepper van het leven. Dat is het wel, als we onszelf ’dood drinken, spelen of werken’.

Volgens Kuitert gaat het in het gebod ’Gij zult niet doodslaan’ om het willekeurig doden van een medemens, het onzorgvuldig met mensenlevens omgaan. Dat verbiedt God uitdrukkelijk, niet het zorgvuldig, weloverwogen beschikken over eigen leven. Hij bedoelt daarmee: weloverwogen mét God, mét medemensen en mét onszelf. Zo komt hij tot de uitspraak dat het geen lichtvaardige zelfbeschikking is, als mensen - na beraad, gebed en gesprek - tot dè overtuiging komen, dat ze niet verder willen en ’van God ook niet verder hoeven’ en van daaruit een verzoek om euthanasie indienen. Voor hem is het zelfs een verheugende zaak, dat iemand bij zijn leven de Schepper heeft leren kennen en Hem eerbiedig aan het eind van het leven het ’entreebewijs teruggeeft’.

Hier moeten maar niet alleen vragen gesteld worden als: waar is de grens tussen willekeurig beschikken én zorgvuldig, weloverwogen beschikken? Die kan toch nooit subjectief getrokken worden in het beraad of het gesprek met anderen of zelfs niet in het gebed. Hier gaat het bovenal om het gebod zélf. Dat gebod geeft volstrekt alleen aan Gód het recht om het leven te beëindigen. Als Hij uitdrukkelijk mensen het recht gééft om anderen het leven te ontnemen, dan blijft het nog God, Die in volstrekte zin het recht hééft. Het doden van de vliegtuiggijzelaar is een voorbeeld dat niet kan dienen om zelfmoord of euthanasie te verdedigen.

De praktijk

Het zich beroepen op het zelfbeschikkingsrecht is voorbijgaan aan het recht, dat God alleen toekomt maar het wordt ook in de praktijk door allerlei beperkingen omringd. Allereerst: in hoeveel gevallen wordt er euthanasie toegepast, terwijl er naar de wil van een patiënt niet gevraagd is en trouwens ook niet gevraagd kan worden? Er zijn gevallen, waarin zonder voorafgaande toestemming van de man of vrouw zelf, zelfs zonder voorafgaande toestemming van de familie, het sterven van een ongeneselijke patiënt in het laatste stadium verhaast wordt op indirecte wijze. Ik ga niet af op gevallen die ik hoor van deze of gene, maar op onderzoek van een socioloog, dat onlangs verschenen is en waarin hij duidelijk stelt dat euthanasie op indirecte wijze een niet weinig voorkomend verschijnsel in veel ziekenhuizen is. De patiënt raakt in het laatste stadium in coma. Een infuus met bepaalde samenstelling versnelt het einde. Moet hier niet de eerlijke conclusie zijn dat het beroep op het z.g.n. zelfbeschikkingsrecht bij een praktijk, die zich niet bekommert om de wil van familie en van de patiënt zelf, een ledig gebaar is?

Dan: stel eens: iemand heeft - om dan maar de woorden na te spreken van het z.g.n. levenstestament - ’na grondige overweging, uit vrije wil en in het bezit van zijn volle verstand’ een verklaring opgesteld dat hij euthanasie wil en hij wordt door een ernstig ongeluk buiten bewustzijn naar een ziekenhuis gebracht. Kan er dan nog van zelfbeschikking gesproken worden? Hij is overgeleverd aan de behandelende arts eventueel na bespreking met familie of wie dan ook. Ik wil maar zeggen: ook daarin is het z.g.n. zelfbeschikkingsrecht een ledig gebaar omdat wíj niet over de omstandigheden te beschikken hebben maar Gód, Die in Zijn Voorzienigheid alle dingen regeert.

Wie alléén beschikt

Laten we het niet anders stellen: God heeft alléén het volstrekte recht om het leven van Zijn schepsel te beëindigen! In welke zin we dat bedoelen is reeds gezegd. We willen het hier nog wat uitwerken. Hij is de Schepper van het leven. Hij heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt. Daar hebben mensenkinderen hun handen van áf te houden, tenzij God het uitdrukkelijk zegt in Zijn eigen Woord. ’Gij zult niet doodslaan’. Het is niet anders dan de hoogmoed van de gevallen mens waardoor Hij tegen die God rebelleert en zelf wil bepalen hoe en wanneer hij sterven zal.

Er is maar Eén geweest, Die over Zijn leven heeft mogen beschikken. We leven tegen het einde van de lijdenstijd. Goede Vrijdag Dredikt de stervende Borg en Zaligmaker. Hij alléén kon het zeggen: ’Daarom heeft Mij Mijn Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg . . .’ Hij heeft Zijn leven afgelegd voor arme zondaren in volkomen gehoorzaamheid aan Zijn Vader. In die Heere Jezus Christus is er hoop en uitzicht in het stervensuur voor allen die niet rusten kunnen dan alleen door een levend geloof in Zijn volbracht werk. Die Hem nodig hebben gekregen zullen ook ernst maken met Gods gebod, waartoe wij allen geroepen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Vragen rondom het levenseinde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's