Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 22

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET BEDRIJFSLEVEN.

II. Landbouw en veeteelt.

Ia. De landbouw (vervolg).

Zoals u op het plaatje in ’t vorig nummer van „Bewaar het Pand” over het „meetsnoer” hebt kunnen zien, was het ten strengste verboden de beide grensstenen, welke het toegemeten deel van de akker bepaalde, te verplaatsen en zulks dan tot eigen voordeel. Dit kwam dus hierop neer, dat het gedeelte van de akker van zijn buurman kleiner werd. Dat was dus zuiver „bestelen”.

In verband hiermede, zouden we deze opmerking hieraan nog willen verbinden. De Heere heeft ieder mens zijn eigen bescheiden deel toegemeten. Maar Hij heeft ook de grenzen gesteld tussen bepaalde verbanden. O.a. tussen Zijn dienst en die van de „wereld”. We lezen in I Johannes 2 vs. 15: „Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem”. En in vs. 16 schrijft de apostel verder:

„Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vieses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld”. Deze vermaning des Heeren bedoelt dus duidelijk: het „meedoen met” en het „meegaan met” de normen en praktijken, die de „wereld” stelt naar eigen zin en lusten, en wel zó: dat „zonde” géén „zonde” meer is.

Al meer en meer zien we de wereldgelijkvormigheid schrikbarend toenemen. En daarmede ook het diep verval van Gods Kerk. Ja, dan zien we bewaarheid, „Hoe is het goud zo verdonkerd, het goede fijne goud zo veranderd!” (Klaagl. 4 vs. la). En in vers 2: „De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij nu gelijk gerekend de aarde flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers!

Gaan we nu verder in op het beploegen van de toegemeten akker. Maar dat was vaak geen gemakkelijk werk voor de boer. En waarom niet? Omdat aan de eigenlijke bewerking van de bodem niet zoveel werd gedaan. Dat hield verband met het feit, dat zijn akker toch geen vast bezit was. Want bij een volgend jaar kon de loting zó uitvallen, dat zijn akker weer aan anderen toegemeten werd. ’t Voornaamste was voor hemzelf, wanneer hij dit jaar maar een goede oogst binnen kon halen! Waarom zou hij zich verder druk maken voor de verbetering van de grond, ’t Enige wat voor hem van betekenis was is, dat hij na de oogst zijn vee naar de stoppelvelden dreef om daar te grazen, waardoor de grond door natuurlijke besmetting verrijkt werd, zulks ten bate van het land.

Oudtijds was er nog een ander middel om het land niet te doen uitputten en dat was, wat de Heere in Zijn wetten voorschreef: het land om de zeven jaar een jaar braak te laten liggen, het „Sabbathsjaar” geheten. We lezen in Exodus 23 : 10 en 11a:

„Gij zult ook zes jaar uw land bezaaien en zijn inkomst verzamelen. Maar in het zevende zult gij het rusten en stil liggen laten, dat de armen uws volks mogen eten.

Nadat nu de eerste regens de bodem gedrenkt hadden, dreef de boer zijn ploeg door zijn akker, ’t Was een licht werktuig, die ploeg.

Aan een gekromd stuk hout werd de ijzeren ploegschaar bevestigd. U kunt dit enigszins zien op het plaatje, dat ook de vorige les al is afgedrukt. Aan dit hout van de ploeg werd de „disselboom” en de „ploegstaart” vastgemaakt. Het span runderen, dat de ploeg voorttrok, was met een juk, een zwaar stuk hout, aan de disselboom gebonden en aan de beide einden van twee lange pennen voorzien, waartussen de halzen van de trekdieren pasten.

Ook hierin ligt een treffend beeld opgesloten van de „dienstbaarheid” van Israel, zoals Egypte als onder Babel.

We lezen in Jeremia 27, dat de profeet Jeremia „houten jukken” moest zenden aan de vorsten, die in de hand van de koning van Babel werden overgegeven om hem te dienen.

En dan denken we bijzonder aan de bekende nodiging van de Heere Jezus in tegenstelling met het juk van de Farizeese geboden en inzettingen: „Neemt mijn juk op u leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht en Mijn last is licht”. (Matth. 11 : 29 en 30). Wat kunnen er van Gods kinderen veelal zuchtend en vrezend hun weg gaan vanwege de „wettische dienstbaarheid”, waarvan Paulus gewaagt in zijn brief aan de Galaten, hoofdstuk 4.

Lezer(es)! Onder welk juk gaat ü uw weg? De ploeger had bij zijn ploeg ook een „stok” bij zich tijdens het ploegen. Dat was de „ossenstok”, van 2 tot 3 mtr. lang. Aan het eind van die stok was een klein „schopje” bevestigd. Wel, dat schopje diende om, wanneer een kluit aarde aan het ploegijzer bleef hangen, het dan van de ploegschaar af te steken. Het diende ook om het onkruid los te maken.

Verder zat aan de andere kant van die stok een scherpe ijzeren punt. Wanneer bijvoorbeeld de ossen wat lui werden vanwege het warme weer, dan porde de boer zijn ossen ermee wat aan. Maar dat beviel vanzelf dat dier niet en daarom sloeg het zijn poot achteruit om dus de boer goed te raken. Maar dan houdt de ploeger die scherpe punt bij de poten van het dier. Zou dan de os echter toch terugslaan met zijn poot, dat was dus met de achterkant van zijn poot, juist waar de verzenen zitten. En daarvoor had het dier wel het besef om zijn poot nièt terug te stoten, maar die thuis te houden en verder rustig door te werken.

Welnu, zo denken we hier aan Paulus’ bekering op de weg naar Damaskus. Neergeworpen door het licht uit de hemel en horende de stem des Heeren „Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?” zo antwoordde Jezus op de vraag van Paulus: „Wie zijt Gij, Heere?”. . . „Ik ben Jezus, Die gij vervolgt. Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan”.

Ja, zo zou het ook voor ieder, die op de weg des verderfs nog wandelt, tot een ernstige roepstem dienen te zijn en noodzakelijk tot inkeer te komen met de vraag: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?”

Om echter nog even in te gaan op een paar zaken betreffende het „ploegen”, willen we nog op een paar dingen wijzen tot onderwijs uit het Woord des Heeren!

Dat waren namelijk enkele zaken bij het „ploegen” van de boer om zijn akker te bewerken.

En dat was ten eerste het feit, dat men bij het

Eloegen zeer wel de aandacht moest houden bij het besturen van de ploegschaar. Want hier moest de ploeger wel degelijk rekening houden met verschillende moeilijkheden, welke zich op de akkergrond voordeden.

Zo kreeg de ploeger te doen met verschillende „stenen”, die men zo maar zorgeloos neerwierp. Dat was ook het geval met de wegen, die stipt onderhouden moesten worden bij de komst van hooggeplaatste bezoekers.

Zo lezen we in Jesaja 62 vs. 10: „Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt de weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg”.

We lazen ook een heel eigenaardig verschijnsel ten opzichte van stenen in akkers. Men heeft tussen stenen van een Egyptische pyramide van meer dan 3000 jaren oud. . . „tarwekorrels” gevonden. Wel een heel sterk voorval.

Er was ook nog een andere moeilijkheid bij het ploegen en dat was opgroeien van „struikgewas”, dat op de duur tamelijk uitgroeide tot zelfs bosjes. En dan haalde de boer die niet weg, maar hij ploegde er rustig omheen.

Al met al moest hij steeds nauwkeurig op de hindernissen letten en steeds vooruitzien. Nauwkeurig bestuurde hij zijn ploegschaar. Welnu, hierbij denken we aan het woord van de Heere Jezus in Lukas 9 : 62: „Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods”.

We komen nu tot het „zaaien” van het koren. Hierover in een volgend artikel D.V.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's