Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hulpmiddelen voor ons geloof dat God is een God van vertroosting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hulpmiddelen voor ons geloof dat God is een God van vertroosting

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zou een arme vertroosting zijn te wijzen op het bestaan van hinderpalen, als we niet geloofden, dat ze kunnen worden overwonnen en ook kunnen aantonen hoe dit kan worden gedaan.

“Helaas!” zou de arme beproefde man kunnen zeggen, “ik ken mijn hindernissen slechts te goed, help me om ze uit de weg te ruimen en dan zult u me werkelijk een dienst bewijzen.”

Dat is het wat ik nu zou begeren te doen. Dit is een passend deel van een Troostboek.

Nu, een van de meest doeltreffende wegen om van die hindernissen af te komen is om ze op te sporen en vast te stellen vanwaar ze komen.

Ik ben er zeker van dat vele ervan komen van bepaalde verkeerde gedachten van God, en bijgevolg moeten de hulpmiddelen ook komen van gedachten, die alleen van de rechte soort zijn. We moeten ons dicht houden bij de gedachten van God. We moeten Satans duistere gedachten en inblazingen omtrent God tegenstaan met heerlijke gedachten omtrent Hem. Want wanneer we dat niet doen zal hij altijd in staat zijn om God als verschrikkelijk bij ons voor te stellen. Hoe we onze gedachten mogen afleiden, de duivel zal een ding altijd vasthouden als hij zegt: “Maar ja, wat God betreft? Het is niet alles recht met hem en wat meer is, nooit kan alles geschieden.”

Maar wanneer we tot God zijn gegaan en rechte gedachten van Hem hebben, dan kan God ons nooit voorkomen als een donkere schaduw, maar als licht. We zullen Hem werkelijk als een Vader leren kennen; en als Satan komt om ons te kwellen met gedachten omtrent Hem, zullen we zeggen: “We weten wie Hij is - onze Vader Die in de hemelen is.”

Ik overdenk dan de natuur van God als mijn grote hulpmiddel om te geloven, dat Hij is een God van vertroosting.

En allereerst vanwege het enkele feit dat Gods wezen milddadig is, mogen we oordelen, dat Hij zeer geschikt is om een God van vertroosting te zijn.

Overal in de Schrift wordt Hij aan ons voorgesteld als een goedertieren God. Hij is het Die geen behagen heeft in de dood van een zondaar, maar daarin dat hij zich bekere en leve. Hij zegt: “Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen”, “de zonden en ongerechtigheden van Mijn volk zal ik nimmermeer gedenken.” Hoe veel meer God milddadig is dan de mens hebben we merkwaardig genoeg voor ons gelegd in wat Hij zegt tot de profeet Jeremia: “Hebt gij gezien, wat de afgekeerde Israel gedaan heeft? Zij ging henen op alle hoge berg, en tot onder alle groene boom, en hoereerde aldaar. En Ik zeide, nadat zij zulks alles gedaan had: Bekeer u tot Mij” (3 : 6-7).

Anderen zouden hebben gezegd: “Ga heen”, maar God zegt: “Keer weder”. Dat was inderdaad grootmoedigheid. In het eerste vers van dit hoofdstuk laat God zien, dat de manier van de mens om iemand onder gelij ke omstandigheden te behandelen geheel anders zou zijn; maar Hij is God en geen mens; en Zijn wegen en gedachten zijn niet gelijk onze wegen en gedachten. Zijn grootmoedigheid gaat de onze geheel en al te boven.

Toen ik juist op dit ogenblik de concordantie opende, kwam ik tot vijf teksten, de een na de ander, waar van God gesproken als aangeroepen met een gunstig gevolg. “Alzo werd God na dezen den lande verbeden; ” (2 Sam. 21 : 14. “Alzo werd de HEERE den lande verbeden, en deze plage van over Israel opgehouden;”(2Samuël24 : 25). “Omdatzij tot God riepen in de krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden;” (1 Kron. 5 : 20). “Manasse bad Hem en Hij liet Zich van hem verbidden;” (2 Kron. 33 : 13). “En verzochten zulks van onze God en Hij liet Zich van ons verbidden;” (Ezra 8 : 23). God is lankmoedig en groot van goedertierenheid en genade. En in de gelijkenis van de verloren zoon wordt de grootmoedige behandeling ten volle getoond; de Vader ontvangt de ellendige zondaar juist zoals hij is, verwijt hem niet, herstelt hem in Zijn gunst en trekt hem het beste kleed aan en slacht voor hem het gemeste kalf.

Nu, als ik iets nodig heb, is het een grote bemoediging voor mij in het gaan vragen er om, dat ik weet dat ik heb te maken met een goedertieren Persoon. Ik gevoel dat Hij bereid zal zijn om mij te helpen en mild met mij zal handelen en mij goed zal doen. En laat deze gedachte u vertroosten. Er is niet één karig woord omtrent God in heel de Bijbel. U zult zeker van Hem verkrijgen, alleen omdat Hij is wat Hij is, wat Hij ook beloofd heeft te schenken.

En als God milddadig is, dan zal Hij zijn zelf - mededeelzaam, dat is, Hij zal altijd bezig zijn in het uitdelen van het goede. God is er niet tevreden mee alleen Zijn goedheid te bezitten en deze voor Zichzelf te houden. Hij heeft Zijn enige Zoon niet gespaard, maar Hem vrijwillig voor ons allen overgegeven, en hoe zal Hij ons met Hem zo niet vrijwillig alle dingen schenken?

Als we voor een of ander moeten gaan naar een Persoon, Die daadwerkelijk verlangt juist de dingen weg te geven, die we nodig hebben, welk een wonderlijke vrijmoedigheid zou het in ons werken om tot Hem te gaan om wat we nodig hebben.

Nu, kan God alles bezitten wat ons gelukkig en getroost zou maken en er ons nooit een proefje van schenken? Stellig niet! Daarom, wanneer u het begeert, zal Hij Zelf u willen mededelen en wat Hij meedeelt moet zijn Zichzelf, moet zijn gelijk aan Hemzelf, en daarom moet het goed zijn, het zal zijn de gave van Zichzelf aan u zoals gij zijt, en met uw bijzondere behoefte. Hij wil Zijn stromen uitgieten in uw lage plaatsen, al uw droge wellen en op uw uitgedroogde landerijen en ledige waterbronnen. Waar gij het droogste zijt en de meeste behoefte hebt is de plaats waar Hij zeer zeker zal komen.

Verder, we mogen grote vertroosting putten uit de overweging, dat God tot ons staat in de verhouding van een Vader; en aangezien Hij naar Zijn eigen natuur elk ding moet doen op de beste en volmaakste wijze en ook in de hoogste mate, mogen we er zeker van zijn, dat Hij beter voor ons zal zijn dan enige aardse Vader geweest is voor een zoon. Wanneer aan enigen van ons, die oud zijn en hebben ondervonden de beproevingen en moeiten van het leven, werd verteld, dat onze vader uit zijn graf was opgestaan met duizendmaal meer liefde dan hij ooit voor ons had gehad, toen hij in leven was, en met overvloedige rijkdom om daarmee in de praktijk die liefde te tonen, en met wijsheid, die daadwerkelijk zou voorkomen, dat hij vergissingen zou begaan, zouden we inderdaad en wonderlijke vertroosting hebben, ongeacht welke aanwezige beproeving ons drukte.

Maar we hebben iets beters. We hebben een Vader in de hemel; en Hij wil niet tekort komen in het vervullen van zelfs een van de functies van een ouder.

Vertroost u dan met de gedachte, dat Hij met Wien u hebt te doen in elke weg het is, Wiens bijzondere verhouding tot u verzekert dat u zult verkrijgen wat u nodig hebt. Als uw

Vader u niet wil vertroosten, wie dan wel? Hij is de meest geschikte Persoon om vertroosting van te verkrijgen; daarom ook de juiste Persoon om tot Hem uit te gaan.

En omdat Hij een Vader is moogt u alle tedere vertroosting verwachten. Het is door de tedere barmhartigheid van onze God dat de Opgang uit de hoogte ons bezocht heeft. Jacobus vertelt ons dat “de Heere medelijdend is en van grote goedertierenheid” (1 : 11). Het bevel om vriendelijk te zijn voor elkander, barmhartig te zijn en elkander te vergeven, is geheel gegrond op zulke dingen in God - “gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft” (Ef. 4 : 32).

Nu, wanneer we, in plaats van zo op God te zien en op alles wat uit Hem voortvloeit omdat Hij is wat Hij is, op onszelf en op alles wat wij verdienen, dan zullen we helemaal geen vertroosting hebben. Vertroosting zal nooit tot ons komen in de laatste weg. We moeten op onszelf zien, in de verwachting alles ledig te vinden, en niet met de begeerte de zaak een beetje beter te maken dan ze is. We moeten niet verwonderd zijn of verschrikt of ontmoedigd bij het constateren van deze ledigheid; zij komt eenvoudig voort uit ons zijn wat we zijn. Als we er ons toe zetten ontdekkingen omtrent onszelf te doen, zij zullen allen zijn in de lijn van deze ledigheid, steeds meer hoe meer we kijken.

Maar al die ontdekkingen van God zullen zijn van volheid; en in het plaatsen van de twee tezamen moet onze vertroosting liggen. Baad dan uw gedachten in God. Wees rijk in God - arm in uzelf, maar rijk in Hem.

U ziet wat Hij is. Geheel Zijn natuur, al Zijn uitspraken, al Zijn daden getuigen van vertroosting. Niet vertroosting voor de onboetvaardige en de zelfhandhaver en voor hen die denken dat ze geen nood hebben, maar voor allen die wensen nederig te worden en behoeftig en te worden gevuld uit een bron buiten henzelf.

Zeg dan dit in uw samensprekingen met uzelf:

Wie kent evengoed wat God is als Hijzelf? en al wat Hij tot mij gesproken heeft leidt tot vertroosting. Ik wil God niet een slechte natuur geven door alleen dreiging van Hem te verwachten.

Ik wil niet Satans gedachte omtrent God overnemen; welk belang kan hij hebben anders dan kwaad van Hem te spreken?

Ik wil niet de gissingen omtrent Hem van mijn eigen bedriegelijk en achterdochtig en onwetend hart aannemen, want wegens mijn arme gevallen natuur zijn ze zeker verdraaid. Ik wil mezelf op God werpen, zoals Hij Zichzelf geopenbaard heeft. Ik wil mijn ogen op Hem gericht houden en ik wil ze sluiten voor al het andere.

Ik wil me houden aan wat Hij heeft geopenbaard. Ik kan slechts zijn wat ik ben - ledig; en Hij kan slechts zijn wat Hij is - De Vervuiler van die ledigheid. Uit Zijn volheid zal ik dan ontvangen; en omdat Hij is wat Hij is, zal ik de genade hebben van hulp in elke tijd van nood.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Hulpmiddelen voor ons geloof dat God is een God van vertroosting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's