Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vertroosting voor het geval we ons tot niets nut gevoelen 2.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vertroosting voor het geval we ons tot niets nut gevoelen 2.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In I Samuël hoofdstuk 30 : 21-25 leest u van tweehonderd mannen, die zo vermoeid waren dat zij David niet konden navolgen, “die zij aan de beek Besor hadden laten blijven; die gingen David tegemoet, en het volk, dat bij hem was tegemoet; en David trad tot het volk, en hij vraagde hen naar hun welstand. Toen antwoordde een ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David getogen waren, en zij zeiden: Omdat zij met ons niet getogen zijn, zullen wij hun van de buit, die wij gered hebben, niet geven, maar aan een iegelijk zijn vrouw en zijn kinderen; laat hen die heenleiden, en weggaan. Maar David zeide: Alzo zult gij niet doen, mijn broeders, met hetgeen ons de Heere gegeven heeft, en Hij heeft ons bewaard en heeft de bende, die tegen ons kwam, in onze hand gegeven. Wie zou toch ulieden in deze zaak horen? Want gelijk het deel dergenen is, die in de strijd mede afgetogen zijn, alzo zal ook het deel dergenen zijn, die bij het gereedschap gebleven zijn; zij zullen gelijkelijk delen. En dit is van die dag af en voortaan alzo geweest; want hij heeft het tot een inzetting en tot een recht gesteld in Israel, tot op deze dag.”

De mannen in het garnizoen zijn in de oorlog even belangrijk, terwijl ze er niet uitzien als een geheel, als zij die uitgaan en te velde trekken. Wanneer er geen garnizoens waren in zo en zo verstekte plaatsen, zouden de troepen op het slagveld geen basis hebben voor hun operaties - niets om op terug te vallen - en mogelijk zou de oorlog helemaal niet kunnen worden voortgezet.

Gods plannen, Zijn werk, Zijn koninkrijk zijn een groot geheel; en al zou u zich tot niets nut gevoelen en hier erger dan tot niets nut, en daar als een gewapend man die zijn plaats kreeg onder de cavalerie of artillerie, toch is u in uw eigen plaats van het grootste nut. God heeft een werk voor u, al kan men het niet zien, al kunt u het mogelijk zelf niet zien. Alles wat u hebt te doen is te zeggen: “ben ik in de plaats waar God mij heeft gesteld?” en als u gevoelt dat u daar is, dan, wees er zeker van, dat de alwijze God niet zou willen dat u zo’n dwaas ding doet om aan te nemen dat u waar u is van geen nut zou zijn. Laat me u een andere kleine gelijkenis vertellen, waardoor ik tracht zieke mensen te vertroosten.

Hier is een dame met een zak vol mooie wol van allerlei kleuren. Haar kleine jongen komt bij haar als zij aan het werk is en zegt: “o moeder, wat een mooie kleuren - rood, blauw, rosé, groen, ik houd van ze allemaal, ze zullen er mooi uitzien in uw borduurwerk wanneer het klaar is. Maar hier is een streng zwarte wol. Daar houd ik niet van; het is een lelijke sombere kleur en er is slechts één streng van. Dat kan nergens goed voor zijn. Ik zal hem wegnemen, want hij doet schade aan de aanblik van deze mooie wol.”

“Nee, nee, mijn kind”, zegt de moeder, “dat is een zeer kostbare streng, je moet hem niet aanraken. Ik zal je straks laten zien, hoe nuttig hij is”.

Zo gaat het werk verder en het is bijna klaar als de moeder het aan het kind laat zien. Maar, in plaats van uit te roepen hoe zeer hij er zich over verwondert, kijkt de jongen er met verbazing naar en hij zegt: “wel, moeder, de mannen en vrouwen en kinderen en paarden en honden hebben geen ogen, zij zien er uit alsof ze er werkelijk helemaal niet zijn”.

Dan gebruikt de moeder de streng zwarte wol en in enkele minuten werkt zij er de ogen in en dan ziet het hele werk er levens-getrouw uit, en nu heeft het kind het nut van de streng zwarte wol geleerd.

En zo is het met ons. Onze ziekte is voor ons de streng zwarte wol, die van ons particulier leven een nuttig leven maakt, die maakt dat wij de plaats opvullen waar zwart nodig is in het grote plan van God. Wij zijn mogelijk de schaduwen in Gods grote borduurwerk. En welk schilderij kan worden gemaakt met niets dan licht - welk schilderij, ik bedoel, die de aarde betreft? Het grote schilderij van Gods liefde, voorzover het de aarde betreft, is zwaar overschaduwd door het Kruis. Zodat u wat betreft het zich tot niets nut gevoelen grotelijks mag worden vertroost. Tenzij het uw opzettelijke wens is zo te zijn is u niet tot niets nut, noch kunt u het worden.

Mogelijk is u tijdens uw ziekte op weg om bevorderd te worden in het koninkrijk van God. Wanneer dat been, waarvan we enige ogenblikken geleden aan het spreken waren, was bewerkt en veranderd in superfosfaat van kalk, hoe subtiel werd het in zijn invloed! Het had dan kracht om binnen de minuut op haar-lijkende wortels en bijworteltjes van planten binnen te dringen, het kon zich vermengen met de elementen, het kon wonderen doen. Verbrijzeld koren maakt brood, getreden druiven maken wijn, geperste olijven scheiden olie af, de wierook die het vuur voelt stijgt omhoog in welriekende kringen de lucht in. De tarwe die alleen blijft is niet vruchtbaar; het is wanneer zij sterft dat zij ingaat in de schuren; de tak die vrucht draagt wordt gesnoeid, opdat zij meer vrucht zou voortbrengen.

Zo dan, zieke man of vrouw, zit niet in de put en wees niet ter neer geslagen; beschouw uzelf niet als tot niets nut.

Wanneer u nagenoeg zonder pijn zijt en voldoende kracht hebt, zoek enige bezigheid voor uzelf. Het zal u bijzonder helpen, wanneer die bezigheid te maken heeft met het verlichten van iemand anders bij ziekte. Wanneer uw middelen gering zijn en uw bezigheid brengt u iets mee, zal wat u op die wijze krijgt dubbel aangenaam zijn. Maar stel u zelf enig doel, enig werk voor ogen. Terwijl ik bezig ben deze bladzijde voor de druk voor te bereiden bereikt mij het volgende in een brief:

“Elizabeth woont in een dorpje genaamd K. Toen zij achttien jaren oud was werkte zij in een mijn en kreeg zij een vreselijk ongeluk, waarbij haar ruggegraat op drie plaatsen gebroken werd en ook vijf ribben, twee aan de ene, drie aan de andere zijde. Zij heeft nu in deze toestand vijf en veertig jaren voortgeleefd, zonder enig gevoel beneden haar middel, terwijl haar ene been geheel onder haar gespalkt is.

Zij was er een uit een groot gezin, die allemaal gestorven zijn behalve één zuster, een oude vrouw van boven de zeventig, die met haar samen woont en voor haar zorgt. De gezegde zuster is doofstom en kan niet lezen. Haar naam is Abigaïl. Het is wonderlijk die twee samen te zien, zo dol op elkaar. Elizabeth heeft geen kracht om zichzelf in haar bed te bewegen; zij wordt door Abigaïl van haar rug op haar buik gekeerd, die een beetje begrijpt door middel van tekenen.

Niettegenstaande haar vreselij ke beproeving is Elizabeth de gelukkigste Christin die ik gezien heb. Zij is vol vreugde en dankbaarheid en merkte op zekere dag tegenover een dame die binnenkwam op: “Hoe goed is het van de Heere om de zon te laten schijnen door mijn raampje!” Zij is zo’n grote gunsteling van de buren (en geen wonder, want altijd denkt zij aan anderen), dat een arme vrouw die ging sterven en een baby van weinig weken achterliet, niet tevreden was voordat Elizabeth beloofd had die op te nemen en groot te brengen. Dit deed zij werkelijk en het kind leefde tot het veertien was, toen het zeer gelukkig stierf aan de tering.

Een ander klein voorbeeld van de bereidheid om altijd klaar te staan om anderen te helpen: een dame die op een morgen naar binnen ging vond haar als gewoonlijk op baar buik, maar met haar handen uitgestrekt buiten haar bed, bezig met het kneden van deeg om brood te bakken voor een gezin in de buurt in behoeftige omstandigheden!

Onder sommige omstandigheden kunt u van groot nut zijn door tevreden te zijn en opgeruimd in uw moeite. Die u omringen zullen zien dat God u ondersteunt en zullen Hem prijzen en Hem verheerlijken en mogelijk ook leren te vertrouwen op Hem”.

Hier is een ander verslag van een nuttige Christin, dat ik ook ontving, toen ik met deze bladzijden bezig was.

“U vroeg me u een kort verslag te zenden omtrent Elizabeth, de arme jonge vrouw, die we te B. kenden, waar mijn vader gedurende enige jaren woonde. Zij lag gedurende achttien jaren op haar rug, zelfs niet in staat om zich te keren op haar zijde, maar desniettegenstaande was zij een van de gelukkigste mensen die ik ooit gezien heb. Het was een aardig hutje op een terrein, dicht bij de waterkant, waarin zij woonde, maar zij kon niets zien van al het schone rondom haar (waarop zij gewoonweg verzot was), behalve bij hoog water, wanneer zij gewoon was zich erg te verheugen bij het zien van de boten die voorbij voeren. Zij was uitgegleden op de rotsen, toen zij een meisje van zestien jaar was en daar zij op haar rug viel verloor zij langzamerhand het gebruik van haar ledematen en spoedig was zij niet in staat van haar bed op te staan. Vaak leed zij hevige pijn en bijna nooit sliep zij des nachts meer dan één uur, of op z’n langst, twee uur. Een nog schiterender, gelukkiger gezicht was het onmogelijk te zien, of een wonderlijk voorbeeld van “verheuging in beproeving”. Zij was gewoon te zeggen: “Dit is een gezegende ziekte voor mij geworden en niets minder zou het hebben gedaan. Daar ben ik zeker van”. Daar zij van nature vol levenslust en temperament was scheen het des te wonderlijker hoe buitengewoon geduldig zij was. Mijn moeder was altijd gewoon te zeggen, dat zij een zegen was voor de gehele omgeving; sommigen van de ruwste mannen waren gewoon bij haar te komen en naast haar bed te gaan zitten en een “woord” van Elizabeth te krijgen en een boekje (waarvan zij er altijd in voorraad had); al wie in allerlei moeite was vertrouwde op haar en haar grote medelijden in het verdriet van anderen deed de mensen vergeten dat zij het zelf ook had.

Zij was gewoon te zeggen dat haar lange nachten haar tijd gaven om te bidden met het oog op al die moeiten die haar waren verteld. Sommige dagen, wanneer ze zich een beetje beter voelde, wilde ze een poosje breien of lezen of schrijven, maar niet heel vaak. De laatste paar jaren van haar leven was haar een waterbed gegeven, waarvoor ze nooit ophield God te danken; en de kleinste vriendelijkheid werd altijd zo dankbaar ontvangen, dat iedereen het een genoegen vond om iets voor haar te doen. Zij wilde “zich verblijden met de blijden” op een voortreffelijke wijze.

Zij stierf ongeveer drie jaar geleden, terwijl ze God tot het laatste prees, hoewel zij gedurende verscheiden maanden in groot lijden was geweest, en zeide, “dat zij altijd alles gewillig wilde dragen om de vertroosting en vreugde die ze in haar Heere gevoeld had”. Het zou zeker buiten het doel van dit boekje zijn om uitvoerig op dit onderwerp in te gaan. Dit is een troostboek, en los van al zulke overwegingen als deze hoop ik dat ik genoeg gezegd heb om u enige vertroosting te geven wat betreft het zich tot niets nut gevoelen.

We moeten niet zo’n geringe dunk van onszelf hebben om te veronderstellen, dat God ons niets waardig acht, en dat we ter zijde geworpen zijn als iets dat waardeloos is. We moeten gering van onszelf denken op een slechte zowel als op een goede manier. Zoals een mens denkt over zichzelf zo wil hij vaak zijn. Er is een gezegde dat behoort tot een zekere adellijke familie - Noblesse oblige, Adeldom verplicht, dat is: Ik ben een edelman, daarom moet ik me gedragen als een edelman. Besef, dat gij nuttig zijt in Gods koninkrijk en gij zult het verlangen gevoelen om te handelen alsof gij het zijt.

En dan zal een hele wolk van ellendige en neerdrukkende gedachten worden verdreven, en gij zult u gesterkt en herleefd gevoelen. God wil dat u nog iets zou zijn en gij zult gevoelen dat u iets is en dat gij nu uw plaats op aarde hebt en hiernamaals haar in de hemel zult hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Een vertroosting voor het geval we ons tot niets nut gevoelen 2.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's