Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het effect van Jezus’ hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het effect van Jezus’ hemelvaart

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En hun plaats is niet meer gevonden in de hemel”.

’t Is een wonderlijke zaak. Laat die woorden eens tot u doordringen. Hun, dat zijn de draak en zijn engelen. Dus al de duivelen met hun hoofd de draak, satan, Gods grote wederpartijder. Hun plaats is niet meer gevonden in de hemel.

Nu komen de vragen: hoe kan dat? Hadden die dan een plaats in de hemel, in het oord der zaligheid, in de nabijheid van de heilige God?

We weten dat de zonde is begonnen in de hemel. Een deel van de engelen door God geschapen is voor de grondlegging der wereld gevallen. Revolutie, opstand was in de hemel uitgebroken, en toen zijn door de heilige God die opstandelingen uit de hemel geworpen. Hun plaats is geworden de hel.

We zijn geneigd om aan dit moment te denken. Toen, dus na hun opstand tegen God, werd hun plaats niet meer gevonden in de hemel, ’t Zou inderdaad het gemakkelijkst zijn daaraan te denken. Evenwel dat klopt niet met het tekstverband. Dat spreekt duidelijk van een ander moment. Daar zijn allereerst die woorden: “En haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon”; en daarna deze die met een grote stem gezegd worden: “Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus”, ’t Gaat om het ogenblik dat de Heere Jezus ten hemel is gevaren, als Hij komt in de hemelse zalen na het volbrengen van Zijn werk op aarde, als Hij Zijn gestorte bloed aan het kruis op Gol-gotha indraagt in de hemel en brengt voor de troon van God. Vanaf dat ogenblik geldt het: hun plaats is niet meer gevonden in de hemel.

Wonderlijk is het toch dat onder heel het Oude Testament de plaats van de duivel in de hemel was. ’t Lijkt zo ongeloofwaardig. We kunnen dat niet begrijpen. Hoe is dat nu toch mogelijk dat de plaats van de duivel in de hemel was?

Wel, het tekstverband geeft daar inzicht in. Er wordt gezegd dat satan verklager onzer broederen is die hen verklaagde voor onze God dag en nacht.

Satan klaagde de broeders aan. Zij zijn het volk van Gods eeuwig welbehagen. Het volk waarnaar Gods liefde reeds van eeuwigheid is uitgegaan. Doch hoewel verkoren om eeuwig zalig te worden, dat volk is niet anders dan de anderen. Zij zijn ook zondaren, onhei-ligen, wetsovertreders, schuldenaars. Niet één uitgezonderd.

Hoe kan de heilige en rechtvaardige God Zich nu inlaten met zulken? Hoe kan Hij nu zulken liefhebben; hoe kan Hij nu zulken zalig maken?

Satan wil God dwingen het volk van Zijn welbehagen los te laten. Dat moet, het kan toch niet anders. God is toch God. Daar zijn toch de deugden van God: Zijn waarachtigheid, Zijn heiligheid, Zijn rechtvaardigheid. God moet toch gruwen van het onheilige? God, de Rechtvaardige en de Waarachtige kan toch schuldenaars niet voor onschuldig houden?

Dag en nacht klaagde satan Gods kinderen bij God aan. Permanent dus. Op elk willekeurig moment kon hij naar de hemel gaan, voor Gods troon komen, voor Gods aangezicht verschijnen om het volk van God aan te klagen . . . en God kon die aanklachten niet loochenen. God kon die aanklachten niet wegslingeren als louter leugen. Satan had gelijk! Of niet soms?

Moet u eens denken aan Jakob, Jakob in de tent van vader Izaäk met dat verschrikkelijke bedrog. Moet u eens denken aan David, David die het moest belijden: ongerechtige dingen hebben de overhand op mij. Moet u eens denken aan Jozua de hogepriester, Jozua die bekleed was met vuile klederen. Zo kunt u heel het Oude Testament doorgaan. Al die kinderen Gods die wij dan de Bijbelheilgen noemen.

Satan in zijn aanklachten had het grootste gelijk. Hoe kon God zulken nu zalig maken, hoe was dat te rijmen met Gods deugden? Naar het recht van God, op grond van Zijn deugden moest God ze allemaal verdoemen, moesten ze allemaal prooi van satan zijn, voor eeuwig. Hoe kon God ze dan zalig maken, hoe kon God hen opnemen in de hemelse zaligheid?

Evenwel satans spel is uit. Het staat er zwart op wit. De aanklager is uit de hemel geworpen. Nooit kan hij er meer inkomen. Definitief is hij eruit geworpen. Hoe kan dat? Is God opgehouden God te zijn? Heeft Hij Zijn deugden terzijde gesteld? Is God veranderd? Hier is slechts één antwoord: hier is het effect van Jezus’ ingang in de hemel. Hij heeft Zijn bloed het hemels heiligdom ingedragen. Jezus’ ingang in de hemel op de hemelvaartsdag betekent satans uitgang voor goed. Wat op Golgotha geschied is, dat treedt in de hemel in volle klaarheid aan de dag. Neen, God heeft Zijn heiligheid, Zijn rechtvaardigheid en Zijn waarachtigheid niet te niet gedaan. Dat kon niet. God is God, de Onveranderlijke. Doch door dat gestorte bloed is de rechtsgrond gelegd. Er is geen enkele aanklacht meer tegenin te brengen. Zonder krenking van één van Gods deugden worden zondaren zalig!

O wat is Christus’ kruisoverwinning groot! Hij heeft elk recht van aanklacht ontnomen. Hij heeft satan overwonnen. Hij is de grote Triomfator over heel de hel. Daarom wrodt satan de hemel uitgeslingerd. Daarom wordt zijn plaats niet meer gevonden in de hemel. Nooit en te nimmer kan hij nog de broederen aanklagen voor God. Daarom dat lied in de hemel met grote stem nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus!

Toch is satan nog de verklager der broederen. Neen, niet meer in de hemel, maar wel op de aarde. De draak is immers op de aarde geworpen. Daar zet hij nu z’n werk voort. Niet bij de kerkmens, ook niet bij de onbekeerde, ook niet bij de historisch-gelovige, ook niet bij de tijdgelovige. Zulken leren satan niet kennen als de verklager der broederen. Satan past wel op. Immers er zou heilige onrust kunnen ontstaan. Het volk van God leert hem kennen als de verklager der broederen. Daar komt satan om aan te klagen, om te wijzen op het vuile kleed, om te wijzen op het bedreven kwaad, op de goddeloosheden en ongerechtigheden. Hij wijst u op uw diepe verdorvenheid, op uw vijandschap, op uw ongeloof en op uw onheiligheid, en dan zegt hij: dacht u nu ooit nog zalig te kunnen worden, zo’n mens als u bent, en dan naar de hemel, neen dat kan niet, dat kan nooit, daar is God te heilig, te rechtvaardig, te waarachtig voor. Er is maar een plek waar u thuis hoort, en dat is de hel.

Waarom de Heere satan toelaat om u aan te klagen? Wel, opdat u uit niets meer van uzelf zou kunnen leven, maar zo geheel en al geworpen zou worden op de enige rechtsgrond, op de Christus en op Zijn gestorte bloed, dat u leert te leven alleen uit Hem, Wiens werk volkomen is. Dat is Gods geheimenis waarom satan hier op aarde nog zijn aanklagend werk mag verrichten. Dus niet om u tot wanhoop te brengen, maar al meer tot hoop op de volkomen genade in Christus Jezus. In de weg van sterven aan u zelf, aan elke verwachting gericht op u wordt Hij het alleen, wordt Hij alles, ga ik het woordje genade spellen, leer ik te zingen van al Gods deugden en word ik alzo toebereid voor de hemelzaal.

Wie, en nu zeg ik het met woorden uit de Hebreënbrief, de enige rechtsgrond verlaat, wie het bloed van het Nieuwe Testament waardoor hij geheiligd is door ongeloof onrein acht voor die blijft over een schrikkelijke verwachting. Dan zullen we het ervaren dat God God is gebleven, buiten het Bloed om een verterend‘vuur! Een onbekeerd mens heeft geen last van de aanklager der broederen. Echter satan zegt u: ’t kan nog wel een poosje lijden, ’t zal wel meevallen, en God is toch liefde, niet al te zondig leven, een beetje ernst, af en toe is naar de kerk, dan komt alles best in orde.

Maar zonder die rechtsgrond, zonder dat bloed van Christus is het straks eeuwig wee. Zoek dan toch de Heere, de Barmhartige, de God Die in Zijn onuitsprekelijke liefde Zijn Zoon heeft gegeven opdat elke aanklacht zou verstommen.

Hier nog de verklager der broederen. Zijn tijd is nog maar kort. Dan zal hij ook van de aarde worden weggeworpen, en geworpen worden in de poel van vuur en sulfer. Dan geen duizend zorgen en duizend doden meer. De mond van de verklager der broederen eeuwig dicht, en Gods volk eeuwig zingend van al Gods deugden.

Dat is het volle effect van Jezus’ hemelvaart.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Het effect van Jezus’ hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's