Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 68.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 68.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET KRIJGSWEZEN (14).

Slotartikel van de ”Geestelijke Wapenrusting”.

”Het Zwaard des Geestes”.

Dit is het laatste deel van de ”Christelijke wapenrusting”.

Gods Woord wordt hier dus vergeleken met een ”zwaard”, We lezen immers: ”En het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord”. Efeze 6 vs. 17b.

Welnu, dat ”zwaard des Geestes” verklaart de apostel zelf hier als Gods Woord, als het laatste deel van de Christelijke wapenrusting.

Droegen de voorgaande wapens meer een ”verdedigend” karakter, het zwaard eveneens ook wel, maar heeft toch in bijzondere mate een meer ”aanvallende” betekenis. En zulks tegenover een ”drievoudige doodvijand! Namelijk: de duivel, de wereld en het eigen vlees van de strijder.

En zo alleen vermag Gods Kerk ”krachtig staan.......in de Heere”, ja, delen in de over winning! Maar ook staande blijvend in de velerlei verzoekingen. Reeds in het eerste vers van Efeze 6 lezen we dit, namelijk: ”Voorts mijne broeders, wordt krachtig in de Heere en in de sterkte Zijner macht.” En dat is ook zeer noodzakelijk! O neen, nooit staat de Kerk vast in haar eigen kracht. Ge kent mogelijk die bekende regels: ”Eigen krachten te verachten, wordt in Jezus’ school (de oefenschool dus) geleerd.”

Anderzijds zouden we nog even willen opmerken: is de vergelijking van Gods Woord met een ”zwaard” niet te hard? Zou het niet een wat liefelijker vergelijking zijn door te spreken van een regen, die neerdaalt op het gewas des velds of ook zoals Gods Woord zélf spreekt van ”zoeter dan honing en honing-zeem”. O zeker, dat is Gods Woord metterdaad. Maar hier wordt Gods Woord gesteld als een zeer krachtig wapen in de strijd des geloofs, welke ’s Heeren kerk nodig heeft tot haar ontdekking en verweer ten opzichte van haar drie zeer machtige vijanden!

Maar geldt dit ook niet voor het hart, dat zo boos, zo hard, zo vijandig van nature is, ja, ook zelfs na ontvangen genade, gelijk Gods kind moet erkennen!

Riep David niet uit in Psalm 119 : 67 (ber.):


”En wordt mijn vlees door ’t kwade licht verrast,
Ai. laat het mij toch nimmer over her en”.


En zo is het zwaard des Geestes noodzakelijk tot grondige ontdekking van ons broze, vijandige, ja, van ons diamant-hardp hart en alzo plaats te maken voor de rijkdom van het Evangelie der zaligheid en voor die enige, algenoegzame en dierbare Borg en Middelaar, de Heere Jezus Christus! Ja, zoals de vraag van de profeet Jeremia was op zijn klacht: ”De oogst is voorbijgegaan, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost: ”Is er geen balsem in Gilead, is er geen heelmeester aldaar?”

En lezen we niet in Openb. 1 vs. 16 over het zwaard, dat de verhoogde Christus Zelf draagt, namelijk: ”En uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard”. Zo lezen we ook hierover in Psalm 45 : 4a: ”Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uwe majesteit en Uwe heerlijkheid en rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het Woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid.” En zo komt dit zwaard des Geestes ook tot ons! En hoe lang al? Zijn wij door dit zwaard des Geestes getroffen en verwond? Zoals koning Josia aan zijn knechten vroeg in de strijd tegen Egypte: ”Voer mij weg, want ik ben zeer gewond.” (II Kron. 35 vs. 23b). Ja, ”Gods Woord is levend en krachtig en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdelging der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs”, zo lezen we in Hebr. 4 vs. 12. Wanneer we lezen in Psalm 12 vs. 7:

”De redenen des Heeren zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes,-gezuiverd zevenmaal”, dan wijst die louté’ ring op ”het vuur der hel”, dat zij doorstaan heeft. Ja, dan blijkt hieruit duidelijk, dat er heel wat tegen Gods Woord opkomt! Zien we dat ook niet al sterker worden in ónze tijd?

Die oude Bijbel móet weg....... met al dekerken, weg uit de scholen, weg uit de regering, weg uit de maatschappij, weg uit de gezinnen, weg uit de volken!

Maar, laten we eens dichter bij huis komen. Hoe is het met ons eigen hart?

Zal ook dan dat zwaard des Geestes niet nodig zijn om ons stenen hart te verbreken en dat we een viesen hart zouden ontvangen, waarin de Heilige Geest ’s Heeren liefdewetten schrijft! Ja, dat alzo de Heere Zélf bij ons woning komt te maken!

Zien we dit ook niet bij Manasse in de gevangenis? Want zo lezen we van hem: ”Toen erkende Manasse, dat de Heere God is!” (II Kron. 33 vs. 13c).

Ja, vinden we dezelfde verbrijzeling van het hart niet bij de 3000 op de Pinksterdag te Jeruzalem! En ook bij de stokbewaarder in Philippi’s gevangenis! Ja, bij Lydia, de pur perverkoopster uit Thyatira.

En zo gaat het Zwaard des Geestes in de harten door, ja, tot de ”verdeling der ziel en des geesten en der samenvoegselen en des mergs”. Het legt de leugenweefsels van ons bestaan bloot, de verdorvenheden van ons hart! Zie dat o.m. bij David. zoals in Psalm 51. En zo getuigt Paulus in Gal. 2 : 19: ”Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.”

Welnu, zo brandt Gods heilige Wet als een vuur in ons hoogmoedig bestaan, in onze eigengerechtigheid, om die uit te branden.

Maar zulks ook tot...... genezing! Daarvan zingt de dichter van Psalm 147 en wel in vers 2 (ber.):


”Hij heelt gebrokenen van harte.
En Hij verbindt z’ in hunne smarte,
Die, in hun zonden en ellenden,
Tot Hem zich ter genezing wenden.”


Maar, nu komt het ook aan op het rechte gebruik van het ”Zwaard des Geestes”, opdat zo de strijder vast zou staan met Gods Woord en zulks juist ten opzichte van satan’s listen en aanvallen!

Deed zó Christus Zelf niet bij de 3 verzoekingen van satan in de woestijn, namelijk met ’t: ”Daar is geschreven”.

En horen wij PETRUS op de Pinksterdag niet uitroepen tot de spotters: ”Dit is het, wat gesproken is door de profeet Joel”.

En dan STEFANUS! Stond zijn verdediging niet in het teken van ’t verhalen van Israël’s geschiedenis! Ja, vanaf Abraham tot de Profeten toe!

En om dan nóg een voorbeeld ervan te geven, zouden we willen wijzen op Luther, toen hij zich op de rijksdag te Worms zo krachtig beriep op GODS WOORD: ”Hier sta ik, ik kan niet anders, God helpe mij!” Welnu, zou zulk een getuigenis niet hoogst noodzakelijk zijn in onze tijd! Zien we niet een ontstellende aanranding van het ”gezag” via velerlei goddeloze lectuur, de film en de zo verderfelijke televisie!

Zien we niet duidelijk de vervuiling van Christus’ ernstige voorzegging aangaande Jeruzalem’s verwoesting in Mattheüs 24 : 12, waar we lezen: ”En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden.”

En wat openbaart zich die vermenigvuldiging der ongerechtigheid op velerlei wijzen. Wat een miskenning van het noodzakelijke werk der toepassing door de Heilige Geest! Wat neemt de ”vormen-dienst” al meer toe in ”eigenwillige” godsdienst; het zèlf-bedrog, waarbij men meent een kind van God te zijn en Jezus lief te hebben, maar......nooit recht

”arm zondaar vóór God” te zijn geworden! En zo maakt de Heilige Geest toch plaats voor de enige Borg en Middelaar, de Heere Jezus Christus, Die door het ” Wraak-zwaard” van de strafeisende Gerechtigheid Zijn’s Vaders, gewond en getroffen is geworden, toen vervuld is geworden: ”Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder en tegen de Man, Die Mijn metgezel is!” (Zach. 13 : 7a).

Nu is er nog een zaak, waarop we hier dienen te wijzen en dat is de ”valse eucuméne”, die zich op allerlei wijze openbaart!

Velen beroepen zich op teksten om hun mening te staven, maar die vaak geheel uit hun verband worden gerukt! En daarom .diene hier de opmerking, dat het zwaard aan de ”gordel” werd gehangen! En we hebben toen gewezen op het feit, dat de gordel wijst op de inaarheid van Gods Woord. Wij willen ten besluite wijzen op de noodzakelijke vraag: Op welke wijze diene het gebruik van de ”wapenrusting Gods” te geschieden? Wel, dat geeft de apostel duidelijk aan in hoofdstuk 6 : 18, waar wij lezen: ”Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijde in de Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen en voor mij, opdat mij het woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid des Evangelies bekend te maken.”

Geve de Heere deze smeekbede ook in óns hart.

En hiermede willen wij tegelijk onze overdenkingen over de ”geestelijke wapenrusting” afsluiten.

Make de Heere ons ware strijders in de ”militia christi”.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 68.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's