Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het testament van Abigaël Gerbrants 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het testament van Abigaël Gerbrants 3.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Menigmaal beschouwde zij haar bloedige doeken en sprak deze woorden van de 38e Psalm: Mijn wonden mij vermoeien, die daar vloeien van etter en stank. Zo sprak David, zeide Abigaël, toen hij van God geslagen was met pest, door zijn dwaasheid.

Ik zeide: O mijn dochter Abigaël, als gij ziet de roodheid, zo trooste u wat Salomo zeide: Wonden zonder oorzaak. Daarop antwoordde zij: de Heere heeft mij gewond en geslagen en Hij zal mij ook helpen bidden twee dagen, want Zijn uitgang is algehele dageraad, nu Zijn genade daalt als de morgen of avond tegenover de aarde.

Dikwijls sloeg zij haar ogen naar de hemel en sprak: God is mijn licht; Heere, wijs mij Uwe wegen, die Gij wilt dat ik wandelen zal. Eén ding heb ik begeerd en ik zal het begeren mijn leven lang, dat ik mag komen in Uw huis daar Gij bekend zijt. O Heere, lieflijk zijn Uwe woningen, O Heere Sebaoth, Psalm 57 : 5 en 84 : 2. Het beste lot is mij ten deel gevallen, Psalm 16 : 5. De Heere is mijn erfdeel. Tot de bergen hef ik mijn ogen en van daar verwacht ik hulp. Heere, duizendmaal duizenden dienen Uen tienduizendmaal duizend staan voor U. Johannes zag honderd vier en veertig duizend op de berg Zion en zij volgden het Lam en het waren maagden en zij zongen een nieuw lied.

O Heere, in mijn hart en gemoed draag ik Uw Woord, hetwelk ik niet overtreed. Dikwijls sprak zij de woorden, Johannes 14 en 16, In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen, anderszins zou Ik het u gezegd hebben, Ik ga heen om u plaats te bereiden, en Ik wil, Vader, dat waar Ik ben, ook die bij Mij komen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad van voor de grondlegging der wereld, Johannes 1 : 24.

Ik vroeg: Abigaël, wat sprak God tot David? Zij antwoordde mij: uw ziel is een bundelken bij de levende God, maar de ziel van uw vijand is een slinger. Ik roerde ook de 45e Psalm aan, zeggende: Mijn dochter Abigaël, hoe ging de Bruidegom uit Zijn kamer? Zij antwoordde: Zijn kleed, toen Hij uit Zijn kamer ging, rook naar aloë, myrre en cassis en de bruid ging Hem tegemoet, met haar staats-jonkvrouwen: met gouden stukken en gestikte klederen. Deze bruid is Christus’ gemeente, waar ik een levend lidmaat van ben en eeuwig zal blijven.

Veertien dagen voordat zij ziek werd was zij aan het Heilig Avondmaal geweest en zij zei

tot haar moeder: O, ik verlangde zo naar die dag en toen ik daar geweest was, was ik zeer verblijd. Zij sprak Christus’ woorden, Mattheüs 26 : 28: Dat is de beker van het Nieuwe Testament in Mijn bloed, tot vergeving der zonden, en zij dronken allen daaruit. Nog roerde ze aan de woorden van Christus, Lukas 22 : 24: Ik heb grotelijks begeerd dit Pascha met u te eten eer ik sterf; van nu voortaan zal Ik niet meer drinken van de vrucht des wijnstoks totdat Ik ze nieuw zal drinken in het rijk van Mijn hemelse Vader. Naar deze hoge redenen en meer andere, sprak zij: Ik begeer ontbonden te wezen en met Christus te wonen, Filippenzen 1 : 23. Want zo wie gelooft in Hem, Die Christus u gezonden heeft, die komt niet in de dood, maar hij gaat voort van de dood, dat is van de lichamelijke dood, in het eeuwige leven.

Zij haalde dikwijls 1 Corinthe 2 : 4 aan. O, dat eeuwige leven is een vreugde die geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en geen mens heeft kunnen bedenken, wat de uitverkorenen bereid is. Daar zal deenesabbath de andere raken.

Toen haar moeder deze en meer andere dingen hoorde, zo zeide zij: Abigaël, hoe weet gij de Schriftuur, gij weet ze beter dan ik. Och neen, lieve moeder. Dochter, zeide haar moeder, gij hebt de zalving, waar Johannes van zeide: gij hebt niet van node dat iemand ulere. Daarop antwoordde Abigaël: ja moeder, zij moeten allen van God geleerd zijn.

Dit werd door alle omstanders met grote verwondering aangehoord en zij zeiden: O, hoe genoeglijk is het bij al zulke mensen te wezen. Ik zei: Abigaël, hoe is het zaad in u gezaaid? Zij antwoordde: Ja Vader, drie zaden gaan er verloren, maar het vierde valt in een goede aarde en brengt dertig, zestig en honderdvoudige vruchten voort.

Haar moeder liet haar zeven broers en zusters voor het bed komen. Die sprak zij aan, zeggende: Vreest God en weest uw ouders gehoorzaam. En zij zeide tot haar moeder: als ik sterf, laat mijn vader een vermaanbrief schrijven aan mijn speelmeisjes te Naarden, dat ze toch de wereld niet liefhebben en dat zij toch verlaten en afleggen willen haar grote hovaardij, dewelke zij zeide twee maanden tevoren mondeling bestraft te hebben vanwege haar lange lobben, grote kanten, hoge bragonnen, bloemfluwe-len mouwen en vanwege haar zilver om het lijf. Welke brief ook door mij geschreven zal worden.

Na deze opdracht sloeg Abigaël haar ogen naar de hemel en sprak: Er is voor mij één God en één Middelaar tussen God en de,, mens, de mens Jezus Christus. Hij is de Advokaat bij de Vader. Zo wie in Hem gelooft, gelijk de Schrift van Hem getuigt, zullen stromen des levenden waters uit zijn buik vloeien.

Zij zeide tot haar moeder en de omstanders: richt mij op. En toen zij zat, zeide zij: hangt de spiegel weg en legt mij weder neder en zij streek over haar koude wangen en sprak tot haar moeder: Nu komt mijn Bruidegom om Zijn bruid. Nu is het verre. En dit sprak ze met lachende lippen en betraande ogen. En zij sprak ook vol vuur: Christus is de ladder die Jacob te Bethel zag in de droom. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven en men komt door Hem bij de Vader. Christus is de blinkende Morgenster. Hij is de Leeuw van Juda, de wortel Davids, Die het alles heeft overwonnen; de dood, duivel, hel en verdoemenis der wet weggenomen heeft en ons een open toegang tot de troon der genade gebaand heeft. Hij is de sterke God, Jesaja 9, en heeft alleen de pers getreden. Hij zag om en wederom en daar was niemand die Hem hielp, maar Zijn rechterhand had Hem ondersteund.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Het testament van Abigaël Gerbrants 3.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's