Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Paasgroet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Paasgroet

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de eerste Christengemeente had men de gewoonte om op de zondag elkaar te groeten met de woorden: “De Heere is waarlijk opgestaan”. Dit zijn de woorden, waarmee de Emmaüsgangers begroet werden, toen ze in Jeruzalem terug keerden. Een goede gewoonte kunnen we wel zeggen.

Immers het opstandingsfeit is een rijk heilsfeit. Ja, Christus opstanding is een heilsdaad. Een heilsdaad die veel inhoudt en veel tot stand brengt. Gods Woord wijst ons daar op. Jezus Zelf spreekt ervan en de apostelen getuigen ervan in hun brieven. Het nut ervan vinden we ook in onze catechismus. Denk aan wat beleden wordt in zondag 17.

Wanneer Jezus Christus niet was opgestaan, ontbreekt alle grond voor schuldbetaling, voor verzoening, voor heilsgenade in leven en sterven. Buiten de opstanding is er geen leven, geen eeuwig leven. Geen gemeenschapsleven met God. Vandaar dat de groet, ja de belijdenis: “De Heere is waarlijk opgestaan” veel bevat. Zij is de roemtaal in de Heere. Die taal ontbreekt nogal eens.

Zeker de prediking van Pasen mag er zijn. Het Woord van Pasen wordt gehoord. Echter de vrucht ervan moge meer blijken. Blijken in kerk en samenleving. Hoe noodzakelijk is de inroeping van de krachtige werkingvan de Heilige Geest. Immers Gods Geest maakt dode zondaren levend en die Geest leidt in al de waarheid. De waarheid van God, de waarheid van Jezus Christus, geopenbaard en gedocumenteerd in het Woord der waarheid, nl. Gods Woord.

Het is erg, wanneer de Paasoverdenking beperkt blijft tot de Paasdagen en direct na de Paasdagen tot het verleden behoort. Andere zaken zijn dan belangrijker. Het worde tot schuld en het leide tot bekering. En daar de zondag niet los staat van Pasen, van de opstanding van Jezus Christus, moge die dag alsmeer en rijker gaan leven in het licht van de opstanding.

Onze jongeren moeten ook weten waarom de zondag de sabbath is. En dat die dag door het gebeuren in de hof van Jozef, door de daden van Jezus op die dag nog rijker geworden is dan de Oud-Testamentische Sabbath reeds was.

Wij weten dus meer en daarom horen we, als het goed is, meer. Vandaar dat de zondag zo aangevallen wordt en als dag van de Heere vallen en verdwijnen moet. Als ’s Heeren gestelde en gegeven dag in en door de opstanding moet hij verdwijnen uit de kerk en samenleving en dat is al in een vergevorderd stadium. Hoevelen zijn er niet, die niets meer willen weten van Gods dag, of de zondag indelen en vullen naar eigen goeddunken.

Nu is er nog iets waaraan beslist niet voorbij mag worden gegaan, ja wat eigenlijk een groot, een dreigend gevaar is, nl. de uitholling van het opstandingsfeit en de eigen vulling ervan. Jezus Christus, zo zegt men, is niet werkelijk opgestaan. Hij is slechts tot leven gekomen in Zijn volgelingen. Nota bene men betrekt alle menselijke opstand op Jezus Christus. De stelregel is: opstanding maakt ons opstandig tegen al het bestaande. Jezus Christus ging ons tijdens Zijn leven voor in de strijd tegen onrecht en verdrukking; in het omverwerpen van een maatschappij, die niet strookt met ’de rechten van de mens’. Door onze daden van opstand tegen de gevestigde orde, tot omkering van het bestaande, komt Christus als het ware tot nieuw leven. Dus Hij staat op in de opstand van hen, die rebelleren tegen het bestaande. Zo gezien is Jezus Christus niet de waarachtig Levende. Hij heeft het graf niet verlaten. Er is geen opstanding uit de doden.

Nu is echter Jezus Christus Zelf aan zijn discipelen verschenen. Reeds op de dag van Zijn opstanding. Zij zijn naar ’s Heeren eigen woord getuigen geworden. Getuigen van Zijn lijden en opstanding. Tijdens de verschijning op de opstandingsavond opende Jezus het verstand van de discipelen, zodat zij de Schriften verstonden en herinnerde Hij hen eraan dat Hij moest lijden en “van de doden zou opstaan ten derde dage”. En toen Hij hen de opdracht gaf om in Zijn Naam te prediken bekering en vergeving der zonden, beginnende van Jeruzalem, sprak Hij met nadruk de woorden: “Gij zijt getuigen van deze dingen”.

Vandaar dat Petrus in zijn indrukwekkende prediking op de Pinksterdag kon doorgeven: “Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn”. Wat de discipelen gehoord en gezien hebben, werd door hen doorgegeven.

In navolging van hen heeft Paulus ook benadrukt in de brief aan de Corinthiërs: “wanneer Christus niet opgewekt is, is ook de prediking ijdel. Dan worden wij ook geacht te zijn ’valse getuigen Gods’, want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus heeft opgewekt”.

Vandaar dat het belijden, de paasgroet: “de Heere is waarlijk opgestaan” alle grond heeft. Zij ligt ook verankerd in het Paaswoord, in de paasgroet van Jezus Christus Zelf.

Op de opstandingsavond kwam Jezus in de kring van de Zijnen. We kunnen wel zeggen: “Hij kwam tot Zijn gemeente. Zijn gemeente, bijeen in Jeruzalem. De gemeente bevond zich achter gesloten deuren. Vrees, bange vrees deed hen de deuren sluiten. Jezus echter komt daar waar gesloten deuren zijn. Hij verrast niet slechts de Zijnen, maar Hij verblijdt bijzonder de Zijnen. Zijn Pasen moet worden het Pasen van Zijn volk. Welk een Woord horen zij uit Zijn mond, als Hij in hun midden staat. Hij groet hen met de woorden: “Vrede zij ulieden”. Vrede is niet een woord van de aarde. Oorlog, opstand zijn woorden van beneden. Door de zonde is vrede van de aarde gebannen. En al komt er de eeuwen door veel goeds op aarde, ware vrede komt er niet meer. Vrede met God is uitgesloten. Zij is onmogelijk. Die vrede moest verdiend worden. Nu, die vrede heeft Christus Jezus verdiend door Zijn lijden, sterven en dood. Hij spreekt van vrede en schenkt vrede. Vrede door Zijn bloed. Een vrede, die blijvend is. In nood en dood. In leven en sterven. Vrede tot in eeuwigheid. Levend in een rechtsverhouding met God. Levend in een staat van verzoening, van vergeving.

Vrede betekent: God de Heere niet meer tegen, maar voor. Eeuwig voor. De wet verdoemt niet meer. Het oordeel treft niet meer. Welk een woorcl sprak de Levensvorst op de opstandingsavond. Welk een evangelie vloeide er uit Zijn mond. En welk een kracht deed het in Zijn gemeente op de opstandingsavond en daarna. En dat steeds weer opnieuw. En niet verminderd, maar rijker. Want welk een werking gaat er niet uit van ’s Heeren vrede. Ook in dagen van druk, strijd en verdriet.

Vandaar dat de groet op Pasen, de groet van Pasen, geen ijdele groet is. Het is een levensgroet. Want hij is er door de Levende, Hij getuigt immers van de Levende.

En waar door genade de geloofsrelatie is met de Levende, daar moet en wil men belijden: “de Heere is waarlijk opgestaan”. Hij ging naar het graf. Hij lag in het graf. Hij kwam uit het graf. Het graf is voor altoos verlaten. Het is eeuwig leeg. De Heere is waarlijk opgestaan. Hij leeft tot in alle eeuwigheid. Dat mag ook de kracht van de prediking zijn in een paasloze wereld. In een wetteloze tijd. In een wereld, die ondergaat in goddeloosheid en God’loosheid. Het mag de kracht zijn in nood. Tot een licht in de duisternis. Het geeft vrede in de chaos van de wereld. Rust in gevaar. Het geschenkt geborgenheid te midden van de angstaanjagende machten en verschijnselen. Het bemoedigt in vervolging en eenzaamheid. Het bewerkt, door Gods Geest, vrede, die alle verstand te boven gaat. Vrede met God door Jezus Christus, de opgestane Heere.

Vandaar dat de paasgroet geen fantasie is. Geen leugen. Geen strohalm. Geen zandgrond. Geen drijfzand. Geen leus op zich. Maar belijden. Waarachtig belijden. Het is waar en zeker. De mond belijdt, wat het hart gelooft.

Die paasgroet is ook niet de groet van de enkeling. Het is de groet van de kerk de eeuwen door. Het is een groet die spreekt van gemeenschap, van de gemeenschap der heiligen. Hier op aarde en voor de troon hierboven. Met die groet begroet men elkaar. Uitsprekend de geloofsverbondenheid aan Hem, Die dood geweest is en weder levend geworden is en leeft tot in alle eeuwigheid. En Die heeft de sleutels van dood, graf en hel. Met die groet kan en mag en wil men elkaar ook bemoedigen.

Zo was het in Jeruzalem. Emmaüsgangers! “Hij leeft. Hij is opgestaan. Hij is van Simon gezien”. Hij troost treurenden. Hij verschijnt aan elk, die zichzelf afschrijft vanwege de zonde. De zonde van bedrijf en nalatigheid en Hem toch niet kan missen. Want Zijn lastbrief behoort niet tot het verleden. Wat voor het sterven, wat voor de opstanding beleden werd, geldt ook nu nog: “De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van harte: om de gevangenen te prediken loslating en de blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid, om te prediken het aangename jaar des Heeren”.

De Paasgroet is dus niet ongegrond, noch minder ongevuld. Hij blijft gelden. Want de Heere leeft eeuwig. Het getuigen van Hem, zij vrucht van het buigen voor Hem, van een levende verbondenheid aan Hem. Dan geeft Pasen ook heilsperspectief. Heilsperspectief over dood en graf heen. “Na de dood is het leven mij bereid. God neemt mij op in Zijn heerlijkheid”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De Paasgroet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's