Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebod met een belofte 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebod met een belofte 1.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de wet des Heeren, ook wel genoemd de tien geboden, is heel wat geschreven. Diverse meningen en gedachten zijn vastgelegd en voor waarheid verkondigd. Heel sterk en kras is de uitdrukking “tijdgebonden”. De wet als zodanig had alleen zeggenschap, zeggingskracht voor Israel.

Opvallend is de uitspraak: “we moeten de geboden in de Schrift niet zien als echte geboden, in die zin dat wij deze ook nu moeten volbrengen. We moeten ze zien als voorbeelden, hoe het op een bepaald moment zou kunnen. Het zou namelijk mogelijk zijn, dat een dergelijke situatie als ons in de Bijbel getekend wordt, toegespitst in een concreet gebod zich herhaalt. Dan vooral kunnen wij van deze geboden gebruik maken. Maar zo’n herhaling hoeft niet persé zich voor te doen. De situatie van ons kan ook heel sterk ervan verschillen en dan kunnen wij met deze bijbelse geboden niet zoveel beginnen”. Van belang is dus, dat nagegaan wordt wat op een belangrijk moment voor ons goed en nuttig is. Niet wat God gebiedt in de Bijbel, maar wat nu voor ons goed en nuttig is. En waar de zelfbepaling is van wat goed en nuttig is, daar kan spreken de wil van God. Niemand krijgt, zo is gezegd, “de wil van God op een presenteerblaadje” aangeboden.

Wanneer de mens inziet wat goed is en dat het goed is, kan hij zeggen dit is de wil van God. Wat in de Schrift als gebod vermeld staat, heeft voor ons niet meer het gezag van een gebod des Heeren. In diverse situaties kan de Schrift ons ook niet helpen, als het gaat over Gods wil. Ons tijdsbeeld verschilt aanmerkelijk met dat van Israel en dat naar verschillende kanten.

Is het in het licht van het geponeerde een waagstuk om het op te nemen voor de geboden des Heeren? Beslist niet! Het is geen waagstuk, maar een geboden zaak. De liefde tot God leidt daartoe. Wie de Heere liefheeft, heeft Zijn Woord lief. Buigt voor het gezag van Gods Woord. Blijft geloven ondanks alles wat er tegen opkomt in het gezaghebbende

Woord van de Heere. En dat houdt tevens het geloof in, in de blijvende betekenis van de Wet des Heeren. Wanneer de geboden des Heeren niet meer legitiem zouden zijn, zou dit ons zeker in het Nieuwe Testament duidelijk worden. Zou het beschreven zijn geworden. Opvallend is, dat juist in het Nieuwe Testament wordt gewezen op het van kracht blijven van de geboden des Heeren. Hun blijvende geldigheid in het nieuw-testamen-tisch onderwijs is merkbaar. Over het vierde gebod gaat het in Mattheüs 12 : 8 en Marcus 2 : 27. Efeze 6 : 2, 5 en 6 en I Timotheüs 1 : 9 spreken van het vijfde gebod. Op het zesde gebod wordt gewezen in Jacobus 2 : 11 en Mattheüs 5 : 21. In I Corinthe 6 : 13-20, in I Thessalonicenzen 4 : 3-6, alsook in Mattheüs 5:27 wordt gesproken over het zevende gebod.

We ontmoeten in Efeze 4 : 23 het achtste gebod en in Efeze 4 : 23 en Romeinen 7 : 7 het tiende gebod. In Mattheüs 19 : 18 treffen we zelfs een vermelding aan van het vijfde tot het negende gebod en in Romeinen 13 : 9 het zesde, zevende en achtste en tiende gebod. Duidelijk blijkt uit deze Schriftgegevens de honorering van de Wet des Heeren. De Heere Jezus en de apostel Paulus beroepen zich er voortdurend op.

Verder treffen we in het Nieuwe Testament ook indirecte verwijzingen aan. Het eerste gebod in Mattheüs 6 : 24; Johannes 5 : 21; I Corinthe 5 : 11 en Openbaringen 22 ; 15. Het tweede gebod in Mattheüs 10:37 en Col. 2:23. Het derde gebod in Mattheüs 5 :33; Mattheüs 12 : 31 en Mattheüs 23 : 16-22.

Het vierde gebod in Mattheüs 12 : 1; Marcus 3 : 1; Johannes 20 : 19, 26 en Openbaringen 1:10. Het zesde gebod in I Timotheüs 1:9. Het zevende gebod in Handelingen 15 : 20, 29; Handelingen 21 : 25; I Corinthe 6 ; 1. Het achtste gebod in I Corinthe 6:10. Het negende gebod in Col. 3 : 9; Jac. 3 : 14 en I Johannes 1 : 6. Het tiende gebod in Jac. 1 : 14, 15. Verder bemerken we in de evangeliën dat Jezus herinnert aan enkele van de geboden. Tijdens het kontakt met de rijke jongeling zegt Jezus zo nadrukkelijk: “Doch wil gij het leven ingaan, onderhoud de geboden”. De jongeling nu zeide tot Jezus: “Welke“? En Jezus zeide: “Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen, gij zult niet stelen; gij zult geen vals getuigenis geven; eer Uw vader en Uw moeder en gij zult Uw naaste liefhebben als Uzelven”. En Paulus schrijft aan de Romeinen: “zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben: want die de anderen liefheeft, die heeft de wet vervuld. Want dit: gij zult geen overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen vals getuigenis geven; gij zult niet begeren en zo er enig ander gebod is, wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen, namelijk in dit: Gij zult Uw naaste liefhebben gelijk Uzelven. De liefde doet de naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet”. Rom. 13 : 8-10.

Van een blijvende betekenis van de wet, geeft de Schrift dus duidelijk blijk.

In dit verband is ook opvallend het Woord van de Heere Jezus in de Bergrede: “Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden: Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar om die te vervullen”. Aan dit woord van Jezus gaat vooraf het bekende: “voorwaar zeg Ik U”.

Die uitspraak van Jezus getuigt van het bewustzijn van volmacht. Tevens zegt het ons, dat Zijn onderwijs beslissend en bindend is voor Zijn discipelen. Zij hebben zich, ja moeten zich er aan houden. Het is Gods gebod. Het is ’s Heeren wil en die wil is ongewijzigd. Tevens verklaart Jezus in Zijn belijden n.l.: “Ik ben niet gekomen om de wet te ontbinden, maar te vervullen”. Zijn onderwerping aan de wet. En dat is alles. Overal en altoos. Hij heeft de gehoorzaamheid aan de wet gekend. Hij heeft de eis van de wet volbracht. Met nadruk wordt door Hem gezegd en het kan niet tegengesproken worden: “wie van U overtuigt Mij van zonde”? In in betrekking tot Zijn Vader heeft Jezus beleden: “en Ik doe altijd, wat Hem welbehagelijk is”.

Nimmer heeft Jezus Zich aan de eis van de wet onttrokken, noch die eis buiten werking gesteld. De wet des Heeren blijft gehandhaafd als grondwet. Ook voor ons. De wet algeheel. Al de geboden. Onvoorwaardelijk. Onveranderd. Overal. Vandaar dat ook in ons leerboek de Heidelbergse Catechismus de wet een plaats gekregen heeft. En welk een plaats? Dat wordt ons duidelijk wanneer we het leerboek lezen. En in dit leerboek lezen behoort tot het belijden der kerk. Vandaar de toekenning en erkenning van de plaats van de wet ook vandaag, door ons, wanneer we Bijbelgetrouw willen zijn moet blijken, in gezin en samenleving en niet te vergeten in de kerk.

Tot de orde van dienst op zondag moet niet alleen behoren het belijden van het apostolisch geloof, maar ook het lezen van de Wet des Heeren. Nimmer mag dit nagelaten worden. Tevens moet in de prediking doorklinken het spreken des Heeren in Zijn wet. Terecht heeft iemand gezegd: “Er is geen aanleiding in de eredienst de lezing van de Decaloog, de wet des Heeren en de prediking van de geboden te elimineren, weg te werken. De wet Gods is het begin van alle theologie”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1987

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Een gebod met een belofte 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1987

Bewaar het pand | 8 Pagina's