Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het is wèl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het is wèl

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

8.

De vruchten van onderwerping (3)

Maar Abraham twijfelde niet aan de belofte door ongeloof. Hij hield geen overleg met zichzelf, ging er niet over twisten, stond zichzelf niet toe om te overwegen of hij het er mee eens zou zijn of niet. Maar door een besliste en afdoende daad van zijn ziel waagde hij al het zijne eraan. Het is recht, het is best, het is het woord van een God, Die niet liegen kan, van een God, Die oneindig is van vermogen en van onveranderlijke getrouwheid. Deze kan geen overweging, geen bedenking toestaan. Ik ben er meer tot een punt gekomen en het is een uitgemaakte zaak. Ik ben er zeker van, ik ben veilig. “Hij twijfelde niet aan de belofte door ongeloof.” Dit, mijn vrienden, dit is de gezindheid die God eer geeft, omdat zij God houdt aan Zijn woord en Hem vertrouwen geeft als God. Waar we met mensen hebben te doen, hoe meer we de zaken wegen en overwegen des te beter. Maar we weten in Wien we geloofd hebben, toen we God gingen vertrouwen. Daar is de grootste grond van vertrouwen en de hoogste zekerheid, dat wat Hij heeft beloofd, Hij ook machtig is te volbrengen. Vandaar dat in de geschiedenissen van Abrahams geloof is opgetekend: “En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch dat de moeder in Sara verstorven was” Rom. 4 : 19. Hij bleef niet stilstaan bij zijn gedachten daarover, maar wierp die uit zijn geachten weg, ging eraan voorbij. De vastheid van de belofte en de getrouwheid van de grote Belo-ver: hij werd door de beschouwing ervan in beslag genomen; voor niets anders was plaats in zijn hart.

Dit is de weg om bewaard te worden voor zondige twijfelingen: uw oog gericht en gevestigd te houden op Gods belofte. Had deze goede vrouw in mijn tekst niet zo gedaan, haar gesteldheid van geest en hart zou u nooit zo zoet en zo buitengewoon gepast zijn geweest. Het is louter de zwakte van het geloof, zegt de grote Owen, die maakt dat iemand ligt te peinzen over de moeilijkheden en schijnbare onmogelijkheden, die op de weg van een belofte liggen. Want een berusten in Gods wil, een rusten op Zijn Woord, een oog op Zijn wijsheid, kracht, algenoegzaamheid en getrouwheid in alles wat Hij doet, zal iemand bewaren voor twijfeling, wanneer de stormen en golven van Gods voorzienigheid hem nooit zo hard en sterk getroffen hebben, omdat hij God heeft, “Ik ben Die Ik ben”, waarmee elke opstandige twijfel en zondige vrees kan worden beantwoord. Dit is een andere van die gezegende uitwerkingen, die voortvloeien uit de gesteldheid in mijn tekst:

Geloof in Gods belofte en kracht zal iemand brengen tot onderwerping aan de zwaarste en meest beproevende bedelingen van de voorzienigheid. Geloof in levende beoefening zal de Christen van alles wat God doet leren zeggen “Het is wèl” gedaan.

Stellig is deze leerstelling nooit ongepast. Souvereine middelen zijn goed om tegen een tijd van nood bij de hand te houden. Maar het nut en de waarde ervan worden het best gekend wanneer de tijd van beproeving er is. Het is een goede wenk die ik bij een andere auteur heb aangetroffen: “We zijn in geen lessen zo volmaakt als in die waarin God ons slaat”. We kunnen ook niet van enige beweegreden zo warm en gevoelig spreken als wanneer we spreken uit tegenwoordige ondervinding. Wanneer iemand zijn behoeften en zijn zwakheden gevoelt, als hij op het punt staat om te bezwijken, in de dag van tegenheden, laat dan een vriend de hartsterking brengen, die hij tevoren zonder uitwerking heeft aanbevolen. En hij is welkom, omdat er een bijzondere geschiktheid in het middel is voor zijn tegenwoordig geval en omstandigheden.

Gelovigen kijken zelf naar moeite als een verwijderd iets. Het is nodig, dat in deze de ogen geopend worden, want anders zal God ons hart minder hebben en zullen we minder hebben van de troost, die opkomt uit Zijn volmaaktheden, Zijn beloften en Zijn verbond. Vandaar dat we lezen van de beproeving van het geloof dat zij kostbaar is, 1 Petrus 1:7. Een gelovige is een winnaar bij elke oefening, de conflicten en bestrijdingen van het geloof, omdat zijn geloof God verheerlijkt. God wil dat onderhouden, gronden en vermeerderen, waarin het geloof God eert en hoe het de ziel ondersteunt, tot bedaren brengt en doet herleven temidden van al zijn gevaren en onder al zijn vrezen vertelt mijn tekst ons. Zij leert de Christen van alles wat God doet zeggen: “Het is wèl” gedaan.

Ten derde: De toestand waarvan mijn tekst spreekt, voorkomt eveneens bovenmatig verdriet. “Het is wèl”. God verheerlijkende taal, nuttig voor de mond van een Christen, wiens leven, wiens toevlucht en vertrouwen de HEERE is. Het is niet: ik ben verbroken en te gronde gericht, ik heb het mijne verloren, mijn hart is overstelpt, het is geheel verbroken, wat zal mijn leven nog goed doen? O, waar is mijn troost? Stellig heb ik geen deel aan Christus en Zijn verbond. God zou mij anders niet zulke grote en zware moeiten als deze laten zien. Neen, hier is niet één woord, niet het minste teken daarvan. Zij laat haar zoon daar, waar zij haar ziel had toevertrouwd en, omdat God dit heeft gedaan, is alles wèl. Zij heeft niets tegen te werpen, kan geen fout in God vinden.

Op dezelfde wijze David, toen hij zeer bevreesd was en het volk ervan sprak om hem te stenigen, 1 Sam. 30 : 6: “Hij sterkte zich in de HEERE, zijn God”. Toen God hem de belofte van het koningschap had gedaan, wilde hij zich aan Zijn handen toevertrouwen en zich op Hem verlaten om het te vervullen door het middel dat Hem zou behagen. Een weinig geloof, wanneer het in levende beoefening is, zal iemand boven grote moeiten uitheffen. Waarom? Omdat het ontdekt een welgeordineerd verbond, een wijze voorzienigheid, zekere beloften en een getrouw God. Een weinig geloof zal hier grote vorderingen maken. “Zal ik”, zegt de Christen, “boven mate treuren wegens het verlies van een schepsel, wanneer mijn God, mijn Jezus, leeft? Behoort mijn hart niet aan Hem toe? Zijn Zijn liefde en verbond niet het mijne? Is het nodig dat ik leef bij mijn verliezen? Als Hij weggenomen heeft, heeft Hij dan niet eerst gegeven? En wat zou het als mijn naam uitsterft en is uitgestorven in deze enige tak van mijn familie? Zijn Naam blijft. Mijn God is beter dan vele zonen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Het is wèl

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's