Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

Roep Mij aan

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitgeverij De Vuurbaak - Barneveld.

De ondertitel luidt: Over de praktijk van ons bidden. Op de achterzijde van de omslag lezen we dat gesprekken met jongeren en ouderen de schrijver ertoe brachten een boek te schrijven over een onderwerp dat voor iedere gelovige actueel is: het persoonlijke gebedsleven. We lezen daar verder.

“De titel van dit boek — Roep Mij aan — is uit Psalm 50 : 15 en geeft uitdrukking aan Gods liefderijk gebod om tot Hem te bidden. Over de moeilijkheden die wij daarmee kunnen hebben, over de zegen die erin kan liggen voor onszelf en voor anderen en over de eer die God, als onze Vader, daarin ontvangt, spreekt dit boek. Het is vanuit de praktijk geschreven en geeft zijn antwoorden telkens vanuit de Schrift. In de marge worden daarom veel Bijbelteksten genoemd, zodat de lezer telkens wordt verwezen naar het Woord van God Zelf. Want dat alleen kan ons leren hoe wij bidden mogen en moeten. Dit in eenvoudige taal geschreven boek is geschikt voor zowel persoonlijk gebruik als voor de verenigingen. Ook zal het bij het huisbezoek of andere gelegenheden waarbij over dit onderwerp wordt gesproken, goede diensten kunnen bewijzen.” Tot zover de omslag.

In 17 hoofdstukken behandelt de schrijver de stof: 1. Bidden, 2. De levende God, 3. De heilige God, 4. Langs de trappen van Gods beloften, 5. Heeft bidden wel zin?, 6. Geen inlichtingendienst, 7. Is God onverbiddelijk?, 8. Bidden naar Gods raad, 9. Verwachting, 10.

Verhoring, 11. Aandachtig lezen, 12. Vrucht van het gebed, 13. Een zegen voor onszelf, 14. Een zegen voor anderen, 15. Danken, 16. Gebedsarbeid, 17. Bidden onder tegenstand. Het boekje leest gemakkelijk en er staan goede dingen in. Dat willen we op de voorgrond stellen. Maar we hebben ook onze bedenkingen. Om iets te noemen. Op bladzijde 16 zegt Westerink dat God in de belofte: Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad, de vloer heeft gelegd voor de herstelde gemeenschap tussen Hem en ons. We lezen dan verder op bladzijde 17: “Aan die herstelde gemeenschap heeft Hij daarna met zoveel woorden de vorm gegeven van een verbond.” Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht... tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn.”

Daar denken wij toch niet klein van? Dat vinden we toch niet vanzelfsprekend? Dat God weer onze God is en de God van onze kinderen? Want dat betekent niet minder dan dat tussen Hem en ons de vijandschap is weggedaan. Alles weer vlak is.

Met eerbied gezegd: Meer kon God niet doen. Want Hij gaf Zichzelf: uw God ben Ik.

En daarin was Hij opnieuw hoog verheven. Daarin nam Hij Zich een volk aan. Zijn volk. “Ik zal Mij u tot een volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn . . .””

De schrijver gaat ervan uit, dat de gemeenschap met de Heere is hersteld. Maar in ons doopsformulier lezen we dat we niet in het rijk Gods kunnen komen tenzij we van nieuws geboren worden. De Heere Jezus wees Nicodemus ook op de noodzaak van de wedergeboorte. Deze begreep er niet van.

Uit de Schrift blijkt duidelijk dat er tweeërlei kinderen des verbonds zijn. Dit komt in het boek niet naar voren. Het gaat hier om zeer belangrijke zaken. Wanneer dit bij de schrijver dezelfde plaats zou innemen als bij ons dan zou hij zijn boek anders hebben geschreven.

Wanneer we goed kunnen onderscheiden kan het nuttig zijn van dit boek kennis te nemen, als we maar niet vergeten, dat we voor het rechte aanroepen van de Heere nodig hebben de zalving van de Heilige Geest. De schrijver zal dit niet willen ontkennen, maar o.i. moet dat goed naar voren komen vanwege het grote gevaar dat de lezers dit vergeten en daardoor er niet toe komen te overwegen wat voor een recht gebed van node is.

Het boek heeft veel aandacht getrokken. De vijfde druk ontvingen we ter recensie. Het boek telt 119 blz. en kost ƒ 17,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's