Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 65.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Als ik nu kwam in het huis van Semaja, de zoon van Delaja, de zoon van Mehe- tabeël, (hij nu was hesloten), zo zeide hij: Laat ons te samenkomen in het huis Gods, in het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht zullen zij komen om u te doden.

Beste jongelui!

Het is een lange tekst die voor ditmaal boven dit artikel staat. Voor jullie het artikel gaan lezen, moet je eerst maar goed de hier boven geschreven verzen lezen. Want ze horen bij elkaar. Ze vormen weer een stukje van de gschiedenisketen, die door Nehemia geschreven is.

Hij had zijn kracht gezocht in het gebed. Zo hebben wij het de vorige keer vernomen. Het was een kort gebed. Het was een krachtig gebed. En een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel. Zo laat Jacobus dat ons weten. De Heere wist precies wat Nehemia van node had. Want de Heere had hem tot dit grootse werk geroepen. En dan mag de tegenstand groot zijn, doch groter dan de Helper is de nood toch niet. Gelukkig zijn diegenen die dat uit beleving weten.

De vijand was door het resolute woord van Nehemia afgeslagen. Hij had het hen duidelijk gezegd, dat het allemaal verzinsels waren, waardoor zij hem vrees zochten aan te jagen. Doch al was de vijand afgeslagen, hij was nog niet geheel verslagen. Laten we dit altijd bedenken. Want, we hebben het al meer gezegd, achter het optreden van Sanballat c.s. zat de duivel. Dat is de grote vijand van God. Ook van zijn volk, dat de Heere Jezus Christus in zijn lendenen meedroeg. Daarom zint hij steeds weer op nieuwe listen om uiteindelijk toch zijn doel te bereiken.

Hij verandert steeds van taktiek. Paulus heeft eens gezegd: Zijn listen zijn mij niet onbekend. Het is goed de listen van de duivel te kennen. Dan kan men daardoor des te beter zijn voorbereid op een volgende aanval. Wat was nu het geval? Sanballat en Tobia, met hun aanhang, hebben weer vergaderd toen die jongen, die ze met een open brief naar Nehemia gestuurd hadden, teruggekeerd was. Hun voornemen was hiermee voor de vijfde keer mislukt. Men zal het nu anders doen.

Er bevonden zich onder de gelederen van Nehemia mensen, die het met Nehemia niet eens waren. We zullen ze wel moeten zoeken in de kring die hij zo ongezouten de waarheid had gezegd. Lees er hoofdstuk 5 nog maar eens op na. Het waren de verraders in de vesting. Het waren “mannen van naam”. Niet de eerste, de besten dus. Een heel voornaam persoon in de kring van de verraders was Semaja, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabeël. Wie het precies geweest is, is niet duidelijk. Doch dat hij als een zoon van die en die genoemd wordt, wijst er op dat het een man van bekendheid geweest is. Hij behoorde tot één van de priesterorden. Dat is uit het verhaal wel duidelijk. Er wordt in dat komplot ook nog een profetes met name genoemd, namelijk Noadja en ook nog andere proleten. Zij vormden samen, al waren zij nog zo voornaam in de samenleving, een broeinest van ongerechtigheid. Want zijn waren gehuurd door Sanballat en Tobia c.s. Zo staat het duidelijk in vers 12 en 13. Je kunt deze schelmen wel op één lijn zetten met Judas. Die was ook eens gehuurd om de Heere Jezus te verraden voor dertig zilverlingen. Met geld kun je veel bereiken. Dat is alle eeuwen door al gebleken. Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Dat is een bekend spreekwoord. Het gaat heden ten dage nog op. Het kan op een eerlijke manier gebeuren. Als je b.v. in dienst van een bedrijf bent, dan wordt er natuurlijk van je verwacht dat je achter het bedrijf zult staan.

Doch als dit een goddeloos bedrijf is, dan wordt het wel bedenkelijk als men daar een goed woord voor gaat spreken, enkel en alleen omdat het goed betaald wordt.

Zo was het hier in dit geval. We hebben met een goddeloos bedrijf te doen.

Eén uit het priestergeslacht en anderen die een profetenmantel dragen, zonder door God gezonden te zijn, worden door de vijanden van Nehemia omgekocht, gehuurd! Hoe groot het verradersloon geweest is, staat er niet bij. Het is blijkbaar niet zo belangrijk dit te weten. Het gaat niet om het bedrag, doch om de zaak.

Nadat deze schelmen, zo noem ik ze maar, gehuurd waren, moesten zij hun werk gaan doen. Zij hebben daar natuurlijk ook eerst voor vergaderd. Hoe zullen we het aanpakken? Welke strik zullen we opzetten, zó dat Nehemia er argeloos instapt. Ze hebben het tenslotte gevonden.

De genoemde Semaja zal zich opsluiten in de tempel. Als priester mocht hij daar komen. En dan zal hij Nehemia uitnodigen om met hem in de tempel te komen praten. Doch dan moet er wel een aanleiding zijn, om hem naar de tempel te laten komen. De leugen is spoedig gevonden. Het is een leugen die in windselen van de waarheid is gewonden. En daardoor is hij des te gevaarlijker. Opletten! is dus altijd de boodschap.

Nehemia krijgt een uitnodiging om eens bij Semaja te komen. Dat is dus bij de priester. Nu, als je een uitnodiging krijgt om bij de dominee te komen, dan zoek je daar direkt geen kwaad achter. Wat zou die man je kunnen doen? Je neemt bij voorbaat aan, dat hij je geen kwaad zal doen. Ook niet dat hij je beliegen zal. Hij zal toch op z’n minst wel de waarheid spreken. Dat mag je althans van een dominee verwachten. Zo zal Nehemia ook hebben gedacht. Hij is op alle manier op de uitnodiging ingegaan. Want het staat duidelijk in vers 10. Hij beschrijft het zelf: “Als ik nu kwam in het huis van Semaja, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabeël.” De deur wordt voor hem opengedaan. Hij wordt hoffelijk ontvangen. Hij is tenslotte een waardig man. Hij is door de koning van Perzië aangesteld tot landvoogd. Zulke mensen moet je nu eenmaal overeenkomstig hun staat behandelen. Zo gaat het in de politiek.

Als hij in het huis van Semaja komt, is deze nergens te vinden. Waar zat hij dan? Ja, dat is ook een vraag. Er staat tussen haakjes “hij nu was besloten”. Dat wil zeggen: Hij had zich opgesloten. Hij zat in een kamer achter slot. Hij had zich teruggetrokken om alleen te zijn. Waarom? De veronderstelling is wel geuit, dat hij dit deed om te mediteren. Om alleen met God te verkeren. Om te vragen wat de Heere wilde dat hij doen zou. Zo iets zou je van een priester, die in het Heilige verkeert, kunnen verwachten. Als deze gedachte post gaat vatten, dat kunnen jullie wel begrijpen, dan geeft dat een zekere waardigheid aan zulk een eerbiedwaardig persoon. Het moest daarom op Nehemia wel indruk maken. Als hij uit “zijn binnenkamer” voor de dag zou komen, dan zou hij op z’n minst een geloofwaardige boodschap hebben. Vergis je echter niet. De praktijk leert dat het allemaal show geweest is. Komediespel. Dat wordt nog veel bedreven. Niet alleen in de wereld, doch ook in de kerk, in het heiligdom. Want als het geen waarheid is, is het leugen en bedrog. Dat is voor de buitenwereld niet altijd te zien. Het is zelfs voor een kind van God niet altijd dadelijk te onderkennen. Denk maar weer aan het verraad van Judas. Toen de Heere Jezus hem ging ontmaskeren, heeft niemand gedacht dat Judas de “verrader” zou zijn. Zij zeiden allemaal: “Ben ik het, Heere?” Zelfs Judas heeft dat ook gezegd. Hij sprak dus dezelfde taal als zijn mede-broeders. Doch het kwam niet uit hetzelfde hart voort. En de Heere ziet het hart aan. Ieder mag ten deze steeds wel acht geven op zichzelf, of heel zijn godsdienstig bedrijf geen komediespel is. We kunnen voor de buitenwereld een schone schijn vertonen, terwijl het er van binnen heel anders uit ziet. Wie zichzelf kent, zal dit niet zonder vrees lezen. Want elk mens heeft een arglistig hart. En ieder echt kind van God is bang voor zelfbedrog. Want mensen kun je bedriegen, maar God niet.

Tenslotte komt Semaja voor de dag. Hij heeft een uitgestreken gezicht. Hij kijkt heel ernstig. Hij heeft een gewichtige boodschap. Daar hoort natuurlijk een ernstig gezicht bij. Het leven van Nehemia staat op het spel. Dat weet hij. Althans, zo doet hij het voorkomen.

En om nu het leven van Nehemia te sparen, heeft hij een voorstel. Luister maar:

“Zo zeide hij: Laat ons te samen komen in het huis Gods, in het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels toesluiten; want zij zullen komen om u te doden; ja, bij nacht zullen zij komen om u te doden”.

Stel je voor. Zo iets te horen uit de mond van een “dienaar der waarheid”, een priester, dat is geen kleinigheid. Het is echt wel om de schrik om het hart geslagen te krijgen.

De onheilstijding komt voor ditmaal niet uit het kamp van de vijand, maar uit het heiligdom, de tempel.

Wat is Satan toch listig. Hij zet niet alleen de tenten der ijdelheid in de wereld wijd open, om mensen tot het verderf te brengen. Hij weet daar ook kerken voor de gebruiken. Kerken, waar de bijbel op de kansel ligt, doch waar de mensen bedrogen worden voor de eeuwigheid, omdat het Woord van God niet recht verkondigd wordt. Men spreekt dan van vrede, vrede en geen gevaar. En men verzwijgt, dat degenen die licht geloven, ook licht worden bedrogen.

Doch ik moet weer gaan eindigen. De volgende keer verder.

Hebben jullie al een abonnee aangebracht? Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's