Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zon der gerechtigheid beloofd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zon der gerechtigheid beloofd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan”.

De zon heeft deze zomer zelfs tot diep in de herfst overvloedig geschenen. Echter - de donkere dagen voor kerst breken nu toch aan. De zon gaat al meer schuil achter dikke wolkenmassa’s.

Er is een zon die altoos zal stralen. Een zon die opgaat en nooit meer tenonder zal gaan. Een zon die nooit schuil zal gaan. Het is de Zon der gerechtigheid.

Maleachi, een van de laatste boodschappers van Gods wege onder het Oude Testament, heeft de opgang van die Zon aangekondigd. Hij mocht in opdracht van de Heere met die belofte komen. Tegelijkertijd moeten we zeggen: ’t is niet alleen een belofte, ’t is ook een uitspraak, een verklaring. De Heere Zelf verzekert dat. ’t Staat vast: de Zon der gerechtigheid zál opgaan. Precies zoals dat in het rijk der natuur is. Midden in de nacht kunnen we zeggen: nog even en dan zal de zon opgaan.

Onze Statenvertalers hebben aan Jezus Christus gedacht. Daarom lezen we het woord Zon met een hoofdletter. En dat is terecht. Jezus Christus is de Zon der gerechtigheid. Die Zon is in de kerstnacht opgegaan. In die nacht is het Licht door God ontstoken.

Wij gezeten in de duisternis, in de schaduw des doods, en wij hebben zelfs de duisternis liever dan het licht. God echter, de God Die bewogen is, heeft de Zon des heils aan de kimme doen staan.

Het licht van deze Zon is tenvolle genadelicht, licht dat ons niet toekomt. Wij hebben de duisternis, de eeuwige nacht verdiend. God doet geen onrecht als het in ons leven nooit geen licht meer wordt, als straks ook onze kunstlichten doven.

Maar Christus is niet slechts Zon, en dé Zon, Hij is de Zon der gerechtigheid. Zonder dat een van Gods deugden gekrenkt wordt, gaat deze Zon op. Omdat Jezus Christus alle gerechtigheid heeft volbracht. Omdat in Zijn leven de zon is ondergegaan en het nacht is geworden. Dat geldt van krib tot kruis. In Bethlehem reeds nacht. Tenvolle op Golgotha, in de drie-urige duisternis. Zo is Hij de Zon der gerechtigheid geworden, ja geworden vanwege wat Hij gedaan heeft. Derhalve is Zijn Naam Zon der gerechtigheid.

Daarom nu kan God beloven en verklaren: ulieden zal de Zon der gerechtigheid opgaan. Let u er wel op: ’t wordt niet alle mensen gezegd. Er staat het woordje daarentegen. Dat geeft aan een duidelijke markering. Dus de een wel, de ander niet.

Het tweeërlei zit ook in het woord gerechtigheid. Gods gerechtigheid is of straffend of heilaanbrengend. Doe nu niet alsof er een tegenstelling in God is, of alsof God een God van willekeur is. De God van de Bijbel is die God Die of ten goede of ten kwade reageert op onze houding tegenover Hem en onze naaste.

U kent de klacht van Asaf. Hij gaf acht op de goddelozen, de mensen die zonder God leven en die zonde op zonde bedrijven. Die hebben steeds voorspoed; ze kunnen in alles hun gang gaan. En Asaf die de Heere vreesde, hij die kind van de Heere was, had tegenspoed op tegenspoed.

Zo was het ook in Maleachi’s tijd. Er waren de hoogmoedigen en de goddelozen, mensen die niet vroegen naar de wil van de Heere, maar leefden naar het goeddunken van eigen hart. Daartegenover waren er die door God tot God bekeerd waren. Door dat werk van God in een mens krijgen we lust de Heere te vrezen en in alles te vragen naar Zijn wil. De tot God bekeerden gingen echter klagen als Asaf. Zij spraken: het is tevergeefs God te dienen en wij achten de hoogmoedigen gelukzalig, want zij doen goddeloosheid en worden gebouwd, zij verzoeken de Heere en ontkomen.

Maleachi betuigt die klagers: u denkt verkeerd, want de Heere merkt er toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht geschreven. God komt weldra ten gerichte. De grote dag zal komen, en alle hoogmoedigen en al wie goddeloosheid doet, zal geworpen worden in de brandende oven. Maar die de Heere vrezen zal de Zon der gerechtigheid opgaan.

Dus alles wacht op de grote dag. Dan zal God recht, volkomen recht doen. Dan zal Hij geven waar een ieder recht op heeft. Straffend of heilaanbrengend.

De Heere betuigt en verzekert dat Hij al de Zijnen recht zal doen. Hij zal hun vrolijk op doen dagen het heil hun toegezegd. Zij zullen delen in het toegezegde heil: de opgang van de Zon der gerechtigheid. Dat houdt ten diepste in: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, de plaats waar God alles is en in allen, de plaats waar geen nacht meer is, maar alles licht, en dat door de stralen van de Zon der gerechtigheid.

Dat heil, die weldaan, die onuitsprekelijke rijkdom verworven door de Zon der gerechtigheid, is dus bestemd voor hen die de Naam des Heeren vrezen.

Dus het spitst zich toe op de vreze des Heeren. Het licht, het volle licht zal opgaan voor hen die de Naam des Heeren vrezen.

Vreest u de Naam des Heeren?

Die vrees houdt niet in angst, bangheid, bevreesd-zijn. Ook niet slaafse vrees uit vrees voor straf, of uit hoop op loon. Hier wordt bedoeld de kinderlijke vreze. En die vreze is vrucht van de wedergeboorte.

Die vreze is geen produkt van onze natuur, maar vrucht van het werk van de Heilige Geest. En daar wil Hij nu om gebeden zijn. O buig dan toch de knieën. Want de grote dag komt, brandende als een oven. Haast u toch om uws levens wil. God komt ten gerichte, en Hij zal noch wortel noch tak laten.

Zij die de Heere vrezen, vrezen Hem niet om van de straf af te komen. O neen - zij leren juist dat zij de straf, de eeuwige straf verdiend hebben, en dat zij als een stoppel in vlam gezet moeten worden.

Wat is de Naam van de Heere wonderlijk. Die Naam is niet alleen heilig en rechtvaardig en waarachtig, maar ook barmhartig en genadig. Die Naam spreekt niet slechts van toorn en straf. Die Naam spreekt ook van genade, van ontfermingen. De grootste der zondaars mag op die Naam hopen. Die Naam wordt voor allen die Hem vrezen groot en goed.

Kerstfeest vieren, echt Kerstfeest betekent de Zon der gerechtigheid gaat op. In de stralen van die Zon, in dat Licht gaan we al meer onszelf bezien, en daarom vloekwaardig en doemwaardig. Maar door het Kerstkind, door de Man van smarten in de nacht op Golgotha aan het vloekhout is gerechtigheid, een volkomen gerechtigheid verworven, borggerechtigheid. En daarom zal de Zon tenvolle opgaan, op volle middaghoogte komen.

Al het toegezegde heil zal gegeven worden. De Naam van de Heere is daar zelf de waarborg van.

Zou Hij zeggen en niet doen? Dat kan nooit. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht. Weldra zal de Zon der gerechtigheid tenvolle opgaan!

En dat voor hen die Zijn Naam ootmoedig vrezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1989

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De Zon der gerechtigheid beloofd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1989

Bewaar het pand | 6 Pagina's