Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toekomst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het jaar 1989 zijn verschillende regeringsleiders hun macht kwijt geraakt. Zij hadden daar misschien helemaal niet op gerekend. Soms op het onverwachtst werd hun de macht ontnomen, die zij soms jarenlang hadden uitgeoefend. De president van Roemenië werd niet alleen van zijn macht beroofd, hem werd ook het leven benomen. Wie had dit enkele maanden geleden kunnen denken. Moeten wij boven dit alles niet schrijven: De Heere regeert? Het gaat vaak heel anders dan wij mensen denken. Het is niet onmogelijk, ja zelfs voor de hand liggend, dat er leidslieden zijn die zich afvragen: Wat gaat er met mijn positie gebeuren? Zal ik mijn macht ook kwijtraken? Die vraag is alleszins begrijpelijk, gezien de gebeurtenissen in het achter ons liggende jaar. Het is een vraag die we ook in de Bij bel al tegenkomen. Koning Nebukadnezar heeft zichzelf die vraag ook gesteld. In gedachten was hij bezig met de toekomst. We lezen in Daniël 2 : 29a: “Gij, o koning! op uw leger zijnde, klommen uw gedachten op, wat hierna geschieden zou.”

Blijkbaar was Nebukadnezar niet gerust op de toekomst. Wat zou er allemaal gaan gebeuren? Zou zijn positie in gevaar komen? Zal de vraag ook niet in zijn hart gerezen zijn wat er na zijn sterven zou geschieden? Uiteraard valt het geenszins af te keuren indien er aan de toekomst wordt gedacht. Het is zelfs een goede en geboden zaak. Bij het ingaan van het nieuwe jaar zullen verreweg de meeste mensen zich toch wel afgevraagd hebben wat er dit jaar allemaal zal gaan gebeuren. Hoe zal het wereldgebeuren zich ontwikkelen? Zullen de veranderingen in Oost-Europa de spanning doen afnemen tussen het vrije westen en het tot voor kort communistische Oost-Europa? Of zullen al die veranderingen in de toekomst juist nieuwe spanningen en conflicten oproepen? Mogelijk hebt u zich ook de vraag gesteld wat er in dit jaar in Nederland zal gaan gebeuren. U zult ook de vraag onder ogen hebben gezien wat er met uzelf, met uw kinderen en verdere familieleden zal plaatsvinden. Er kunnen grote zorgen zijn omtrent de opvoeding. Misschien is er onzekerheid of u al of niet uw werk zult behouden. U kunt ook een ziekte hebben waarvan u zich afvraagt hoe het verloop ervan zal zijn. Niet alleen kerkmensen, maar ook wereldlingen denken aan de toekomst. Maar de laatstgenoemden denken er op een verkeerde wijze aan. Waar gaan hun gedachten immers naar uit? Het is naar de dingen van dit aardse leven. Zij worden in beslag genomen door het tijdelijke en lichamelijke. Het hart gaat uit naar geld en goed. Er wordt geleefd bij het hier en nu. Door de diepe val in Adam een opgaan in de dingen van beneden totdat men er voor eeuwig in ondergaat. Er is immers niet de geringste hoop dat zulke wereldlingen ooit in het hemelse Jeruzalem zullen komen. Zij zouden zich er ook geen ogenblik thuisvoelen. Zij zijn immers onrein, zondig en onrechtvaardig gebleven. In Openb. 22 staat dat buiten het hemelse Jeruzalem zullen zijn “de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet.” De liefde tot de zonde is gebleven. Ook de haat tegen God en de naaste. Zulken zullen komen in de plaats die brandt van vuur en sulfur.

Op welke wijze denkt u aan de toekomst? Lijken uw gedachten op die van de wereld- ling? Ook als kerkmens gaan we van nature op in de dingen van beneden. De gedachten zij n dan zo vervuld van eten, drinken en vrolijk zijn. Wat het ene nodige betreft wordt heimelijk gedacht dat men de tijd nog wel heeft. De tijdelijke belangen staan bovenaan. Het wordt niet beleefd dat het leven een damp is en dat de dood ieder uur wenkt. Ook al ziet men het rondom bevestigd dat er slechts een schrede is tussen ons en de dood. Men stelt zichzelf gerust met de gedachte dat er nog tijd genoeg zal zijn om na te denken over de waarachtige bekering. Dat het door genade beleefd zou mogen worden dat sterven God ontmoeten is en dat dit zonder wedergeboorte en waarachtige bekering niet kan. Het zal immers vreselijk zijn te vallen in de handen des levenden Gods. De duivel ziet niets liever dan uitstel. De Heere zegt in Zijn Woord: Heden zo gij Mijn stem hoort, verhardt u niet. We leven in een tijd dat de hel niet verschrikt en de hemel niet verkwikt. Lauwheid, zorgeloosheid en wereld- gelijkvormigheid onder vele kerkmensen.

Misschien denkt u dat u toch wel wat ernstiger bent, j a zelfs heel wat ernstiger dan de mensen die zojuist beschreven zijn. U neemt de dingen van het leven ernstig. U leeft niet zo luchthartig. U neemt trouw uw kerkelijke en godsdienstige plichten waar. Heimelijk maakt u van dit alles een grond voor de eeuwigheid. Dat u toch zou mogen bedenken dat er buiten Christus geen leven is, maar een eeuwig zielsverderf. Bedrieg uzelf toch niet. Dat u als een arme bedelaar, als een des doodsschuldige, als een veroordelenswaardige zou mogen leren smeken om genade en ontferming in dit pas begonnen jaar. Dat op het smeekgebed de waarachtige bekering geschonken zou mogen worden. Dat zou een echt nieuw begin in dit jaar betekenen.

Alleen zij die de Heere door genade mogen vrezen wacht een heerlijke toekomst. Van hen geldt wat in het boek Openbaring staat opgetekend: “Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan de Boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.” Hoe dieper zij ontdekt worden aan hun zonden en zondige aard, hoe groter wonder het voor hen wordt dat die heerlijke toekomst wacht. In Adam hadden zij moed- en vrijwillig gekozen voor een heel andere toekomst. Gekozen voor de eeuwige rampzaligheid. God de Vader heeft Zijn Zoon gezonden op deze aarde. De Zoon wilde van eeuwigheid komen op deze aarde om te lijden en te sterven, om de helse smarten en benauwdheden door te maken voor Zijn Kerk opdat die Kerk de eeuwige zaligheid verworven en geschonken zou worden. Vaak is er vrees in het leven van Gods kinderen dat zij om zullen komen. De duivel gaat immers rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden. De satan maakt listig gebruik van vele valkuilen en strikken. Gods kinderen zijn zo zwak in zichzelf. In eigen kracht kunnen zij geen ogenblik staande blijven. Tot hinken en tot zinken elk ogenblik gereed. Maar de Alwetende kent al de listen en raadslagen van de vorst der duisternis. Dat alles is voor Hem als een geopend boek. De Almachtige zal niet toelaten dat een der Zijnen zal weggetrokken worden in de eeuwige rampzaligheid. Hij beschermt en bewaart hen. Hij doet hen komen in de eeuwige heerlijkheid. Het zijn rijke ogenblikken waarin het oog des geloofs van Gods kinderen gericht mag worden op Christus, Die gezeten is aan de Rechterhand Gods des Vaders. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij draagt er zorg voor dat de satan, die in beginsel van de troon is gestoten in het hart, er niet opnieuw plaats zal nemen. De Heere is gaan regeren in het binnenste. Zijn Koninkrijk in het hart kan nooit meer teniet gedaan worden. Hoe de tijdsomstandigheden zich ook zullen ontwikkelen, de Heere zal hen gedenken en geven wat zij nodig hebben. Hun toekomst is niet onzeker. Eenmaal komt de tijd dat zij sterven zullen of de dag van de wederkomst van Christus zullen meemaken. Dat zal voor hen betekenen een eeuwig bij de Heere mogen zijn. Verlost van de zonde, verlost van alle eigenbedoeling, verlost van die onreine bronwel van wanbedrijven die zij met zich om blijven dragen zolang zij in dit leven zijn. De strijd te boven. Die bange strijd tussen vlees en geest. Verlost van het verdorven bestaan. Dan eeuwig en volmaakt de Heere bedoelen en loven. Op Gods tijd zullen zij hun wens verkrijgen. Is dat geen heerlijke toekomst? Zou u daar niet jaloers op worden? De Heere moge het schenken naar het vrije van Zijn welbehagen, uit genade alleen. Zo zal verstaan worden: Maar (blij vooruitzicht, dat mij streelt!) Ik zal ontwaakt, Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, Verzadigd met Uw Godd’lijk beeld.

Werkendam

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De toekomst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's