Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indien niet; wat dan? Maar Hij is!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indien niet; wat dan? Maar Hij is!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. Maar nu Christus is opgewekt uit de doden. 1 Cor. 15 : 14, 17, 20a.

Naar men zegt, moet 1 Cor. 15 het oudste getuigenis zijn van de opstanding van Christus. Wanneer dit zo is, dan is de opstanding van Jezus Christus van meetaf aan betwist geworden, ja nog sterker geloochend. En die ontkenning werd zelfs in de kerk merkbaar. Het hield ook verband met het feit dat men ontkende de opstanding der doden. Met de dood was het afgelopen. Na de dood gebeurt er niets. Er is niets. Het volle accent kwam daardoor te liggen op het leven. Het leven was alles. En daarmee ging ook alles wijken wat de Heere in Zijn Woord had geopenbaard. Het spreken Gods werd niet geacht maar veracht, of een eigen uitleg aan gegeven. Die ontkenning, die loochening van opstanding uit de doden behoort niet tot het verleden. De eeuwen door wordt ze gehoord. De satan blijft werken. Ook vandaag. En hoe kan zelfs een kind van God aangevallen woden. Hoe sterk kan de aanvechting niet zijn. Wat een vragen kunnen er op het menselijk denken aankomen. Zou het wel waar zijn? Hoe is zoiets nu mogelijk? Waaraan wordt het zichtbaar, dat Jezus Christus de dood, de machten van de boze heeft overwonnen. Waar breekt het opstandingsleven door? Hoe kan het geloof in de toekomst, het geloof in de prediking als nutteloos getekend worden. Wat kan de waarde van wat men ziet benadrukt worden. En hoe komt men uit de twijfel. Hoe wordt de kracht van het ongeloof gebroken. Niet door redeneren. Dat staat vast. Maar door het geloof in de werkelijkheid. Door het geloof in de waarheid des Heeren. Nu die waarheid des Heeren wordt door Paulus scherp gesteld tegenover de ongeloofsgedachten. Het “indien” moet diep inslaan. Indien Christus niet opgewekt is dan is alles ijdel. IJdel al in dit leven. Immers de zaligheid, het heil werkt en reeds in dit leven. Geen opstanding, geen opwekking uit de doden betekent nog in de zonden te zijn. In uw zonden, Uw eigen zonden, schrijft Paulus. Met zonden alleen te leven welk een werkelijkheid. Met zonden te sterven welk een feit. Gescheiden van God. Eeuwig zonder gemeenschap. Zonder liefde. Want God de Heere kan met de zonde geen gemeenschap hebben. Zonde doet pijn. Zonde wondt. Zonde maakt bedroefd. Verstaat U dit? Hebben we daar weet van? Zou U zondeloos willen zijn? Zou U willen leven tot eer van de Heere? Bevrijd voorgoed, voor altoos van satan, wereld, eigen vlees?

Nu Jezus Christus is opgestaan uit de doden. Hij is opgewekt. Het “is” komt tot ons met nadruk. Wie daaraan twijfelt, blijft twijfelen en zal vallen. Maar zal in de val kennis maken met de levende Heere. Want de opgestane Heere is ten hemel gevaren en komt weder om te oordelen de levenden en de doden. De opgestane Heere is levend verschenen aan en heeft Zich ingelaten met. De getuigen zijn er. De Heere noemt ze zelf Zijn getuigen. Vandaar welk een heilsfeit is Pasen. En wat doet Jezus Christus als de Levende Heere. Hij, Die de dood verslonden heeft tot overwinning, doet opstaan uit de staat van de dood, uit de zondestaat. Hij plaatst in de staat van het leven. Van het eeuwige leven. Pasen verklaart, verzegelt ons ook dat het laatste woord niet is aan de dood, maar aan het leven. Maar nu moeten we goed onthouden, goed op ons laten inwerken gelijk er tweeërlei leven is in dit leven, zo is er tweeërlei leven na dit leven. Heere, doe mij overgaan uit de staat van de dood, in de staat van het leven. Laat waar zonde is, Uw genade werken. Laat ik uit U en door U leven want U leeft en U zegt en maakt waar: “Ik leef en gij zult leven”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Indien niet; wat dan? Maar Hij is!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's