Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit ’De Bergrede I’ van dr. D. Martyn Lioyd-Jones 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit ’De Bergrede I’ van dr. D. Martyn Lioyd-Jones 1.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is slechts één manier om de dood aan het kruis te begrijpen en die luidt als volgt:


Geen ander was in staat,
De prijs der zonde te betalen.
Hij alleen kon de poort ontsluiten
En ons binnenlaten.

Het probleem van de zonde is daarvoor de verklaring. Ja, het is zo dat als de zonde er niet was de menswording van Christus ook niet noodzakelijk was geweest. Zo diep gaat nu het probleem van de zonde. De mensheid zeggen wat gedaan moet worden is niet voldoende. God had dat al gedaan door de wet die Hij via Mozes gegeven heeft, maar niemand had haar nageleefd. ’Er is niemand rechtvaardig, ook niet één’. Al de oproepen tot de mannen en vrouwen om een beter leven te leiden hadden al gefaald lang voordat Jezus kwam. De Griekse filosofen hadden geleefd en de mensen onderwezen voor Zijn geboorte. Kennis en informatie en al dergelijke dingen zijn niet genoeg. Waarom niet? Vanwege de zonde in het menselijk hart. Dus de enige manier om de genadeleer van het Nieuwe Testament te begrijpen is te beginnen bij de zondeleer. Wat de zonde verder ook mag zijn, ze is in ieder geval iets dat alleen maar aangepakt kon worden door de komst uit de hemel naar de aarde van die eeuwige Zoon Gods en door Zijn gaan naar de dood aan het kruis. Dat moest gebeuren, er was geen andere weg. God, en ik zeg dit met eerbied, zou nooit toegelaten hebben dat Zijn eniggeboren Zoon moest lijden zoals Hij geleden heeft als dat niet volkomen noodzakelijk was: en het was noodzakelijk vanwege de zonde.

Maar datzelfde geldt ook voor de Nieuwtestamentische leer van de wedergeboorte. Denk eens aan al het onderwijs over het opnieuw geboren worden, en over de nieuwe schepping, dat in al de Evangeliën en de Brieven kan worden teruggevonden. Dat is zonder betekenis als u de Nieuwtestamentische zondeleer niet begrijpt. Maar als u haar wel begrijpt, dan zult u ook heel duidelijk zien dat, tenzij een mens wedergeboren wordt, en een nieuwe aard en een nieuw hart ontvangt, hij onmogelijk gered kan worden. Maar de wedergeboorte heeft geen betekenis voor mensen die een negatieve opvatting van zonde hebben en die haar onpeilbaarheid niet beseffen. Dit is dus het punt waar we moeten beginnen. Dus, als u een hekel heeft aan de Nieuwtestamentische zondeleer, betekent dat eenvoudig dat u geen christen bent. Want u kunt geen christen zijn zonder te geloven dat u wederom geboren moet worden en zonder te beseffen dat niets dan de dood van Christus aan het kruis u kan verlossen en met God kan verzoenen. Al diegenen die op hun eigen arbeid vertrouwen ontkennen het Evangelie, en de reden daarvoor is altijd dat ze zichzelf nooit als zondaar gezien hebben, of dat ze nooit de Nieuwtestamentische zondeleer begrepen hebben. Dit is een zaak van het grootste belang.

Deze leer is daarom van wezenlijk belang bij het vaststellen van onze opvatting van de ware evangelieprediking. Zonder de zondeleer en zonder een begrip van wat de zonde is, is er geen ware evangelieprediking. Ik wil niet onredelijk zijn, maar ik zeg u dat een Evangelie dat slechts zegt, ’Kom tot Jezus’, en Hem als een Vriend voorstelt, en een geweldig nieuw leven aanbiedt zonder overtuiging van zonde, geen Nieuwtestamentische evangelie-prediking is. De kern van de evangelieprediking is te beginnen bij het prediken van de wet; en het is vanwege het feit dat de wet niet gepredikt wordt, dat er zoveel oppervlakkige evangelieprediking is. Onderzoek de bediening van onze Heere Zelf maar en u zult zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat Hij soms, in plaats van druk op de mensen uit te oefenen om Hem te volgen juist grote obstakels op hun weg plaatste. Hij zei dus eigenlijk: ’Beseft u wat u aan het doen bent? Weet u wat u dit gaat kosten? Beseft u waar dit toe zou kunnen leiden? Weet u dat dit zelfverloochening, het dagelijks opnemen van uw kruis en Mij navolgen, betekent?’ Ik zeg u, de ware verkondiging van het Evangelie moet vanwege deze zondeleer altijd beginnen met het prediken van de wet. Dit betekent uitleggen dat de mens geconfronteerd zal worden met de heiligheid Gods, met Zijn eisen, ook met de gevolgen der zonde. Het is de Zoon van God Zelf Die spreekt over het in de hel geworpen worden. Als die leer over de hel u niet bevalt betekent dat gewoon dat u met Jezus Christus van mening verschilt. Hij, de Zoon van God, geloofde in de hel; en het is door middel van het blootleggen van de ware aard der zonde dat Hij leert dat de zonde de mens uiteindelijk in de hel doet belanden. De evangelieprediking moet dus beginnen met de heiligheid Gods, de zondigheid van de mens, de eisen der wet, de straf die door de wet wordt toegemeten en de eeuwigdurende gevolgen van wandaden en wangedrag. Alleen de mens die er toe gebracht wordt zijn zonde in te zien haast zich naar Christus voor verlossing en bevrijding. Elk geloof in de Heere Jezus Christus dat niet daarop gebaseerd is is geen waar geloof in Hem. U kunt zelfs een soort psychologisch geloof in de Heere Jezus Christus hebben; maar een waar geloof ziet in Hem Diegene Die ons van de vloek der wet verlost. Zo begint nu de ware evangelieprediking, en dat is natuurlijk in de eerste plaats een oproep tot bekering, ’de bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus’.

Deze zondeleer is op precies dezelfde manier ook van wezenlijk belang voor een ware opvatting over de heiligmaking, en ik denk dat we opnieuw het dringend belang hiervan voor de hedendaagse situatie moeten inzien. Niet alleen onze evangelieprediking is oppervlakkig geweest, maar ook onze opvatting van de heiligmaking. Het is veel te vaak zo dat mensen op een zelfvoldane, oppervlakkige manier tevreden met zichzelf zijn omdat ze niet schuldig zijn aan bepaalde dingen -overspel bijvoorbeeld - en daarom denken dat alles met hen wel goed zit. Maar ze hebben nooit hun hart onderzocht. Zelfbehagen, zelfvoldaanheid en oppervlakkigheid zijn precies het tegenovergestelde van de Nieuwtestamentische leer van de heiligmaking. Hier zien we dat heiligheid een zaak van het hart is, en niet slechts van gedrag; het zijn niet alleen de daden van iemand die tellen, maar ook zijn begeerten; niet alleen mogen we de daad niet plegen, we mogen haar ook niet begeren. Dit dringt door tot de diepste reikwijdten van het hart, en zo leidt deze opvatting van heiligmaking tot voortdurende waakzaamheid en zelfonderzoek. ’Waakt’, zegt de apostel Paulus tegen de Korinthen. ’Onderzoek uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven’. Onderzoek uw eigen hart en ontdek of daar geen kwaad woont. Dat is Nieuwtestamentische heiligmaking. Is dat niet veel verontrustender dan die oppervlakkige opvatting van de heiligmaking die slechts in termen van daden denkt? Boven alles, deze zondeleer doet ons de absolute behoefte inzien van een macht groter dan onszelf om ons te verlossen. Ze is een leer die een mens tot Jezus doet rennen om op Hem te steunen; ze doet hem inzien dat hij zonder Hem niets kan doen. Ik zou dus nogmaals willen zeggen dat de manier waarop het Nieuwe Testament de heiligmaking voorstelt niet als volgt gaat: ’Wilt u het leven met de hoofdletter ”L” leven? Wilt u blijvend gelukkig zijn? - Nee, het is het preken van de zondeleer, het is het ontdekken van de mens aan zichzelf zodat, als hij zichzelf gezien heeft, hij een afschuw van zichzelf zal hebben en arm van geest zal worden, en zachtmoedig, zal treuren, zal hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, zich naar Christus zal reppen, in Hem verblijven. Het is niet zozeer een ervaring die u ontvangt, maar meer een leven dat geleefd moet worden, en een Christus Die nagevolgd moet worden.

Tenslotte, alleen waar begrip van de Nieuwtestamentische zondeleer kan ons slechts in staat stellen de verhevenheid van Gods liefde voor ons te beseffen. Voelt u dat uw liefde voor God zwak en gering is en dat u Hem niet voldoende liefheeft? Laat ik u er nog eens aan herinneren dat dit de beslissende toets van ons belijden is. We zijn bestemd God lief te hebben, niet alleen bepaalde dingen van Hem te geloven. Deze mannen van het Nieuwe Testament hadden Hem lief en ze hadden de Heere Jezus Christus lief. Lees de levensbeschrijvingen maar van de oudvaders en u zult zien dat ze een liefde voor God bezaten die steeds maar groeide. Waarom hebben we God niet lief zoals we zouden moeten? Omdat we nooit beseft hebben wat Hij voor ons in Christus heeft gedaan, en dit is weer zo omdat we nooit de aard en het probleem der zonde beseft hebben. Alleen als we beseffen wat de zonde werkelijk is voor God, en beseffen dat Hij desondanks Zijn eniggeboren Zoon niet spaarde, kunnen we beginnen Zijn liefde te begrijpen en de omvang daarvan in te zien. Als u dus God meer lief wilt hebben, houdt dan vast aan de zondeleer, en als u beseft wat de zonde voor Hem betekende, en wat Hij eraan gedaan heeft, dan zult u zien dat Zijn liefde werkelijk verbijsterend hoog verheven is.

Daar heeft u dus de redenen waarom we ons op deze manier moeten concentreren.

Het bovenstaande is te vinden in het boek van dr. D. Martyn Lloyd-Jones, onder bovengenoemde titel in onze taal uitgegeven is door Uitgeverij J. J. Groen en Zoon te Leiden, bladzijden 235-238.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit ’De Bergrede I’ van dr. D. Martyn Lioyd-Jones 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's