Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noach’s Geloofsgetuigenis 2.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noach’s Geloofsgetuigenis 2.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is”.

Wat hield die Goddelijke aanspraak in? God heeft Zijn gedachten aan Noach bekend gemaakt. Zijn raadsbesluit aangaande de toekomst der wereld. In Genesis lezen we de “alleenspraak” van de HEERE, dat God zegt dat Hij de boosheid ziet. Die is menigvuldig geworden op de aarde. Er is enkel zonde en ongerechtigheid onder de mensenkinderen. Dát is Zijn.Goddelijke aanspraak: van en aan de mens deugt er niets. En dat is niet slechts een constatering. Want het berouwde de HEERE dat Hij de mens op de aarde gemaakt had. Het smartte Hem aan Zijn hart. Dat laat ons duidelijk zien hoe ernstig de ongerechtigheid is! O, wat heeft de zonde teweeggebracht! En de HEERE zeide: “Ik zal de mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van de aardbodem”. Hij noemt de mens schepsel van Zijn hand. God neemt het scheppingswerk in aanmerking en zal daarover met Zijn oordeel komen. Hij heeft besloten met de zondvloed al wat leeft te verdelgen.

Dat moet ook de inhoud van de prediking zijn: het raadsbesluit van God. Wat vraagt dat van ons een ernst en trouw in het opkomen onder het Woord! Als zulke geweldige zaken van de eeuwige bestemming van de mens daarin worden ontvouwd. God is het niet verplicht aan ons, zondige Adamskinderen, nochtans komt Hij met Zijn boodschap van vrije genade. God maakte Noach bekend: “Het einde van alle vlees is voor Mijn Aangezicht gekomen. ”God ziet de verderving van de goddelozen al voor Zich. Het ligt vastbesloten in Zijn onveranderlijke raad. Maar in de toorn gedenkt God des ontfermens. Hij koestert gedachten des vredes. Want in die aanspraak geeft God Noach de opdracht, te werken aan Zijn behoud. “Maak u een ark van goferhout”. Het bevel tot de bouw en een beschrijving van de ark. Deze opdracht, om aldus te werken aan zijn behoud, was voor Noach een roepstem tot bekering. Om door het geloof zijn zaligheid te bewerken, in de weg die God wijst. Daartoe aangespoord door de ernstige boodschap: ”al wat leeft zal de geest geven, maar met u zal Ik Mijn Verbond oprichten”.

Diezelfde aanspraak van Godswege komt ook tot ons. Is de eerste wereld vergaan door de zondvloed, de aarde die nu is, wordt ten vure bewaard voor de dag des oordeels. Zo wordt ook ons het oordeel verkondigd. De aarde en de werken daarop zullen verbranden. Al de goddelozen wacht het verderf. Nu klinkt naast de oordeelsaankondiging ook nog de roepstem tot bekering: “Wendt u tot Mij en wordt behouden!” In het heden der genade wordt de weg des geloofs ons voorgesteld. O, verhard uw hart toch niet. Versta wat tot uw eeuwige vrede dient. Hebt u het u waardig gemaakt dat u in dat oordeel moet omkomen? Door eigen schuld in dezelfde ellende en zo onbekeerlijk van hart? Als dat werkelijk uw nood geoorden is, kent u de verzuchting of er nog een weg is, om de welverdiende straf te ontgaan. Dat Noach de ark ging bouwen is te danken aan het genadig onderscheid dat God Zelf heeft gemaakt. In Christus ontfermt Hij Zich over zondaren. Hij is de Ark des behouds vanwege de verzoening die Hij heeft aangebracht. Omwille van dat Borgwerk worden al de Zijnen gered. Waar de aanspraak van God geheiligd wordt aan het hart, gaan ze het allen met Noach verstaan, dat het een eenzijdig werk van God is. God Die het oordeel brangt is de Enige Die van dat oordeel kan verlossen. Ook voor degenen die in de Ark Christus geborgen worden, gaat het niet buiten het oordeel om. Zij leren zich als vloekwaardige zondaren kennen. O, dan zal het een eeuwig wonder zijn als ik uit dat oordeel gered zal worden.

Waar de prediking verkondiging is van de volle raad Gods, zullen deze dingen niet ontbreken. Er moet ontdekkend gesproken worden, opdat de zondaar zichzelf als goddeloze zal leren kennen. De aankondiging van het oordeel moet gepaard gaan met bevel van geloof en bekering. De enige weg des behouds moet aangewezen in de Borg en Middelaar Jezus Christus. In zulk een prediking is ook plaats voor de volheid van de Zaligmaker, voor zondaren die alles hebben verzondigd. Is het niet een wonder, als zo die Goddelijke aanspraak tot ons komt? Is zulks een prediking u lief? Mag u de Woordverkondiging zien als aanspraak van Godswege dat die eeuwige dingen daarin worden ontvouwd? Heeft dat Woord beslag gelegd, zodat het een kracht Gods tot zaligheid mocht worden?

Wat is er in onze tijd veel prediking die niet aangemerkt kan worden als Goddelijke aanspraak! De Bijbel wordt gezien als een boek van mensen. Men loochent soms zelfs de heilsfeiten op de kansel. Er wordt veel oppervlakkige prediking gebracht waarin het leven met de HEERE geen plaats heeft. Of men legt eenzijdig nadruk op de liefde Gods. Jezus is gestorven, geloof dat en het komt in orde! Hoe belangrijk is het, dat Gods Woord recht wordt gesneden. De verkondiging moet spreken van oordeel en vrijspraak. Dan wordt de mens niet gespaard. Gods genadewerk in Christus wordt verheerlijkt. Het is dan alsof God Zelf spreekt door middel van Zijn dienaren.

Zo werd Noach door die Goddelijke aanspraak vermáánd. Het was niet een advies, dat hij naast zich neer kon leggen. Ach, hoe velen denken dat ze vrijblijvend de prediking van Gods genade kunnen beluisteren! Het is een vermaning: als we leven zonder God zullen we eeuwig omkomen. Als we sterven, zoals we geboren zijn, gaan we verloren. De HEERE vermaant: bekeert u tot Mij met uw ganse hart. Die vermaning is nodig omdat we van God zijn afgevallen. Gelijk ouders hun ongehoorzame kinderen vermanen. Dan moet er verandering komen in hun gedrag en houding. We hebben Gods vermaning nodig, om tot inzicht te komen, dat we die oordeelsdag tegemoet reizen. Hoe zullen we zonder verschrikken voor God verschijnen, als we geen Borg hebben voor onze ziel? O mijn ziele doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? Laat u vermanen, opdat u met Noach een bouwer van de ark mag worden.

In dat Woord Gods tot Noach ligt de grond en oorsprong van zijn werkzaam geloof. Aan de gave van het ware geloof ligt een Goddelijke openbaring ten grondslag! Onderzoek uzelf: waarop is uw geloof gegrond? Mag u het aanwijzen in Gods Woord? Daarmee ben ik door U aangesproken. Dat woord kwam als een vermaning met kracht tot mijn ziel, zodat ik er niet meer onderuit kon. Dan wordt het een heel persoonlijke zaak. Hebt u zich zo wel eens aangesproken gevoeld door God Zelf? In die weg wederbaart de HEERE. Er komt geloof en bekering. Door Zijn Woord en Geest werkt Hij een leven dat naar God gaat vragen. Waarin men uitroept: wat moet ik doen om zalig te worden? De HEERE vermaant immers: zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen?

Er is veel “geloof” dat berust op menselijke alleenspraak in plaats van op de Goddelijke aanspraak. Een mens kan zo praten bij zichzelf, gelijk Naaman. We willen zelf onze weg uitstippelen. Wat kunnen we ons veel inbeelden, en het een vaste grond geven met de gedachte: dat kan toch niet van mezelf zijn? Het gaat om Gods aanspraak. De grond voor het ware geloof ligt buiten ons, in Gods openbaring. En dat geldt niet minder de voortgang in het geestelijke leven. In het leven des geloofs wordt men gedurig op Gods Woord gefundeerd. In het Woord vinden ze de bevestiging van hun geloof. Calvijn zegt ergens van Gods kinderen: ”Ze kunnen leven noch ademen in het geloof, zonder de Goddelijke openbaringen aan hun ziel”. Geldt dit ook u? Dan is er begeerte dat God u nog eens aanspreekt; dat u persoonlijk vermaand mag worden. Dan gaan zij, gelijk Noach,door het geloof bouwen aan de ark.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Noach’s Geloofsgetuigenis 2.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's