Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zondag en zondagsarbeid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondag en zondagsarbeid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(slot).

In de twee voorgaande artikelen is aan de orde geweest wat de Schrift ons heeft te zeggen over de betekenis van de zondag in directe relatie met het vraagstuk van al of niet geoorloofde zondagsarbeid. Niet de situatie en de omstandigheden waarin we leven en werken, hoe complex die ook kunnen zijn, bepalen het antwoord op de vraag naar geoorloofd zijn van bepaalde werkzaamheden op zondag. Datgene wat de HEERE in Zijn Woord ons heeft geopenbaard bepaalt het antwoord. Arglistig als ons hart is zullen we van nature altijd een legitimatie trachten te bedenken voor het werken op zondag. Goed is het dat de kerk meedenkt en ondersteuning geeft naar haar leden en kerkeraden over maatschappelijke vraagstukken.

Deputaten Kerk en Bedrijfsleven hebben aan alle kerkeraden op 26 maart 1991 een rapport toegezonden met de titel: “Een pastorale handreiking bij Zondagsarbeid.” In het bijgaand schrijven nodigen zij uit om te reageren. De titel alleen al wekt een hoge verwachting, een pastorale handreiking...!

Het rapport is keurig verzorgd en uitgebracht in een handzame vorm. In het “woord vooraf” verantwoorden deputaten het hoe en het waarom van dit rapport. De Generale Synode van 1986 heeft hun opgedragen “in de komende periode nader studie te maken van het toenemend verschijnsel van arbeid op zondag, welke studie dienstig kan zijn voor de pastorale begeleiding van leden der gemeente, die met zondagsarbeid te maken hebben.” De tijd gelegen tussen het verstrekken van de opdracht en het uitkomen van het rapport wekt de verwachting van grondige en diepgaande studie; overhaast kan het niet genoemd worden. De opbouw van het rapport is op een duidelijke en praktische manier gebeurd. Aangehaakt is allereerst bij het rapport van Deputaten ADMA uit 1971. Van daaruit heeft men bijbelse lijnen willen trekken, daarna een korte historische uiteenzetting. In het derde en vierde hoofdstuk een schets van de toename van zondagsarbeid, terwijl in het vijfde de blijvende waarde van de zondag wordt behandeld. In het laatste hoofdstuk hebben de deputaten een concrete handreiking willen doen bij het omgaan met de problematiek.

Bijbelse onderbouwing

Jammer is het dat de bijbelse onderbouwing en bezinning beknopt is gehouden. Als reden wordt hiervoor vermeld dat in juni 1971 (!) een rapport binnen onze kerken met als titel “Zondagsheiliging” is uitgebracht. De lezer dient dan kennelijk te beschikken over dit genoemde rapport. Kort stippen zij enkele zaken uit dit rapport aan. Als ik aan het begin lees dat deputaten ADMA in hun rapport van 1971 tot de conclusie zijn gekomen dat “het hen niet gelukt om te komen tot een volledig eensluidend standpunt”, dan zie ik het als een gemiste kans om dit nü eindelijk, na zoveel jaren studie, WEL te doen. Wat moet ik met een pastorale handreiking, als ik in het begin al lees dat de “handreikers” het onderling niet eens zijn? Ik ben intussen bij de kern van mijn kritiek op dit rapport gekomen, de bijbelse onderbouwing is erg matig en zeer beknopt. Juist voor een onderwerp als dit, TE beknopt! Vergis ik me, of hebben de opstellers van dit rapport zich teveel laten leiden door de situatie van het moment? Omstandigheden veranderen, situaties in 1991 zijn in veel opzichten niet of moeilijk te vergelijken met die van het begin van onze jaartelling. Wat niet verandert is Gods Woord, de norm voor dit onderwerp! Laten we dan niet denken dat onze problemen van 1991 groter en ingewikkelder zijn, dan die van onze voorouders. Elke tijd heeft zo z’n eigen problematiek, de mensen worstelden net zo met de weerbarstigheid van de wereld om ons heen.

Alleen maar kritiek? Nee ook waardering voor vele zaken in dit rapport aangereikt.

Op blz. 8 wordt als conclusie na het eerste hoofdstuk gesproken dat de zondag als “de rustdag, als gemeenschappelijk te beleven dag des Heeren een rijk geschenk is van de Heere.” Daaraan toegevoegd wordt, dat dit geschenk ook “een opdracht” is om de zondag te laten functioneren zoals bedoeld is. Dit is inderdaad iets om mee in te stemmen. Zoals Gods bedoeling is om de zondag door te brengen en in te richten.

In het tweede hoofdstuk wordt kort ingegaan op de verandering van de sabbat naar de dag des Heeren, de zondag. Vanuit de Reformatie worden de visies van Luther en Calvijn summier benoemd. Van daaruit wordt de stap naar de 20e eeuw gemaakt.

Het was interessant geweest als de schrijvers de visie van de Nadere Reformatie eveneens belicht hadden. Met name W. A. Brakel heeft in zijn werken aandacht geschonken aan de verandering van de zevende dag (sabbat) naar de eerste dag der week. Hij schrijft hierover “niet naar des mensen wil geschied, maar door Christus en der apostelen last uit Christus naam. Blijvende het wezen van de sabbat in zijn volle kracht en na zes werkdagen telkens omkomende.” In paragraaf 3.1 wordt terecht geconcludeerd dat “noodzakelijk” in onze tijd anders wordt verstaan dan in de bijbelse tijd, nml. datgene wat op economische gronden moet gebeuren ten behoeve van het winstgevend voortbestaan van een onderneming. Op bladzijde 25 wordt in het deputatenrapport hierop terug gekomen. De begrippen “barmhartigheid” en “noodzakelijkheid” worden in het verleden geplaatst. Begrijpelijke criteria, schrijven deputaten, “blijken ze toch in de praktijk niet de gewenste duidelijkheid te geven.” Dat het vandaag niet eenvoudiger is geworden, weet ik vanuit de praktijk. Toch blijven deze criteria hun grote waarde houden.

In de voorgaande artikelen heb ik het begrip “noodzakelijkheid” reeds besproken. Juist op dit punt had een pastorale handreiking geboden kunnen en moeten worden.

Helder en duidelijk wordt uiteengezet de culturele situatie waarin wij op dit moment leven. De plaats van de kerk in onze samenleving heeft alles met het onderwerp te maken. Met name de secularisatie heeft er sterk toe bijgedragen dat de zondag volledig is uitgehold. Daarmee is gepaard gegaan dat niet of nauwelijks meer naar het geluid van de kerk geluisterd wordt. Te algemeen gesteld vind ik op blz. 17 “dat de kerk blijkbaar maar moeilijk in staat is tot een helder en inspirerend antwoord op levensvragen en problemen van de samenleving.” Er zullen er onder ons toch genoeg zijn die zondag aan zondag vanuit het Woord onderwijs ontvangen voor de eeuwige maar ook voor de tijdelijke zaken van dit leven. Instemmen kan ik met de uitspraak dat “er een grote verscheidenheid is ontstaan aan opvattingen en levenspatronen, ook binnen de kerk.” Helaas, moet er direcht achteraan gezegd worden. Heeft dit misschien ook te maken met het feit dat Gods Woord op vele plaatsen en in vele kerken beroofd is van DE autoriteit, zoals de kerken van onze vaderen dat beleden hebben in artikel 5 van de Nederlandse geloofsbelijdenis?

Recreatie.

De invulling van de vrije tijd wordt in het kader van “zondagsarbeid” terecht aan de orde gesteld. Het weekend (eigenlijk een onjuist woord in dit verband) doorbrengen op camping of boot komt steeds meer voor, ook onder kerkmensen. Deputaten leggen er de vinger bij dat dit naar twee kanten toe gevolgen heeft. Ten eerste voor diegenen die zo de zondag doorbrengen: “het een druk legt op het horen bij de gemeente en het bezoeken van zondagse diensten.” En ten tweede dat daardoor steeds meer mensen werkzaam moeten worden in de recreatieindustrie. Jammer genoeg blijft het bij deze juiste constatering. Een pastorale handreiking is hier noodzakelijk. Met liefde en ernst waarschuwen voor de gevaren om zó de zondag door te brengen. Het bijbelse geluid laten klinken “laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten (Hebr. 10:25).” Terwijl duidelijk gesteld moet worden dat op zondag werken in de recreatieindustrie niet in overeenstemming is te brengen met Gods Woord! Pastorale handreiking is gediend met duidelijke leiding vanuit het Woord.

Bezinning.

Opgeroepen wordt tot bezinning omtrent de zondagsarbeid. Het evangelie is voor alle tijden actueel en een heilzame boodschap. Naar onze overtuiging zijn we geroepen om die actualiteit voor alle gebieden van het leven op een heldere manier te blijven aangeven, aldus deputaten.

In hoofdstuk 5 zijn goede zaken te lezen over de waarde van de zondag in onze tijd. Het dient gezien te worden als een geschenk van God, de zondag. Verder verwoorden deputaten de bedoeling van de zondag als dag van samenkomst voor de kerk, bij een geopende Schrift. De waarde van de zondag als “dag van gezamelijke rust” is minder relevant. Waarom, zal een wereldling vragen, kan een “dag van gezamelijke rust” niet dinsdag of elke andere dag van de week zijn? Steeds dient te worden benadrukt waarom juist de eerste dag der week de gezamelijke rustdag moet zijn, de onverbrekelijke verbinding dient steeds genoemd te worden. Niet een rustdag voor ons zelf!

Benadrukt wordt dat de kerkeraad een taak heeft om leiding te geven bij de problematieken rond het onderwerp van het werken op zondag. Een pleidooi wordt gehouden om “waar mogelijk zondagsarbeid te voorkomen en te beperken.”

Kerkelijke tucht.

Bij het lezen van de paragraaf over “kerkelijke tucht” wordt gesteld dat het niet de bedoeling is van dit rapport uitgebreid daar op in te gaan. Bevreemdend is het om vervolgens wel te lezen dat het de vraag maar is of kerkelijke tucht in dit kader wel moet worden toegepast. Een pleidooi houden deputaten om met de toepassing van kerkelijke tucht zeer terughoudend te zijn, zeker in de maatschappij van vandaag. Ik kan me moeilijk voorstellen dat er kerkeraden zullen zijn die niet “zeer terughoudend” met de kerkelijke tucht zullen omgaan. Wie in het ambt staat weet hoe moeilijk juist dit soort situaties zijn! Toch wordt in onze Kerkorde ruimschoots aandacht gegeven aan “de christelijke tucht”, geestelijk van aard is zij! Het is juist bedoeld om de zondaar met de kerk te verzoenen en de ergenis uit de gemeente van Christus weg te doen (art. 71 K.O.). Juist met de vragen rond zondagsarbeid zal een kerkeraad met liefde en bewogenheid naast diegene gaan staan, die daar mee te maken krijgt. Maar soms kan het niet te voorkomen zijn, met hoeveel verdriet en pijn ook, dat bij een duidelijke situatie van ontoelaatbare zondagsarbeid, en bij voortdurende volharding, een kerkeraad gedwongen wordt deze weg op te gaan.

Samenvattend.

Het is goed dat er nu een brochure is uitgebracht over dit onderwerp. Veel zaken zijn erin aangedragen. De kerkeraden en gemeenteleden zijn uitgenodigd om met elkaar over dit onderwerp na te denken. Aandacht is gevraagd om in pastoraat en prediking stil te staan bij de vragen over en rond het werken op zondag. Duidelijk is geworden het geweldige spanningsveld waarin gemeenteleden kunnen komen te verkeren. Toch had in dit rapport een krachtiger en duidelijker geluid gehoord moeten worden. Hoe prijzenswaardig het op zich is om met veel begrip dit onderwerp te benaderen, is duidelijkheid juist nu geboden. Het gaat om een gewichtige zaak, de dag des HEEREN. Jesaja meet de godsdienstige situatie van het moment waarop hij leefde af, aan het onderhouden van de sabbatten. Dat was en is de graadmeter. Calvijn schrijft over het sabbatsgebod: “aan nagenoeg geen enkel gebod eist de Heere op strenger wijze gehoorzaamheid.” Juist met de zondag moeten we niet marchanderen. De Heere is het waard, Zijn dag is het waard om gehouden te worden. Zijn woord is toch zo duidelijk hierin. “Alzo spreekt de HEERE: Bewaart het recht en doet gerechtigheid. Welgelukzalig is de mens,..., die den sabbat houdt.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1991

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Zondag en zondagsarbeid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1991

Bewaar het pand | 10 Pagina's