Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag 40-jarig jubileum van Ds. D. Slagboom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag 40-jarig jubileum van Ds. D. Slagboom

10 minuten leestijd

Het was maandag 14 oktober 1991 een drukke avond in Doornspijk. Ds. D. Slagboom mocht met zijn vrouw en kinderen, en de gemeente waar hij aan is verbonden, gedenken dat hij 40 jaren in het ambt van dienaar des Godde-lijken Woorde heeft mogen staan.

De Christelijke Gereformeerde kerk was bomvol. Van alle kanten waren, naast de eigen gemeente, belangstellenden opgekomen. Er waren zelfs leden van de eerste en tweede kamer aanwezig, ook waren er afgevaardigden van de Theol. Universiteit in Apeldoorn. Ook zag men veel collega’s zowel binnen ons kerkverband, alsook daar buiten. Alle gemeenten die hij heeft mogen dienen hadden ook hun afgevaardigden gezonden. Al met al bewijzen, dat in die 40 jaren zijn gang niet onopgemerkt door het leven is gegaan. Hij heeft de kerken mogen dienen, en is zelfs een man die in de politiek een vooraanstaande plaats heeft ingenomen, daar hij de laatste

jaren het voorzitterschap bekleedt van de S.G.P. Hoe vermeldenswaard al deze dingen op zichzelf ook mogen zijn, ze vormden toch niet de hoofdmoot van de avond.

Precies 19.00 uur kwam de kerkeraad binnen en werd de kansel door de Jubilaris beklommen. Na het uitspreken van het votum en de zegen werd gezongen Ps. 116:7, 10. Belijdenis van het geloof werd afgelegd met de woorden van de 12 art. Gelezen werd Psalm 138. Na het gebed, werd over het 2e vers gesproken: “Ik zal mij nederbuigen naar het paleis Uwer heiligheid, en ik zal Uwen Naam loven, om Uwe goedertierenheid en om Uwe waarheid; want Gij hebt vanwege Uw gansen Naam Uw woord groot gemaakt”.

Hij begon met te zeggen, dat het gedenken een van God gegeven zaak is, en dat het groot is in de dienst des Heeren te mogen arbeiden. 40 Jaren geleden werd hij tot zijn dienstwerk ingeleid door Ds. A. Gruppen die hem bevestigde met de woorden: “Predik het woord”. 2 Tim. 4:2a. Veel herinneringen zouden kunnen worden opgehaald. Onder bijzondere omstandigheden heeft God bijzondere hulp willen verlenen. Het gevaar is aanwezig, bij het naar voren brengen van alles wat in de voorbijgegane jaren gepasseerd is, dat de mens in het middelpunt zou komen. En dat is geenszins de bedoeling van deze avond. Het zou ook in strijd zijn met de gekozen tekst. Want daar komt 6 maal het woord “Uw” in voor. En dat wijst op de HEERE. Hem alleen komt alle eer toe. In Jezus Christus heeft de Heere Zich nabij willen betonen. Daarom beheerste spreker geen andere begeerte dan om alleen de Heere te loven. Het thema van de preek was daarom ook

God loven

A. Dat gebeurt met verootmoediging

B. Dat gebeurt met dankbaarheid

C. Dat gebeurt met verwondering God loven is niet eenvoudig. Alle woorden schieten te kort om dit recht te kunnen doen. Het is voor alle dingen een zaak van het hart. Het loven gaat gepaard met ootmoed. David, de maker van deze psalm, heeft geen jubileum gekend. Psalm 138 dateert uit de tijd die beschreven wordt in 2 Sam. 5-7. Hij mocht zijn koningschap bevestigd zien. De Heere had hem rust gegeven van de vijanden, die rondom hem waren. De Ark des Heeren had een plaats gekregen in de stad Gods: Jeruzalem. Na de strijd, in de periode van rust, gaat hij naar het “paleis van Gods heiligheid”. Voor Gods aangezicht kan hij niet anders dan met ootmoedigheid bekleed zijn. In het paleis van Gods heiligheid woont en troont God. Daar wordt getuigd van recht en genade. In de wet zijn Gods rechten verhaald en in de offers werd van genade gesproken. Wie zou dan voor die God niet neder-buigen, dat is zeer diep buigen? Het grondwoord wijst op het grootste bewijs van eerbied, die betoond worden kan. Het nederbuigen getuigt van Godskennis, die David zaligmakend bezitten mocht. Die kennis was hem van Boven gegeven. Wie zijn eigen schuld kent, en weten mag dat deze verzoend is, door het enige offer, dat door de Heere Jezus gebracht is, die kan voor God niet overeind blijven. Hij kan niet anders dan in ootmoed voor het aangezicht des Heeren verkeren. Dat moet door een ieder worden gekend, die voor het aangezicht van

God in Zijn huis verschijnt. Want spreker mocht er van getuigen dat de Heere tussen hem en Zijn huis een band gelegd had. Het is erg als die band met het huis van God niet gekend wordt. Dan is er ook geen band met de God van het huis. In het huis van God trekt het Woord. Doch het ontdekt ook. En dan is de mens in zichzelf niets meer. Dan moet de domineesjas worden uitgetrokken. Dan schiet er alleen maar een arme zondaar over, die van genade moet leven. En, dit is het wonder, die wil de God aller genade geven. Om de naakte zondaar te kleden met het door Christus verworven kleed der gerechtigheid. De beleving hiervan door het geloof stemt tot

B. Dankbaarheid

De dankbaarheid komt uit in het loven “van Uwe goedertierenheid en waarheid”. Dat zijn twee betekenisvolle woorden. Daar zit stof in om de Heere te danken. Hij heeft Zijn goedertierenheid beloofd in Zijn Woord. Dat getuigt van de goedertierenheden des Heeren. Die zijn elke morgen nieuw. Hij bevestigt daarin dat het waarheid is, wat bevestigd wordt. Het woord “waarheid” kan ook door “trouw” weergegeven worden. God houdt getrouw Zijn woord. De gehele psalm, getuigt daarvan. Dankzij Gods goedertierenheid en waarheid mocht David zijn die hij was. Dit mocht spreker in zijn leven ook bevestigd zien. Door Gods goedertierenheid en waarheid, ben ik die ik ben. De woorden moeten bevonden worden. En dan niet alleen door dominees, maar door elk mens, zal het wel met hem zijn op weg naar de eeuwigheid. Het is een troostwoord voor mensen die de bestrijdingen kennen. Want het kan van binnen soms zeer stormen. Het kan wezen dat men aan de voet van de preekstoel met vrezen en beven vervuld is. Doch als de nood van binnen beleefd wordt, komen niet zelden de beste preken naar buiten. Menigmaal heeft de Heere het doen ervaren dat hij versterkt werd met kracht in zijn ziel. Bijzonder op H.A. zondagen is dit spreker meerdere malen overkomen. Het kan ook zijn, dat men naar eigen gevoelen er niets van terecht gebracht heeft en dat God het Woord heeft willen gebruiken voor een ander. Het omgekeerde komt ook voor. Dat men gemakkelijk preken mag en dat men niet hoort wat men zou verwachten. Zo moet de prediker er iedere keer weer buiten vallen en ervaren dat God vrij is in Zijn bedieningen. Hij heeft niemand nodig. En dat maakt juist het wonder zo groot, dat Hij desondanks toch mensen gebruiken wil, wat de prediker in verwondering doet terechtkomen.

C. Verwondering

“Want Gij hebt vanwege Uw gansen Naam Uw woord groot gemaakt”. Gij hebt Uw Naam boven alles heerlijk gemaakt door Uw Woord. God zorgt gelukkig voor de eer van zijn Naam. Hij doet alles om Zijns Naams wil. Zijn Naam heeft Hij het meest groot gemaakt in de schenking van Zijn Zoon. De Naam, aldus spreker, heb ik mogen verkondigen. Hem te verheerlijken in de bediening van het woord, strekt het meest tot verwondering. Wie zal Hem naar waarheid uit kunnen stallen en voor kunnen stellen. Het is de Schoonste onder de mensenkinderen, op wiens lippen genade is uitgestort. Alleen door het geloof in Hem, Die de zaligheid heeft verworven, is de zaligheid ook te verkrijgen. Niemand dient daarom rust te hebben, voor Hij zich geborgen weet achter het Borgwerk van de Heere Jezus Christus. Dan kan naar waarheid worden gezongen:


‘k Zal met mijn ganse hart Uw eer Vermelden Heer’,
U dank bewijzen....


Ps. 138:1, 2 werd gezongen.

Na het beëindigen van de dienst, werd de zegen uitgesproken en volgde een toespraak namens de kerkeraad en de gemeente, Broeder Bijl.

Hij gewaagde van dankbaarheid dat Ds. Slagboom aan de gemeente van Doornspijk zich verbonden mocht weten. In des Heeren dienst te mogen staan is geen prestatie. Het is alleen vrucht van genade. We kunnen alleen maar zeggen: Eben Haëzer. Gods weg is een weg van licht en schaduw. In donkere dagen staan Gods beloften als sterren te schitteren aan de hemel. Het staan in de zevende gemeente, deed spreker denken aan de zeven gemeenten van klein-Azië. De Köning der kerk die toen zijn gemeenten overzag, doet dat nu nog. Hij weet hoe het in al die gemeenten gesteld was en hoe het er ook nu gesteld is. Hij staat er voor in, dat de oogst eenmaal zal worden binnen gehaald. 40 Jaren is een veel voorkomend bijbels getal. 40 Jaren heeft in de woestijn het manna geregend. Het MANNA valt nog. Het is geestelijke spijs die uit de hemel verstrekt wordt, tot verzadiging van hongerige zielen. Met een hartelijke felicitatie en de wens dat dominee Slagboom nog vele jaren in Doornspijk zou mogen werken, besloot hij zijn toespraak en liet nog zingen Ps. 135:1, 2.

Daarna voerde, namens de Classis en als consulent, Ds. B. Bijleveld het woord. Hij herinnerde aan de laatste classis-vergadering, wat een gewichtige vergadering geweest is, daar er een predikant werd voorgesteld die vanuit de Ned. Ger. tot de Chr. Ger. kerken wenste over te komen.

Dan komen we heel wat tongen los. Want een classis-vergadering bestaat altijd uit verschillende afgevaardigden met soms zeer uiteenlopende meningen. En om zo’n vergadering te leiden, daar is tact en wijsheid toe van node. En de jubilaris heeft getoond die eigenschappen te bezitten. Hij wist op een waardige wijze de vergadering tot een goed einde te brengen. Dat dit mocht gebeuren is echter geen kunst, wat ons in de mens zou kunnen doen eindigen. Het is een gunst. Het is ook een gunst van God als men staan mag in Zijn dienst en dan al zoveel jaren. Verder werd ook deze toespraak met de beste wensen besloten. Hij las nog een telefonische felicitatie voor van de zoon Ds. J. Slagboom te KwaNdebele, wat in dank werd aangenomen, ‘t Was verrassend.

Daarna ging de “menigte” naar het dorpshuis “De Deel”. Daar werd de receptie gehouden. “De Deel” kon de menigte niet bevatten. Het was een hartelijk samen zijn, waar ook het woord nog gevoerd werd door Ds. H.C. v.d. Ent, namens de zeven gemeenten die Ds. Slagboom had mogen dienen. De zevende gemeente was in dit verband niet Doornspijk, doch Elburg, waar hij als een goede buur verschillende keren de helpende hand had mogen bieden. Ook werd gesproken namens “Bewaar het Pand”, waarvan de Jubilaris ook deel uitmaakt. Het is een voorrecht te mogen verkondigen dat de HEERE recht is. Hij is mijn Rotssteen en in Hem is geen onrecht. Was de Heere alleen maar recht, elk sterveling moest omkomen. Gelukkig dat de Rotssteen er tussen staat, Wiens werk volkomen is. Daarom kan een zondaar door recht vrijgesproken worden. God moet dat doen om dat er in Hem geen onrecht is. De rekening wordt niet tweemaal gepresenteerd, daar de Rotssteen Christus met ene offerande een volkomen genoegdoening heeft teweeggebracht.

Ds. Budding sprak namens de S.G.P. woorden van dank en waardering en getuigde dat God genade en eer geeft. Het is genade geroepen te zijn, te mogen dienen, niet alleen in de kerk maar ook in de politiek.

En dan geeft God er eer bij, waar deze dag van getuigt. En de eer die men krijgt is ook genade.

Het was al met al een schone avond, waarop met dankbaarheid mag worden terug gezien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Verslag 40-jarig jubileum van Ds. D. Slagboom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's