Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gekakel in het kippenhok 6.

Beste vrienden, jong en oudEr is dus heel wat te doen in ons kerkelijk Nederland. Dat hebben jullie nu wel begrepen. De ellende van de verdeeldheid houdt echt bij de muren van onze eigen kerken geen halt. De verdeeldheid is ook niet tot de kerken beperkt. Want de gevolgen van de verdeeldheid strekken zich veel verder uit.

We hebben al gehoord dat er een linker- en een rechtervleugel is, in de gereformeerde gezindheid. Dat woord “de gereformeerde gezindheid” is ook al zo’n wonderlijk woord. Het is een soort paraplu waaronder een ieder zich schaart, die de drie formulieren van enigheid onderschrijft. Elke kerk die het woord “gereformeerd” in zijn naam draagt, doet dat. Terwijl ik heel sterk de indruk hebt, dat elk lid, wat zich “gereformeerd” noemt, op welke wijze dan ook, ze nog nooit serieus gelezen en overdacht heeft. Als je aan alle leden zoudt vragen wat we onder “drie formulieren van enigheid” moeten verstaan, zou je er versteld van staan, hoevelen het antwoord op die vraag niet zouden kunnen geven.

Dat de verdeeldheid binnen de kerken, buiten de kerken haar gevolgen heeft, daar zijn de volgende feiten een duidelijk bewijs van. Want enerzijds is er het Nederlands Bijbel Genootschap. Dat heeft in het verleden heel goed werk gedaan. Het gaf de Bijbel uit in de Staten Vertaling. Doch toen de gedachte op begon te komen dat de taal van de Staten Vertaling door iedereen niet meer begrepen werd, heeft men opdracht gegeven om een nieuwe vertaling samen te gaan stellen. Een vertaling van de bijbel geven is geen eenvoudige zaak. Daar is jaren aan gewerkt. Dat was in de 17e eeuw met de Staten Vertaling zo,en dat was in de 20e eeuw met de nieuwe vertaling weer het geval. Vele geleerden hebben er aan meegewerkt. Ook uit onze kerken. Prof. L.H. v.d. Meiden was de laatste. Doch hij is niet de eerste geweest, die er zijn medewerking aan heeft verleend.

Het Nieuwe Testament was het eerste klaar. Ik weet nog goed, dat toen ik in 1939 opgeroepen werd in verband met de mobilisatie, dat ik een nieuwe vertaling van het nieuwe testament kreeg, van de geestelijke verzorging in de militaire dienst. Dat was toen op zichzelf geen probleem. Ik heb hem in ontvangst genomen. Gelezen, terwijl toch de Staten Vertaling dé Bijbel bleef. Wat had ik ook verstand van vertalen? Een jongen die het toen nog niet verder had gebracht dan de lagere school.

De Nieuwe vertaling was eerst kompleet in het jaar 1951. Hij is toen aan de kerken gepresenteerd, en werd door velen ook aangenomen als een “goede vertaling”. Zij werd in de Gereformeerde kerken algemeen voor kerkelijk gebruik aanvaard. En velen volgden dat voorbeeld.

Niet een ieder zei dat de Nieuwe vertaling beter was dan de Staten Vertaling. Doch velen vonden hem wel duidelijker, en daarom toch goed te gebruiken.

Doch er waren er ook velen die kritiek hadden op de nieuwe vertaling. Verschillende woorden kwamen anders over. Er werd, volgens het zeggen, wat af gedaan en wat bij gedaan, en dat bracht het geheel in de “veroordeling”.

Alle “goed”- en “af” keuringen die toen op tafel zijn gekomen, ga ik maar niet noemen, want dat kan door één boek niet bevat worden, ‘t Gevolg is wel geweest, dat als men een goed woord voor de nieuwe vertaling over had, dat men door “velen” afgekeurd werd. Het tegenovergestelde kwam natuurlijk ook voor. Als men kwaad van de nieuwe vertaling sprak, dan werd men door “velen“ goedgekeurd. De voorstanders waren in de ogen van velen de “lichten”, terwijl de tegenstanders in de ogen van velen de “goeden” waren. Daar werd veel “gekakeld”.

‘t Gevolg is geweest, dat de tegenstanders van de nieuwe vertaling de koppen bij elkaar hebben gestoken en het G.B.S. in het leven hebben geroepen. Dat is de Gereformeerde Bijbel Stichting. Die stond vóór de Staten Vertaling. Die móest gehandhaafd blijven. Want als men die losliet, dan was het eind er van zoek. Dat men daar niet helemaal ongelijk in heeft gehad, heeft de praktijk wel geleerd. Want ook de nieuwe vertaling wordt door velen nu al weer als “uit de tijd” gezien, waarom hij al weer verdrongen dreigt te worden door nog anderen, nieuwere vertalingen. Men is op dit moment bezig om een vertaling tot stand te brengen in kombinatie met de Roomsen. Dat er dan hier en daar wel wat water in de wijn gedaan zal moeten worden, laat zich vermoeden, al kan ik daar op dit moment geen uitspraak over doen, want dan moet je wel steekhoudende bewijzen hebben, om het hard te maken. De G.B.S. waar we achter staan, heeft toch ook niet altijd helemaal gelijk. Als ik dat zo schrijf, moet men mij goed begrijpen. Want de G.B.S. moet weer wel onderscheiden worden van de Bijbel zelf, en dan in de Staten Vertaling.

Want van de zijde van de G.B.S. worden de vertalers van de Staten Vertaling wel eens voorgesteld als “onfeilbare” mensen. Hoe hoog men ze ook waarderen moet, we moeten ze niet zo ongeveer gaan “vergoddelijken”. Want de kanttekeningen getuigen ervan, dat ze in veel gevallen ruimte hebben gelaten voor andere vertalingen, terwijl men het dan aan het oordeel van de “verstandige lezer” over liet, welke vertaling hij wenste te kiezen. Ik ben altijd nog blij dat er in de bijbel staat, dat er maar één Naam onder de hemel tot zaligheid gegeven is, door Dewelke wij moeten zalig worden. En er staat niet dat er maar één vertaling gegeven is door dewelke wij moeten zalig worden. En dat dat de Staten Vertaling is. Want dan zou het er voor de heidenen, die geen “Hollands” kunnen lezen, heel slecht uitzien.

Hoe men verder ook over de vertaling denkt, een feit is het wel dat de voorstanders in het algemeen steeds verder gaan, de linkse kant op. Daar zijn de Gereformeerde kerken synodaal een duidelijk bewijs van. Terwijl de tegenstanders de meest behoudende groep vormen. Triest is het daarbij te moeten opmerken dat de tegenstanders van de nieuwe vertaling, die voorstanders van Staten Vertaling zijn, onderling ook nog weer zo verdeeld zijn.

De algemene verdeeldheid tussen links en rechts, om zo even de gereformeerde gezindheid in zijn algemeenheid te typeren, heeft zich ook laten gelden in de tot standkoming van het R.D. De vergadering, waarin men in zijn breedte er van overtuigd was, dat er een andere krant moest komen, daar Trouw aan het aloude beginsel steeds minder trouw werd, is uit elkaar gesprongen op het punt van de vertaling. Ik heb die vergadering zelf meegemaakt. Het punt kwam aan de orde, welke vertaling men moest gebruiken in de krant? Velen stonden vóór de Staten Vertaling en geen andere, tot geen enkele prijs. Doch er waren er ook die dit standpunt al te krap vonden. Zij waren van mening, dat als iemand in de krant eens een keer gebruik zou maken van de nieuwe vertaling hij daar ruimte voor moest hebben, en dat hij daar niet om veroordeeld mocht worden. Doch de meeste stemmen golden. De voorstanders van de Staten Vertaling in de krant waren in de meerderheid, met als gevolg dat de anderen de vergadering verlieten en niet langer mee konden doen.

Het opinieblad “koers” is daar weer het gevolg van geweest. De verdeeldheid zette zich voort.

Ook in de scholen! Dat is een zeer belangrijke zaak. Want daar wordt de jeugd opgevoed. De kinderen van nu, zijn de groten van straks. Vroeger had men de Christelijke scholen. Gereformeerde en Nederlands hervormde scholen. Daar was verschil, doch men had toch allemaal één bijbel, de Staten Vertaling. Doch na de oorlog heeft er ook op dit terrein een geweldige omwenteling plaats gehad. Men ging de “nieuwe koers” volgen. Het christelijk gehalte begon in zijn algemeenheid te zakken. Veel tradities werden over boord gezet. Moderne ideeën vonden ingang.

‘t Gevolg is geweest dat er Reformatorische scholen werden opgericht. Op zich een heel goede zaak. Doch anderzijds een droeve zaak, daar de omstandigheden daartoe noodzaakten. Op de nu nog z.g.n. christelijke scholen worden de nieuwe vertaling gebruikt met daarbij allerhande moderne opvattingen, die bij het natuurlijke hart van de mens gretig ingang vinden.

Daar staan dan de reformatorische scholen tegenover, die het oude willen gehandhaafd zien. Met als gevolg, dat velen wel twee uur moeten reizen om de school te bezoeken, waar men wenst voorbereid te worden op het leven. Over het schoolwezen wordt overigens niet door alle ouders gelijk gedacht.

Het verschillende denken heeft al weer tot gevolg een voortgaande verdeeldheid. Waar blijft de “zo zeer begeerde eenheid” ?????? Veel vraagtekens zijn voor ditmaal het einde. Een volgende keer hopen we nog meer te schrijven.

Denk over het gebodene vast maar na. Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's