Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In gesprek met Comrie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In gesprek met Comrie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gedenkt uwen voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling

De beste raad aan degenen die het aan wijsheid ontbreekt is: dat ze die van God begeren. De Heere heeft in de Schrift een profetisch Woord gegeven dat zeer vast is. En gij doet wel dat gij daarop acht hebt als op een licht in een duistere plaats. Aldus de apostel Petrus. God gaf Zijn Woord en Hij gaf en geeft er uitleggers bij die bekwaam gemaakt zijn om ook anderen te leren. Een daarvan was dr. Alexander Comrie. Het onderzoek van Comrie kan onze geestelijke belangen dienen.

In de rubriek In gesprek met Comrie willen wij hem een aantal vragen voorleggen. De antwoorden zijn ontleend aan twee bronnen. Het ABC des geloofs en: Eigenschappen des geloofs. We hopen op een aandachtige en begerige lezer van alle leeftijden.

Wie was Alexander Comrie?

Dr. Alexander Comrie heeft als Hervormd predikant de gemeente van Woubrugge sinds 1 mei 1735 bijna veertig jaar gediend. Hij was van Schotse afkomst en nog familie van de bekende Engelse predikant Andrew Gray. Hij luisterde als kind naar de preken van Ralph en Ebenezer Erskine en Thomas Boston. Dat onderwijs heeft in zijn leven rijke vrucht gedragen. De gemeente van Woubrugge niet alleen maar ook latere geslachten hebben van die vrucht mogen genieten. Omstreeks 1725 kwam Comrie naar Rotterdam om zich in de handel te bekwamen. Daar behaagde het echter de Heere om hem te roepen tot koopman op de markt van vrije genade. In de bediening van het Woord. De leer van de Reformatie en met name de betekenis van het geloof dat met Christus verenigt, was hem in het hart geschreven.

Wat is een waar geloof?

Daaronder moet u niet verstaan het historische geloof, waardoor de mens alles voor waarachtig, vast en onfeilbaar houdt, wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Dat “geloof” kan iemand verkrijgen door onderzoek. Het Woord oefent dan een zekere kracht uit en overtuigt het geweten, dat God alleen de auteur van die openbaring is.

De duivelen geloven in dit opzicht ook en zij beven.

Het ware geloof valt ook niet samen met het wondergeloof. Dat is het geloof dat God aan of door mij een wonder kan verrichten. Op de Jongste Dag zal Christus immers zelf tot hen die in Zijn naam duivelen uitgeworpen hebben, zeggen: Gaat weg van Mij, gij werkers van de ongerechtigheid. Ik ken u niet.

Onder het ware geloof moesten we ook niet het tijdgeloof verstaan. Dat heeft geen wortel. Het kan de hitte van tegenspoed en vervolging niet doorstaan.

Het ware geloof is het zaligmakende geloof. Het is een gave Gods. Het is het geloof waardoor de overtuigde zondaar afziet van zijn eigen gerechtigheid en tot Jezus vlucht, Hem omhelst en aangrijpt.

Dit is het geloof waardoor de rechtvaardige leeft. Daardoor krijgt ook hij deel aan de gaven van het verbond, waardoor wij zalig kunnen worden.

Waarom is aan dat geloof voor ons zoveel gelegen ?

In Hebreeën 11:8 wordt gezegd: “Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.”

Het is de leer van Gods Woord, dat alles wat uit het geloof niet is, zonde is. Er zijn er die nooit de hartvemieuwende genade Gods ondervonden hebben. Zij rusten op hun onberispelijke levenswandel, op hun belijdenis en kennis. Hen biedt deze leer weinig troost! Wat zeg ik? Het wijst hen aan, dat alles wat zij doen God mishaagt, ja vertoornt, omdat het niet uit het geloof voortkomt.

Zonder geloof is het immers onmogelijk Gode te behagen. Hij is een rechtvaardig Rechter, een heilig God. Hij heeft als het ware Zijn zwaard uit de schede getrokken om de zondaar te doden. Zijn tranen, zuchten en verbetering van leven en zoeken van God kunnen Hem in geen enkel opzicht voldoening geven.

De mens mag dan een schijn van goedheid hebben, veel dingen die uitwendig goed zijn, maar zonder wedergeboorte zijn het louter zondaren voor God. Zoals Augustinus zei: blinkende zonden. De ganse wereld is verdoemelijk voor God, zegt de apostel in Romeinen 3:10, 12. Daar is niemand die goed doet, zelfs niet tot een toe. Het bedenken des vieses is vijandschap tegen God (Romeinen 8:7). Hoe kan nu hetgeen zonde is Gode behagen. De mens kan toch zonde niet met zonde boeten! Aan Gods recht moet voldaan worden, eer Hij vriendschap met de zondaar kan onderhouden.

Noch engelen noch mensen kunnen Hem voldoening geven. Het is alleen Immanuël die dat gedaan heeft. Maar niemand heeft deel aan Hem zonder geloof. Daarom kan men God die rechtvaardig is, zonder geloof niet behagen.

En daarom is dat geloof voor ons van zo groot belang.

Wat is het voordeel van het ware geloof?

Alleen door het ware geloof zullen wij getroost kunnen leven en zalig sterven. Alleen door dat geloof op een goede grond verwachten wij een zalige ingang in die stad, die niet met handen gemaakt is en waarvan God Kunstenaar en Bouwmeester is. De stad, waarin het geloof in een zalig aanschouwen veranderd zal worden.

Hoe wordt het geloof in de Bijbel omschreven?

Het geloof komt onder allerlei benamingen voor. Zoals: aannemen, in Christus blijven, vertrouwen, maar ook als: dorsten, hongeren, komen enz. Daarin kunnen wij de veelvoudige wijsheid Gods ontdekken. Aan onnodige verschillen zou een eind komen en ook het hard behandelen van de kleinen. Het geloof komt immers onder verschillende benamingen voor. Het is niet alleen een bewust “in Christus blijven”, maar ook een hongeren en dorsten naar Hem. Indien wij daarop letten, zullen wij zoekenden en heilbegerigen niet voor het hoofd stoten, aangezien zij ook geloofswerkzaamheden hebben. De ene gelovige zal veel van het geloof hebben in de zin van een vast betrouwen, maar een ander zal meer bezig zijn in het “vluchten tot Jezus”. Beide zijn werkzaamheden van hetzelfde geloof. Daarom heeft de een de ander niet te verdenken en ook niet hard te behandelen.

Bron: Inleiding op het ABC des geloofs.

Heb ik het ware geloof als ik de zonde probeer te laten en mijn godsdienstplichten tracht na te komen?

De godsdienstige mens is in de regel door zijn aangeboren blindheid tot zeer schadelijke dwalingen geneigd. Zo meent hij, dat hij als hij de zonde maar kan laten en de godsdienstige plichten die van hem geëist worden, kan nakomen, hij God behaagt en wel zalig zal worden. Die dwaling treffen we niet alleen aan bij de heidenen, maar ook onder diegenen die de christelijke leer belijden.

Denk maar aan de Roomsen en de Remonstranten. Waartoe dient hun leer anders dan om de mens aan te zetten om zijn (zogenaamde) vrije wil te gebruiken, zo God te behagen en zalig te worden.

En het is te betreuren dat, hoe duidelijk het Evangelie zijn licht laat schijnen, in de Kerk van de Reformatie deze dwaling zo diep wortel geschoten heeft. Zo diep, dat iedereen, zodra hij enigszins verstaat dat hij in zijn zondige weg niet behouden kan worden zich op de onderhouding van zijn plichten begint toe te leggen. En als hij merkt dat hij in de onderhouding van die plichten enigszins toeneemt, dan leeft hij gerust en is er zeker van dat God zijn God is. Ja, deze misvatting heeft zich als een ziekte en melaatsheid uitgebreid. Niemand dan God Zelf kan hem door Zijn Geest daarvan genezen. En die genezing verloopt maar langzaam en wordt pas voltooid met de dood.

Mijn bedoeling is nu om u zoveel mogelijk tegen deze verkeerde opvatting te waarschuwen. Wij willen u erop wijzen dat wij allereerst door het ware zaligmakende geloof in Christus moeten zijn, zoals de rank in de wijnstok (Johannes 15:4, 5) Jezus leert duidelijk, dat de boom eerst goed gemaakt moet worden, eer hij goede vruchten kan voortbrengen.

Ook in 1 Korinthe 8:17 wekt de apostel de gelovige Korinthiërs tot heiligheid op vanuit hun vereniging met Christus door het geloof: Die de Heere aanhangt, is één geest met Hem”.

Bron: A. Comrie, Eigenschappen des geloofs, Utrecht z.j., p.l.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's

In gesprek met Comrie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's