Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apeldoornse dogmatiek (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apeldoornse dogmatiek (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe belangrijk het is om het Evangelie te bewaren, blijkt uit de uitspraken van Paulus in 1 Korinthe 15:1 en 2.

Met dat al of niet bewaren van het Evangelie staat of valt de Kerk. Dat heeft gevolgen voor de eeuwigheid. “Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze als ik het u verkondigd heb”, aldus de apostel.

Dat “behouden van het Evangelie” krijgt gestalte in het christelijke dogma zoals bijv. in de belijdenis van Nicea maar ook de Heidelbergse Catechismus.

Kort en bondig wordt het Evangelie samengevat en aldus voor de Kerk bewaard.

Een echte christelijke leeruitspraak moet dan wel aan de Schrift ontleend zijn.

Op dit standpunt stellen zich ook de schrijvers van de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, dr. J. van Genderen en dr. W.H. Velema.

Deze Dogmatiek verscheen in 1992 bij uitgeverij J.H Kok te Kampen. We spreken af deze Dogmatiek voortaan Apeldoomse Dogmatiek (A.D.) te noemen. Naar de plaats waar de beide hoogleraren werken: de Theologische Universiteit in Apeldoorn.

Het is mijn bedoeling dat we ons D.V. in de komende maanden met dit boek uitvoerig zullen bezighouden.

Over het belang van het christelijke dogma en de wetenschap die zich daarmee bezighoudt, heb ik het een en ander gezegd.

Voordat we de Apeldoomse Dogmatiek zelf gaan bespreken toch nog een aantal overwegingen omtrent het belang van de bezinning op en beleven van de christelijke c.q. reformatorische leer.

Vereniging van kerken

Een aktueel voorbeeld.

Het is langzamerhand wel algemeen bekend geworden dat Hervormden, Gereformeerden en Luthersen zich in een proces van eenwording bevinden: het S(amen) O(p) W(eg) proces. Binnen afzienbare tijd moet het komen tot een Verenigde Reformatorische Kerk. Maar om samen te gaan moet je eerst overeen gekomen zijn. Dat betekent voor de verschillende kerken dat ze allereerst overeenstemmen in wat ze geloven en belijden. In zulke omstandigheden ga je als kerk nadenken over wat je nu zelf eigenlijk nog gelooft en in deze 20e Eeuw wil belijden. Wat neem je nu als bagage mee uit het verleden voor je kerkelijke reis naar de toekomst? Je komt dan terecht bij je eigen dogma’s, belijdenisgeschriften en bij die van de andere partij waarmee je wilt verenigen. Kunnen wij die oude Gereformeerde en Lutherse belijdenissen naast elkaar aanvaarden of moeten we ook nog een gemeenschappelijke belijdenis hebben, die de sporen van aktualiteit vertoont? Daar zit dan een taak voor de dogmatiek, als wetenschap die kerkelijke leeruitspraken, belijdenissen, onderzoekt. De dogmatiek kan ook nagaan of een kerk in haar publikaties nog overeenstemt met haar eigen (reformatorische) belijDenis. Hoeveel vrijheid wil die kerk hebben ten opzichte van de gereformeerde confessie, zoals de Heidelbergse Catechismus of Dordtse Leerregels?

Een heet hangijzer in de besprekingen tussen de Hervormden, Gereformeerden en Luthersen is de Leuenbergse Konkordie. Dat is een schriftelijke overeenkomst tussen vertegenwoordigers van zo’n 90 kerken in heel Europa die in 1971 in Leuenberg (bij Bazel) bijeen waren. Het doel was om te komen tot confessionele eenheid tussen de Lutherse en Gereformeerde kerken in Europa. Een soort Europese eenwording op kerkelijk terrein dus, zij het zonder de Roomsen. Die conferentie stelde een “Konkordie” (letterlijk hartelijke overeenstemming) van “reformatorische kerken in Europa” op.

De nieuwe Verenigde Reformatorische Kerk in Nederland erkent de betekenis van die Leuenbergse Konkordie voor de samenbinding van de Lutherse en Gereformeerde tradities (le artikel van de nieuwe kerkorde). Maar daarmee begint de ellende pas goed. Wat wil het geval? De inhoud van die Leuenbergse (om niet te zeggen Leugenbergse) Konkordie wijkt radicaal af van de reformatorische belijdenissen van de 16 en 17e Eeuw. Ds. L.H. Oosten, Nederlands Hervormd predikant en als zodanig ook persoonlijk bij het verenigings-proces betrokken, heeft dat probleem goed onder woorden gebracht in een R.D.-artikel van 3 november 1992.

Hij zegt daarin dat die Leuenbergse Konkordie, die mede de “dogmatische” fundering moet vormen van de Verenigde Reformatorische Kerk in Nederland, “vernietigend” is voor het gereformeerde belijden van de kerk in Nederland.

Hij noemt de aanvaarding ervan zelfs een regelrechte ramp voor de kerk, met name voor het gereformeerde deel in de Nederlandse Hervormde Kerk: Gereformeerde bond, Gekrook-te Riet en “gewoon (reformatorische) Hervormden”.

Een regelrechte ramp en waarom? De Leuenbergse Konkordie tekent de mensen niet als liggende onder Gods toom en in Christus begenadigd. Het “Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven” ontbreekt. De Konkordie verzwijgt ook de fundamentele betekenis van het christelijke dogma van de Drieëenheid (geen wonder want de moderne theologie weet absoluut geen raad met de Goddelijke natuur van Christus) en kent de verkiezing in Christus van eeuwigheid geen enkele plaats toe.

Wie daaraan nog vast wil houden, kan terecht bij “het boeket van droogbloemen”, de oude reformatorische belij-denis. Vindt u het mooi? Akkoord, maar val er een ander in de kerk, die eigentijds wil geloven niet mee lastig. Kortom: de Verenigde Reformatorische Kerk werkt volgens de formule van de supermarkt.

Geen wonder dat de Gereformeerde Bond zich in dat gevarieerde menu verslikt. Het gaat tenslotte maar niet om godsdienstig speelgoed. Het belijden van de kerk raakt eeuwigheidsbe-langen.

Zeer velen in de Hervormde Kerk zijn van mening dat ondertekening van zowel de oude reformatorische belijdenisgeschriften alsook de Leuenbergse Konkordie onmogelijk is. Ze sluiten elkaar wezenlijk uit. Juist het “reformatorische” deel in de Hervormde Kerk zal zich in zo’n, Verenigde “Reformatorische” Kerk niet thuis voelen.

Om de eenvoudige reden dat door aanvaarding van de Leuenbergse Konkordie, die kerk niet meer reformatorisch is. Met andere woorden: de vlag dekt de lading niet. En het is goed te begrijpen dat velen onder zo’n vlag niet willen varen.

De kwestie wordt dan: kunnen wij in een kerk blijven die door haar “nieuwe” grondslag eigenlijk de Vaderlandse Kerk” niet meer is? De kerk waarin God Zijn verbond vrucht liet dragen door de eeuwen heen. Want het kan niet ontkend worden dat in deze kerk de Heere veel van Zijn volk heeft gehad en nog heeft.

De interne discussie over deze kwestie is nog niet ten einde.

In de Waarheidsvijand, het orgaan van de Gereformeerde Bond, van 28 januari 1993 las ik een verslag van een samenkomst, op het landgoed Hydepark, van synodeleden van de Nederlandse Hervormde Kerk en het voltallig hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.

In zijn antwoord op een toespraak van de Gereformeerde gast dr. H.B. Weij-land, zei de secretaris van de Gereformeerde Bon “terwijl wij altijd veel en dankbaar gebruik maakten van de theologische vruchten van Kampen en de Vrije Universiteit (welke “reformatorische” predikant heeft de Korte Verklaring van de Bijbel en de dogmatische studies van Berkouwer niet in z’n boekenkast? (vdM), moeten wij nu stellen dat er uit Kampen en van de Vrije Universiteit geen enkel gereformeerd geluid meer komt.

Hun theologische werken worden door ons niet meer gebruikt. Het theologische referentiekader (een maatstaf waarop men zich beroept) is voor ons nu Apeldoorn”. Ook een Apeldoomse Dogmatiek zou in kwesties van Kerkvereniging goede informatie kunnen geven.

Juist in zaken als kerkelijke eenwording moet men een scherp zicht hebben op de eigen belijdenis en op die van de ander.

Er moeten dan dogmatische vragen gesteld worden zoals: kunnen

Lutherse en Gereformeerde tradities, confessies, samensmelten in een belijdenis?

Of moeten ze gewoon naast elkaar blijven bestaan in een Verenigde Reformatorische Kerk? Waarin stemmen ze overeen? Waarin verschillen ze? Hoe lagen de verhoudingen tussen de Luthersen en de Gereformeerden in de 16 Eeuw en nu? Zijn ze dogmatisch gezien dichter bij elkaar gekomen of juist uit elkaar gegroeid? Of hoe reformatorisch zijn de Hervormden, Gereformeerden en Luthersen nog? Welke invloed heeft de moderne theologie op zowel Luthersen als op Gereformeerden uitgeoefend? En heeft die moderne theologie soms de kerken tot vereniging gedwongen?

Door nauwkeurige bronnenonderzoek kan de Dogmatiek verhelderend werken.

Door middel van dogmatische bezinning op bovengenoemde vragen zou dan ook de vraag beantwoord kunnen worden of de eenheid van de Verenigde Reformatorische Kerk nog wel een Bijbelse eenheid is.

Sterker: of ze wel uit God is. Want daar moet het ook in de Dogmatiek om gaan. Gereformeerde dogmatiek houdt juist in zaken als kerkelijke eenwording rekening met het: Wat naar het Woord niet is, zal geen dageraad hebben. Vandaar de zorg van vele Hervormden. (Van de Gereformeerden en Luthersen hoor je jammer genoeg niet zoveel protest tegen Leuenberg).

Een goed fundament voor een christelijk kerk is alleen de zuivere en gezonde leer van Profeten en Apostelen.

Het is te wensen dat Apeldoorn als referentiekader van vele Hervormden niet teleur zal stellen. De beknopte Gereformeerde Dogmatiek moge ook in deze aktualiteit goede diensten bewijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Apeldoornse dogmatiek (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's