In gesprek met Comrie (3)

Paulus schrijft in 1 Korinthe 6:17 dat die de Heere aanhangt één geest ( met Hem) is.

Wat wil dat zeggen ?

Eén geest met Christus zijn, duidt op een zeer nauwe vereniging tussen Hem en de gelovigen. Christus wordt door de Heilige Geest met de gelovige en de gelovige met Christus verenigd.

Daardoor worden zij één lichaam met Christus, het hoofd van dat lichaam. En zo hebben zij ook deel aan de weldaden die Hij verworven heeft.

Wie is die Christus met Wie de gelovige verenigd wordt?

Hij is niet alleen God, ook niet alleen mens, maar Hij is de Middelaar tussen

God en de mensen: Hij is waarachtig God én mens in één persoon, tot in eeuwigheid. Hij is Immanuël, God met ons. Hij heeft gezegd: Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid. Hosea 2:18. Hij is de Man van de gelovigen. In Jesaja 54:5 lezen we: Uw Maker is uw Man. Hij wordt bij een wijnstok vergeleken, wiens ranken de gelovigen zijn. Ook bij een fundament, waarop de gelovigen als levende stenen gelegd worden en tot een geestelijk huis gebouwd worden.

Al deze vergelijkingen wijzen op een zeer nauwe eenheid tussen Christus en de gelovige.

En wie is dan degene die met Christus door het geloof verenigd wordt?

Het is de uitverkoren en geroepen gelovige. Die alleen zijn de ware leden van dat lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. De uitwendige belijders zijn geen ware leden van Christus’ Lichaam. Zij zijn dorre en onvruchtbare ranken, die met het snoeimes afgekapt en met het vuur van de toom van God verbrand zullen worden.

Is dat geen wonder dat zulke ongelijke personen als Christus en de zondaar met elkaar verenigd worden?

Jazeker! Want de Een is de enige Zoon van de Vader, de Godmens die schoner is dan alle mensenkinderen. De ander is een kind van de satan, van nature zonder schoonheid. Hij is schuldig en ellendig en van zichzelf nergens toe bekwaam. Daarom is die mogelijkheid van vereniging tussen Christus en die zondaar in geen mensenhart opgekomen. Maar God Zelf heeft het geopenbaard. Die dat door het geloof ontdekt, roept uit: Wat ben ik Heere, of wat is mijns vaders huis dat ik een lid van Uw Lichaam zou zijn?

Door welke banden worden Christus en de gelovige met elkaar verenigd? Enerzijds door de Geest van Christus en anderzijds door het geloof.

Hoe verenigt Christus Zich met de uitverkoren zondaar?

Christus verenigt Zich met die zondaar door de Heilige Geest wanneer Hij hem krachtig roept uit de macht van de duisternis.

Christus laat dan het recht gelden dat Hij op de uitverkorene heeft. De Vader heeft ze Hem immers gegeven in het verbond der verlossing. En Hijzelf heeft hen vrijgekocht door

Zijn gehoorzaamheid in leven en in sterven. Door dat recht te laten gelden en in werking te stellen, worden zij de weldaden van het verbond deelachtig. Ook mag Hij hen dan metterdaad als Zijn eigendom bezitten.

In welke staat verkeert degene die Christus als Zijn eigendom komt op te eisen?

Hij is zoals Paulus zegt in Efeze 2:1, dood in de zonden en de misdaden, zoals alle anderen. Zal de uitverkoren zondaar zich dus nooit met Christus metterdaad kunnen verenigen, dan moet Christus Zich eerst van Zijn kant met die zondaar verenigen door een krachtige roeping.

Maar waar kan ik dat in de Schrift vinden ?

In Ezechiel 36:27 zegt de HEERE: Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u. Dat gebeurt als de tijd der minne daar is, het uur van Gods welbehagen. Dan komt de Geest en neemt metterdaad bezit van de uitverkoren zondaar.

Hetzelfde lezen we ook bij Paulus in 1 Korinthe 12:13, Want ook wij allen zijn door een Geest tot een lichaam gedoopt.

Kan de mens zich tot deze geloofsver-eniging bekwaam maken?

Nee, zeker niet. Men is in dit opzicht even onbekwaam om iets te doen als een dode is om zichzelf levend te maken. Als de Geest komt om een zondaar met Christus te verenigen, dan is hij even dood als de beenderen, die de HEERE aan Ezechiel liet zien, of als dat machteloze kindje op de vlakte van het veld, dat in zijn bloed ligt te wentelen.

De voorstelling dat iemand zichzelf bekwaam kan maken tot geloofsver-eniging met Christus moet daarom ten enenmale verworpen worden. Wat kan iemand doen die geestelijk dood is? Maar zodra de Geest in het binnenste gegeven wordt, leeft de gelovige!

Bron: A. Comrie, Eigenschappen des geloofs, p. 2-4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen