Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam Ds. P. Beekhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam Ds. P. Beekhuis

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijdag 2 april trof het bericht ons allen: dominee Beekhuis is overleden. Donderdagavond 1 april vervulde hij een spreekbeurt voor de Spaanse Evangelische Zending op Urk in de kerk “de Schuilplaats”. Ds. Beekhuis was bestuurslid van de S.E.Z.

De zeer bekende, maar rijke tekst werd behandeld: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe” (Joh. 3:16).

Na de spreekbeurt werd hij onwel en ’s nachts tien voor twee overleed hij, in het bijzijn van zijn vrouw, in het ziekenhuis te Emmeloord. Een hele slag voor zijn vrouw, zijn familie, ker-keraad en gemeente van Rotterdam- Kralingen. De Heere gedenke hen. Zes jaar geleden onderging Ds. Beekhuis een hersenoperatie. Aan verschillende werkelijkheden werd toen gedacht, want het was een ernstige ingreep. De Heere gaf na de operatie zelfs algeheel herstel. Hij kon zijn werk voortzetten. Alhoewel hijzelf er in het begin moeite mee had, want hij had het zeer goed gehad in het ziekenhuis en mocht zich dichtbij de Heere weten. Het sterven zou maar een overstap geweest zijn. Nu kwam het einde vrijdag 2 april 1993. Zevenenvijftig jaar oud. Nog niet oud voor ons. De Heere bepaalde het echter anders.

Ds. Beekhuis is 19 juli 1935 in Eemdijk geboren, een klein dorp schuilgaand achter Bunschoten-Spakenburg. Door de leiding van de Heere werd hij toegelaten tot de studie aan onze toen nog Theologische Hogeschool. In 1968 werd hij beroepbaar gesteld, ook voor hem een aangrijpend moment. Uit de ontvangen beroepen werd het beroep naar Noordeloos aangenomen. Werd zijn huwelijk met Riek Bevelander te Barendrecht bevestigd door Ds. Tanis, Ds. Vlietstra was zijn bevestiger te Noordeloos. Ruim twaalf jaar heeft hij mogen werken in Noordeloos. Hij wist zich aan zijn gemeente verbonden en zijn levensdoel was onderdanen te winnen voor de Koning der koningen. Na de overkomst van de gemeente van Rotterdam-Kralingen tot onze kerken in augustus 1980 werd Ds. Beekhuis beroepen. Dit beroep maakte hem los van Noordeloos en verbond hem aan Kralingen. 31 Maart 1981 werd intrede gedaan. Twaalf jaar heeft hij ook deze gemeente mogen dienen. Niets was hem te veel. Het pastorale werk woog hem zwaar. Hij stond naar contact met zijn gemeenteleden. Naar de gave en het inzicht hem door de Heere gegeven werkte hij. Wat in het beves-tigingsformulier staat, ging diep door hem heen en gaf veel gebed, nl. “Diensvolgens is het openbaar dat het ambt der herders of dienaren des Woords is: eerstelijk, dat zij des Heeren Woord, door de Schriften der profeten en apostelen geopenbaard, grondig en oprechtelijk aan hun volk zullen voordragen, en het toeëigenen, zo in het gemeen, als in het bijzonder, tot nuttigheid der toehoorders, met onderwijzen, vermanen, vertroosten en bestraffen, naar eens iegelijks behoefte, verkondigende de bekering tot God, en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus, en wederleggende, met de Heilige Schrift alle dwalingen en ketterijen, die tegen deze zuivere leer strijden”.

In het kerkelijke leven had hij zijn eigen opstelling, wat ook op vergaderingen merkbaar was. Vacante en kleine gemeenten vergat hij niet. Wat mogelijk was, deed hij voor hen, op de zondag en doordeweeks. Ds. Beekhuis is geen luie dominee geweest. Hij was ook geen reklame-dominee. Hij ging in stilte zijn weg, maar met de overtuiging dat het schriftuurlijk, confessionele belijden van 1892 ook nu nog in prediking, pastoraat en catechese gehonoreerd diende te worden. Het was ook merkbaar, dat hij diep respect had voor het Godvrezende volk in onze kerken en daarbuiten. Tenslotte was en bleef hij een zondaar. Een zondaar, die alleen om en door het Borgwerk van de Heere Jezus kon zalig worden. Het “Soli Deo Gloria” was geen leus voor hem, maar “roem”!

Woensdagmiddag 7 april werd hij vanuit zijn kerk, de Jeruzalemkerk, begraven. De geheel gevulde kerk liet zien welk een plaats Ds. Beekhuis had. Nadat de familie had plaatsgenomen in de kerk, werd de baar de kerk ingedragen onder het spelen van Psalm 42. Achter de baar liep de ker-keraad en voor de baar gingen de predikanten Van Heteren en Tanis.

Ds. Tanis heeft de rouwdienst geleid. Na de woorden: zuster Beekhuis, God de Heere zij u tot een Man en Vader, familie de God van Jacob zij met u, kerkeraad en gemeente van Rotterdam-Kralingen de Heere, de Opper-Herder, ontferme Zich over u, werd de rouwdienst begonnen.

Gezongen werd Psalm 89:19:

“Gedenk, o Heer’, hoe zwak ik ben, hoe kort van duur” en vers 7: “Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!”

Na gebed en Schriftlezing werd gemediteerd over Openbaring 22:3 en 4: “En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; en zullen Zijn aangezicht zien en Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn”.

Heel sterk werd benadrukt de genade van God de Heere in Christus, gewerkt door de Heilige Geest in het hart. De vrucht van het kruislijden en sterven van Jezus Christus schitterde. Hij aan het kruis, de vervloeking op Zich geladen en daardoor zegening. Zijn lijden het enige zoenoffer en daardoor naar lichaam en ziel verlossing van de eeuwige verdoemenis en verworven Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven.

Het dienen van de Heere en Zijn aangezicht zien zijn voor Gods knechten geen onbekende werkelijkheden. Zij hebben er weet van, hoe de Psalmen daarover spreken. Eeuwig staat ’s Heeren naam op hun voorhoofd. Zij zullen Hem altoos dag en nacht dienen in de eeuwige tempel Gods. De meditatie werd besloten met een waarschuwend, aansporend, bemoedigend en vertroostend woord. Gezongen werd Psalm 68:2.

Ouderling van Gelder sprak namens kerkeraad en gemeente enkele woorden en ds. Tanis ging voor in dank en bede. Onder het spelen van het koraal Psalm 43:4 werd de baar de kerk uitgedragen. Een aangrijpend moment! Op het kerkhof hadden zich zeer velen verzameld. Bij het graf sprak ds. van Heteren.

Nadat de talrijke menigte op de begraafplaats was aangekomen kreeg ds. A. van Heteren het woord. Naar voren werd gebracht dat een ieder hier stond met eigen gedachten en herinneringen aan de overledene. Gememoreerd werd de ernstige operatie die onze vriend en broeder, met wie wij veel contact hebben gehad, ongeveer 6 jaar geleden moest ondergaan. Ds. Beekhuis was toen bijzonder goed gesteld voor zichzelf. Hij mocht rijk van de gunst des Heeren spreken. Hij was toen naar zijn eigen woorden bijna thuis. Maar hij mocht herstellen. Hij heeft nog zo’n zes jaar mogen arbeiden in de kerken en daarbuiten. Nu mogen wij geloven dat hij volmaakt mag dienen.

Ds. Beekhuis begeerte altijd het Woord te laten spreken. Het is in zijn geest dit ook nu te doen. We denken aan 1 Tim. 1:15 waar we aldus lezen: “Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.” Dat getrouwe woord heeft ds. Beekhuis in getrouwheid mogen prediken. In alle liefde en ernst heeft hij het Woord mogen uitdragen in de eigen gemeente en daarbuiten. Van nature zijn wij allen ver-werpers van dat getrouwe woord, daar wij ons oor hebben opengesteld voor de satan. Onze vriend benadrukte vaak dat we niet bij Abraham moeten beginnen, maar bij Adam. Een eerlijke, ontdekkende, armmakende, ontle-digende prediking werd gebracht. In die weg komt er juist ruimte voor het Evangelie van vrije genade. Zo komt er plaats voor het werk van Christus Jezus. Om Zijn komst heeft niemand gevraagd uit eigen beweging. Want er is niemand die God zoekt, ook niet tot een toe. Ook ds. Beekhuis was niet gaan zoeken als de Heere niet zijn rechterhand had gevat en zo de Eerste was geworden in zijn leven. De Heere heeft die weg in Christus uitgedacht in de stilte der eeuwigheid. Met behoud en opluistering van het recht Gods wordt Gods volk zalig. Recht en genade werd gepredikt. Veroordeling en vrijspraak. De twee wegen voorgesteld. De oproep tot bekering en geloof klonk door. De vergankelijkheid van het leven kwam naar voren. Een van zijn kenmerkende uitspraken was dat je in een minuut wel zestigmaal kunt sterven. Hoe plotseling is dit bevestigd geworden bij hemzelf. We mogen geloven dat hij door genade het arme zondaarsbestaan heeft mogen inleven en de zaligheid heeft mogen zoeken en vinden buiten zichzelf in Christus. Hij was geen vreemdeling van datgene wat er staat in 1 Tim. 1:15. Gods volk leert zonde als zonde kennen en schuld als schuld. Woorden worden zaken. Gods kinderen worden door de Heere geleid en op Gods tijd opgenomen in heerlijkheid.

Twee gemeenten heeft hij mogen dienen als herder en leraar. Allereerst Noordeloos. Deze gemeente is hem altijd lief gebleven. Er lagen banden die niet verbroken werden. Ds. Beekhuis was altijd blij en dankbaar dat hij er eenmaal per jaar mocht en kon voorgaan. Ongeveer 12 jaren heeft hij in Noordeloos mogen arbeiden. Daarna werd hij geroepen om in Rotterdam-Kralingen de herdersstaf op te nemen. Ook hier heeft hij omtrent twaalf jaar zijn arbeid in liefde en getrouwheid mogen verrichten. De overledene heeft de waarheid mogen verkondigen. Wie dat in liefde, ernst en getrouwheid doet, krijgt ook vijanden. We moeten denken aan wat er staat in Mattheus 5:11 en 12: “Zalig zijt gij, als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.” De prediking was ernstig, eerlijk en onderscheidend. Het verschil tussen schijn en zijn werd duidelijk naar voren gebracht. Het onderscheid tussen het nabijkomende en ware werk werd niet vergeten. Toen we nog student waren hebben wij ds. Beekhuis eens horen preken over de gelijkenis van de Zaaier. Er waren vier punten: 1. Onbewogen hoorders, het zaad dat bij de weg valt en wordt weggepikt door de vogels des hemels; 2. Lichtbewogen hoorders, het zaad dat valt op steenachtige plaatsen en verdort; 3. Hevig bewogen hoorders, het zaad dat valt tussen de doornen en de distelen; 4. Zaligmakend bewogen hoorders, het zaad dat mag vallen in door God wel toebereide aarde. We dachten dat dit kenmerkend was voor zijn prediking. Altijd predikte hij een rijke Christus voor een arme zondaar. Hij schetste in zijn prediking hoe de Heere in de beleving tot een arme zondaar maakt en in welke weg die arme zondaar Christus nodig gaat krijgen, oog gaat krijgen voor de Zaligmaker en uit Zijn rijkdom mag ontvangen genade voor genade.

In het kerkelijke leven heeft hij veel mogen doen buiten eigen gemeente. Als de beginselen in het geding kwamen liet hij zich horen. Ook dat heeft niet alleen vrienden opgeleverd. We denken met dankbaarheid terug aan al datgene wat hij heeft mogen verrichten.

In vele stichtingen en organisaties had hij zitting. Enkele willen we noemen. Hij was bestuurslid van de Gereformeerde Bijbelstichting. Het Woord was hem lief geworden. Het was de begeerte van het hart dat het Woord Gods in ons vaderland en daarbuiten verbreid en toegepast zou worden. We denken ook aan de stichting Woord en Daad. Hij was bewogen met de nood van de verre naaste. Maar ook de nood onder zwervers en daklozen ging hem ter harte. We denken aan zijn arbeid voor de stichting “Ontmoeting”. Tijdens de kerstdagen mocht aan deze mensen nog het Kerstevangelie doorgegeven worden.

Staande aan de geopende groeve moet de vraag gesteld worden wat we met de prediking van de overledene hebben gedaan. Het zal eenmaal voor of tegen ons getuigen. Hoe zal het zijn op de dag van de wederkomst? Want het delven van graven en het sluiten van graven op deze aarde is niet het laatste. Eenmaal zullen alle graven weer geopend worden. Zal het dan zijn een opstanding tot eeuwig afgrijzen of een opstanding tot eeuwige heerlijkheid?

Mevr. Beekhuis werd bijzonder sterkte toegewenst. In de achterliggende dagen heeft zij veel mogen zien op die heerlijkheid die haar man ten deel is geworden. Gewezen werd op de tekst: “Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn hulp heeft, wiens verwachting op den Heere Zijn God is.” Ook de familie werd al het nodige toegewenst alsmede de gemeente en de kerkeraad van Rotterdam-Kralingen.

Tenslotte werd opgemerkt dat de overledene altijd benadrukte dat er niets van de mens bij was, dat God altijd de Eerste is in het leven van Zijn volk. Het is dan ook in de geest van de overledene dat aan het graf gezongen werd Psalm 89:8


Gij toch, gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ere toegebracht;
Wij steken ’t hoofd omhoog, en zullen d’eerkroon dragen Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.


Na het zingen van dit vers bedankte de begrafenisondernemer ds. Tanis en ds. van Heteren voor de gesproken woorden en allen die op welke wijze dan ook meegeleefd hadden met mevr. Beekhuis en de familie in deze omstandigheden.

Na afloop was er nog gelegenheid tot condoleren in de aula van de begraafplaats. Zeer velen maakten daar gebruik van.

Onder de aanwezigen, zowel in de kerk, als op de begraafplaats, waren zeer veel predikanten, ook van buiten onze kerk. Door het zitting hebben in diverse stichtingen kwam ds. Beekhuis met diverse predikanten in aanraking en hij had met hen een goed contact. Ds. van Heteren wees daarop. En terecht werd opgemerkt, dat zijn meewerken aan en werken voor niet ten koste ging van zijn gemeentelijk werk.

Tenslotte, overdenken het gebeuren van woensdag 7 april, kan gezegd worden, dat de Heere ds. Beekhuis een koninklijke begrafenis heeft gegeven. Het was ook een begrafenis. Aan de kleding was dit ook te zien. Daar was ds. Beekhuis, en terecht, ook een voorstander van. Echter en dat is het rijke van wat opgemerkt mocht worden de rouwdag werd overstraald door het licht van Gods genade, wat groot en dat voor mensen! Stemt u mee in?


“Een stroom van ongerechtigheden had d’overhand op mij; maar ons weerspannig overtreden verzoent en zuivert Gij. Welzalig, die Gij hebt verkoren, dient G;uit al ’t aards gedruis doet naad’ren en Uw heilstem horen, ja, wonen in Uw huis”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1993

Bewaar het pand | 14 Pagina's

In memoriam Ds. P. Beekhuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1993

Bewaar het pand | 14 Pagina's