Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paulus nu, te Jeruzalem gekomen zijnde, poogde zich bij de discipelen te voegen, maar zij vreesden hem allen, niet gelovende, dat hij een discipel was

Voor zijn bekering heeft Paulus de kerk van Christus hartstochtelijk vervolgd. Hij was blazende dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren. Hij begeerde brieven van de hogepriester naar Damascus, opdat, zo hij enigen, die van die weg waren, vond, hij dezelve, beiden mannen en vrouwen, zou gebonden brengen naar Jeruzalem (vers 1 en 2). Hij had een welbehagen gehad in de dood van Stefanus. Ja, zo was Paulus (toen nog Saulus) voor zijn bekering. Hij was een felle hater van de kerk van Christus. Maar na zijn bekering op de weg naar Damascus was het, was hij totaal veranderd, omgekeerd. Vernieuwd in de kem van zijn bestaan is hij nu een hartstochtelijk liefhebber van de gemeente des Heeren geworden. En gevlucht uit Damascus keert hij terug naar Jeruzalem, en dan zoekt hij daar diezelfde broeders en zusters op, die tot voor kort de naam van Saulus alleen met een zeker afgrijzen op hun lippen konden nemen.

En geen wonder toch, dat zij de zaak niet vertrouwden. Zou die man wel werkelijk bekeerd zijn? Of zou hij als een verrader in de gemeente proberen binnen te dringen, om alles aan de weet te komen en om dan straks de grootste slag te slaan, die hij ooit gedaan heeft in zijn luguber werk? Paulus poogt zich bij de discipelen te voegen. Maar het lukt niet erg. Uitnodigingen krijgt hij niet. Niemand treedt hem openlijk en hartelijk tegemoet. Niemand is verblijd over zijn bekering, want ze vertrouwen hem niet. Een man, die zo’n vermaak kon hebben in de marteldood van Stefanus en in het vreselijk verdriet in de christen-gezinnen, is tot alles in staat, is ook in staat om door de huichelaarsrol te spelen nog meer slachtoffers te maken.

En als Paulus dan in de kring van de discipelen verschijnt, dan valt er een akelige stilte. Een stilte van wantrouwen en vrees.

Dat moet voor Paulus wel een zware beproeving zijn geweest. Een hart vol liefde te hebben, en die liefde niet kwijt te kunnen.

Graag zoveel goed te willen maken, maar er geen gelegenheid voor krijgen.

Ook hierin en hierdoor moet Paulus gelouterd worden. Hij moet wachten op Gods tijd. En deze tijd van wachten en beproeving is geen verloren tijd. In Gods leiding kan er nooit sprake zijn van verloren tijd.

De Heere heeft Paulus de schuld van zijn zonde vergeven, maar de gevolgen van zijn zonde zijn daarmee niet weggewist. Gelukkig komt straks Bamabas (zoon der vertroosting betekent zijn naam), die de discipelen vertelt, wat er met Paulus op de weg naar Damascus is gebeurd. En dan wordt hij ook door de anderen van harte in de discipelkring opgenomen. Maar toch zijn bij Paulus de littekenen van zijn vroegere zonde nooit helemaal verdwenen. Althans niet tijdens zijn aardse leven. Het heeft hem wel gedurig klein gehouden. Achtte hij zichzelf niet “de voornaamste der zondaren”, daarom dat hij de gemeente Gods vervolgd had?

Lezers, het is groot, het is zalig, wanneer we, als een Paulus op de weg naar Damascus door de Heere worden stilgehouden en bekeerd. En welzalig is de mens, wien het mag gebeuren, dat God, naar recht, hem niet wil schuldig keuren. Kennen we door genade iets van dit heilgeheim? Maar zullen we dan ook staan naar heiliging van het leven. En voorzichtig leven? In een biddend leven, tegen de Heere aangeleund? Ik zet mijn treden in Uw spoor, opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden; en ga mij met Uw heillicht voor!

En dan groeien we vast niet boven Paulus uit, als hij belijdt: mij, de grootste der zondaren is barmhartigheid geschied!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's