Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apeldoornse Dogmatiek (9)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apeldoornse Dogmatiek (9)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijzondere openbaring

De theologie is een wetenschap die na-denkt over de openbaring Gods. Dat is op zich een goede zaak. Wij zijn geschapen als redelijke wezens. Wij hebben dus ons verstand te gebruiken, hoezeer het ook door de zondeval van zijn eerste helderheid beroofd is. Er zijn, zegt onze belijdenis, nog enige vonkjes overgebleven die de mensen alle verontschuldiging ontnemen.

Wij kunnen, wat de openbaring Gods betreft, nooit zeggen: Wij hebben niet geweten dat er een almachtige God is, Die alles onderhoudt en regeert. Paulus heeft dat ook gezegd in Romeinen 1:18 en 20. God heeft het hun geopenbaard.

“Hetgeen” dat is Zijn onzienlijke dingen. Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. “Hun”, dat zijn alle mensen. Toch is die openbaring van Zijn kracht (met name in de natuur) niet genoeg tot zaligheid. Daarom hebben wij de zogenaamde “bijzondere openbaring” nodig. “Bijzonder” wordt die openbaring genoemd, omdat deze gegeven is met het oog op het behoud van zondaren. Ze heeft met de zaligheid in Christus te maken. In Zijn bijzondere openbaring stelt God de overmacht van Zijn genade in Christus tegenover de zonde (63). Met name in de bekendmaking van Zijn heilsbeloften en het oordeel over de zonde. Gaat het in de algemene openbaring om de bekendmaking van Gods macht (schepping), in de bijzondere openbaring gaat het met name om Zijn recht en genade. Nogmaals: In Zijn bijzondere openbaring stelt God de overmacht van Zijn genade tegenover de zonde.

Heft uw ogen op!

Ik denk overigens dat wij de begrippen algemene en bijzondere genade niet te scherp van elkaar moeten afgrenzen. Juist in Jesaja 40 gebruikt de profeet de openbaring van God in de natuur als een bron van genadige troost voor een schuldig volk. “Heft uw ogen op omhoog en ziet Wie deze dingen geschapen heeft”. En dan de toepassing in Jesaja 40:29: “Hij geeft de moede kracht en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien die geen krachten heeft”.

Voor een verlicht verstand gaat er dus ook een heilswerking uit van de algemene openbaring.

Definities vergeleken

Professor van Genderen gebruikt in zijn omschrijving (definitie) van het begrip bijzondere openbaring een kortere formule dan professor H. Bavinck. Die kortere omschrijving is, moet ik zeggen, wel beter leesbaar, maar heeft dan ook wel meer toelichting nodig. De korte omschrijving luidt: “Het is die openbaring van God waardoor Hij met bijzondere middelen, die hun middelpunt en hoogtepunt in Christus hebben, de weg tot het leven voor zondaren ontsloten heeft, die Hij in dit licht laat leven” (63).

De omschrijving van professor Van Genderen roept de vraag op: Wat zijn de bijzondere middelen, waardoor God de weg tot het leven voor zondaren ontsloten heeft? Bavinck zegt dat heel duidelijk. Het zijn de wet en het evangelie die God aan de mens bekend maakt. En die wet en dat evangelie zijn weer de bekendmaking van Gods deugden van gerechtigheid en genade. Het weglaten van begrippen als “deugden” zou te maken kunnen hebben met het feit dat men ook in de reformatorische theologie vindt dat hier een scholastiek luchtje aan zit (scholastiek is een vorm van filosofisch theologische wetenschap uit de middeleeuwen). Ik weet niet of professor Van Genderen dat ook vindt maar zelf heb ik daar niet zoveel moeite mee. De theologie kan inderdaad soms teveel begrippen ontlenen aan de wijsbegeerte maar als de inhoud van die theologie maar bijbels blijft is dat niet onoverkomelijk. Wel meen ik met Calvijn dat wij in ons spreken ons zoveel mogelijk dienen te houden aan de bijbelse woordenschat.

Dat is het veiligste en het meest gezond voor het geestelijk leven.

Wel wil ik er graag nog op wijzen dat in de omschrijving van het begrip bijzondere openbaring door professor H. Bavinck een element voorkomt dat mij aanspreekt. Hij zegt dat het doel van de bijzondere openbaring is dat de mens die door het geloof in Christus aanneemt of bij onbekeerlijkheid een zwaarder oordeel ontvangt. Een heel belangrijke bijbelse gedachte. Je kunt je natuurlijk altijd afvragen hoe ruim of beknopt een definitie moet zijn, maar dit is toch wel van groot belang. De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt in hoofdstuk 2 vers 3: “Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen.” Professor van Genderen zal dit ongetwijfeld onderschrijven, maar het trof me wel even toen ik de definities met elkaar vergeleek. Wat mij in de definitie van de A.D. wel aansprak was dat Christus het middelpunt en hoogtepunt van de bijzondere openbaring is. Niet alleen middelpunt, maar ook hoogtepunt. Denk aan de indrukwekkende woorden uit Hebreeën 1 vers 1: “God voortijds veelmaals en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon”. Christus is het hoogtepunt van de bijzondere openbaring. Hij heeft een Naam boven alle Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Apeldoornse Dogmatiek (9)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's