Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere regeert (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere regeert (6)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze problemen met de Godsregering komen voor een deel voort uit het feit, dat we maar zo moeilijk kunnen aanvaarden dat de Heere de Soeverein is, die doet al wat hem behaagt. Wij willen God te veel aan ons onderwerpen. Een andere oorzaak van onze problemen kon wel eens gelegen zijn in het feit, dat we de Bijbel verkeerd lezen.

Hoe moeten we de Bijbel lezen?

Hoe lezen we de Bijbel meestal? Met de bedoeling om een antwoord te krijgen op de vraag hoe een mens zalig wordt. Wij zijn verloren en wij verkeren in grote nood. Daarom moeten wij behouden worden. Natuurlijk is dan de vraag belangrijk hoe er behoud is en wat we dan meemaken. Maar zijn het die dingen waarover het in de Bijbel gaat? Gaat het over ons en onze zaligheid? Of gaat het over God?

Natuurlijk, dat is het eerste. De Bijbel is het boek waarin de Heere Zichzelf openbaart. Wie Hij is en wat hij werkt - daar gaat het om in de Bijbel. Daarbij is het werk der zaligheid, waardoor verloren mensen behouden worden, slechts een onderdeel. Voor de mens een uitermate belangrijk onderdeel, zodat het best te begrijpen is als wij de Bijbel lezen met die vraag in ons hart hoe God zondaren zalig maakt. Ja, een belangrijk deel is dit. Maar het is niet alles. God doet veel meer dan zondaren zalig maken. Gods plannen zijn ook veel-omvattender dan het herstellen van zondaren in Zijn gemeenschap. En over al die plannen en al die werken Gods gaat het in de Bijbel.

Dat moeten we wel bedenken bij het lezen van Gods Woord. In dat Woord gaat het over de uitwerking van Gods plannen en daarin om de verheerlijking van Zijn Naam. Het plan om zondaren zalig te maken. Maar ook het plan om het rijk van satan af te breken en te vernietigen. En ook het plan om Zijn vijanden te veroordelen. En eveneens het plan om alle dingen te regeren en besturen. Enzovoort, enzovoort.

Als we dit uit het oog verliezen - en onze moderne generatie heeft dit helemaal uit het oog verloren - dan wordt het onmogelijk om nog in het Godsbestuur te geloven. Dan wordt -zoals ook metterdaad gebeurt - de rechtvaardigheid Gods aangevochten. Dan wordt eveneens de barmhartigheid Gods in twijfel getrokken. Dan weet niemand meer raad met de geschiedenis van de zondvloed en de verwoesting van Sodom en Gomorra, e.d. Dan verzwijgen we liever wat de Bijbel zegt over de toorn Gods. Of daar wil men dan niet meer van horen. Pas als we waarlijk geloven in de soevereine God en als we hebben leren inzien dat het om Hem gaat en om Zijn eer, komen de dingen op de juiste plaats te staan. Dan lossen onze problemen en aanvechtingen bij het Godsbestuur zich op. Dan verdwijnen onze “waaroms?”. Niet dat ze allemaal een antwoord krijgen; er komt niet op alles een antwoord. Maar we leren leven met onbeantwoorde vragen. En we krijgen daar nog vrede mee ook. God is immers God. En voor Hem buigen we in eerbied en diep ontzag. Vooral als we hebben gehoord hoe Gods eigen Zoon op Golgotha Zijn “Waarom?” heeft uitgeklaagd.

Als we zo echt mogen buigen voor de hoge God en beseffen, dat het om Hem en om Zijn eer gaat in alle dingen, zullen we aan het feit, dat God alle dingen regeert een krachtige stimulans ontlenen om Hem te verheerlijken.

Verheerlijking Gods

De wereld is in grote verwarring. Alles bij alles opgeteld komen we tot de slotsom, dat er weinig anders is dan ellende en dreiging. In angstige spanning vraagt de mensheid zich menigmaal af: wat zal er nog eens gebeuren? Wat is alles ook een warwinkel van losse draden, waar niemand enig patroon in kan ontdekken. Wat is de zin van alles wat er gebeurt? Het is geen wonder dat er mensen zijn die het niet meer zien kunnen en alleen nog maar van de zinloosheid van alles spreken.

Het geloof zegt echter: God heeft een plan. En dat plan voert Hij uit. Soms wordt daarvan iets zichtbaar. Soms moet het alleen in het geloof gezegd worden. Maar het geloof vindt vanwege dat plan, dat God uitvoert, reden om de Heere te aanbidden, al was het midden in de verwarring en de chaos. Zo beleefde de dichter van Psalm 46 het. Hij mag de geloofstaal spreken, als hij zegt: “Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats en al werden de bergen verzet in het hart van de zeeën” (Vs. 3).

Hoe kan hij dit zeggen? Hij heeft geloof gekregen en in dat geloof hoort hij God spreken. “Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht. Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt en de spies in tweeën slaat, de wagens met vuur verbrandt. Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde” (Vs. 9-11). Wat een groot God moet Hij zijn! Zoveel schepselen als er zijn - Hij houdt ze allemaal in Zijn hand. Zoveel draden als er gespannen zijn waardoor de gebeurtenissen aan elkaar verbonden zijn - vaak onzichtbaar en onherkenbaar voor ons - Hij houdt ze allemaal in Zijn hand. Hij draagt alle dingen door het Woord van Zijn kracht. Zou ik dan mogen denken dat ik Hem kan narekenen en begrijpen?

Als wij God konden begrijpen was Hij niet groter dan wij zijn. Als wij met ons geringe verstand Hem konden bevatten, ach, we zouden maar een nietige God hebben. Een God die niet meer kon dan wij kunnen. Dat wil zeggen: een God die onze immense problemen nooit zou kunnen oplossen. Die er ook geen raad op zou weten. Die net als wij ook machteloos zou staan. Maar, gelukkig, God is veel groter. Veel groter dan wij kunnen bevatten. Gelukkig kan ik Hem niet begrijpen, doordat Hij mijn denken ver te boven gaat. Maar nu is er dan ook alle reden om Hem te aanbidden en te vereren.

Ja, er is veel wat we niet kunnen begrijpen in de Godsregering. Bijvoorbeeld hoe de verhouding is tussen Gods soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid. Is het nu zo’n groot wonder, dat we dit niet bijeen kunnen brengen? Besef toch goed, dat ons verstand maar klein is. En verval toch niet in eenzijdigheden door of het een of het ander te gaan ontkennen. Spurgeon zei eens: Ik ben tevreden als ik weten mag wat God bekend maakt en ik ben er ook tevreden mee als ik niet mag weten wat God niet wenst bekend te maken. Dat is de beste houding, of niet?

Is er schijnbaar een conflict? Dat bewijst alleen maar hoe groot God is. En dat is des te meer reden om Hem te aanbidden.

Standvastigheid in de onzekerheden

Een mens zou het bij tijden toch op zijn zenuwen krijgen als hij let op al de verdervende machten die er in deze wereld zijn. Als hij let op de vele verkeersslachtoffers en de toename van criminaliteit en de opmars van allerlei verschrikkelijke ziekten en de permanente oorlogsdreigingen. En dan is er ook nog de geweldige zuigkracht van de wereld die naar onze kinderen uitgaat. Al de gemene listen en lagen van de duivel. Je zou toch inderdaad vervallen tot doemdenken! Hoe kan een mens het uithouden? Hoe kan een mens nog innerlijke vrede hebben?

Ja, er is veel onzeker. In feite is alles onzeker. Maar voor God geldt dat niet. Het gaat precies volgens plan. Niets valt buiten dat plan en de verwezenlijking ervan. Er zijn geen machten die in staat zijn God van Zijn voornemen af te brengen. Het gaat tot in de kleinste onderdelen precies zoals het volgens Gods raad moet gaan.

Dat was het geheim van het feit, dat de Heere Jezus kon slapen aan boord van het schip op het meer van Galilea, midden in de storm. Een storm die zo hevig was dat het bloed van de discipelen stolde in hun aderen. Maar hun Meester wist niets van angst en ongerustheid. Hij sliep. Er kon immers niets gebeuren buiten Gods wil om. En hadden de discipelen nu ook maar geloofd wat Hij geloofde. Hadden zij ook maar zoals Hij geloofd in het Godsbestuur. Dan hadden ze geweten dat ze onoverwinnelijk waren zolang hun taak nog niet volbracht was. De storm, hoe hevig ook, is altijd een gecontroleerde storm.

De haren van uw hoofd zijn alle geteld, zei Jezus (Matt. 10:30). De kerk leeft in een gevaarlijke omgeving. Maar wat dan nog? De bestemming van de mussen is bepaald; er valt er niet een van het dak op een hete dag zonder de wil van God. Hoeveel te meer waakt Hij over Zijn discipelen. In dat vertrouwen verkeerde David toen hij Psalm 27 dichtte: Wat zal de mens mij doen? Gods kinderen kan niets overkomen zolang hun werk nog niet volbracht is. En als het wel volbracht is, komt de Heere de Zijnen halen.

Troost in verdriet

De Catechismus spreekt van ons leven als van een “jammerdal”. In dit jammerdal “schikt God ons kwaad toe”. Sombere woorden? Maar hoe somber deze woorden ook klinken, ze zijn overeenkomstig de werkelijkheid.

Ook de werkelijkheid zoals Gods Woord ons die tekent. Psalm 90 spreekt van “moeite en verdriet”. Paulus spreekt in Rom. 8 over het “lijden van deze tegenwoordige tijd”.

Welnu, als dat lijden komt, wat moeten we dan zeggen? Dat het ons niet door mensen aangedaan wordt? Zo wordt het wel eens gezegd, maar helpt dat wat? Is dat troost?

Troost is er pas als we echt geloven dat God regeert. Omdat Hij alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil (Ef. 1:11) kan hij ook al die dingen doen medewerken ten goede (Rom. 8:28). Dat laat de Heere dan ook weten in het leven van allen, die Hem liefhebben. Als er ziekte komt; misschien wel een slopende, ontluisterende ziekte. Als de dood komt en ons alleen achter laat. Als we met de kinderen misschien nog van alles mee gaan maken. Als we graag getrouwd hadden willen zijn, maar toch alleen bleven. Als de kinderzegen ons onthouden werd. En nog zoveel meer dingen.

God regeert. Hij bestuurt ook al deze dingen. En Hij weet wat Hij ermee bedoelt in het leven van al de Zijnen. Want Hij bedoelt er inderdaad iets mee. En degenen die Hem liefhebben, worden van “al die dingen” nooit minder. Ze kunnen dienen tot onze bekering. Ze kunnen de heiligmaking bevorderen. Ze kunnen dienen om het geloof te versterken en te verdiepen. Ze kunnen dienen om vrijmoedig te maken. En vergeet ook niet wat Paulus schreef: “Want ik houd het daarvoor, dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid die aan ons zal geopenbaard worden” (Rom. 8:18).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De Heere regeert (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's